Provincie in nieuwe rol als uitgedaagde en partner
Het uitdaagrecht toepassen om goedkoper nieuwe natuur te ontwikkelen en tegenstellingen tussen boeren en natuurbeheerders tegen te gaan. In Friesland lijkt het te gaan lukken. Wel bracht het de provincie in een dubbele positie: als uitgedaagde en als partner in het proces. Hoe ging dat?
Het uitdaagrecht toepassen om goedkoper nieuwe natuur te ontwikkelen en tegenstellingen tussen boeren en natuurbeheerders tegen te gaan. In Friesland lijkt het te gaan lukken. Wel bracht het de provincie in een dubbele positie: als uitgedaagde en als partner in het proces. Hoe ging dat?
Grootste project
Vanwege een financieel tekort moeten de Friese Gedeputeerde Staten in maart 2018 de aankoop van gronden voor natuurontwikkeling binnen een aantal natuurgebieden stopzetten. Natuurorganisaties balen dat de nieuwe natuur niet tot stand komt. Boeren zitten door het uitstel nog langer in onzekerheid over de bestemming van hun grond. Daarop nemen tien organisaties het initiatief om de provincie uit te dagen, later begeleid door het landelijke netwerk Right to Challenge: Natuer mei de Mienskip (Fries voor ‘natuur met de gemeenschap’). Het is het grootste project van uitdaagrecht in Nederland.
Afwachtende houding
Bij de provincie Fryslân was er niet meteen alom enthousiasme. Ambtenaren, zo valt in de eerste evaluatie van het project te lezen, hadden geen kennis van het uitdaagrecht en wat de nieuwe rol daarin zou zijn voor de provincie. Zij namen een afwachtende houdingaan. Uiteindelijk komt het tot een uitgewerkt procesvoorstel, waarin de rol van de provincie verder wordt uitgewerkt. Als uitgedaagde partij moet zij baan geven aan de tien initiatiefnemende organisaties. Maar tegelijk moet zij toezicht kunnen houden op de voortgang van het proces. Wat zag gedeputeerde Douwe Hoogland (natuur, PvdA) als belangrijkste meerwaarde van het project?
Groeiend proces
Hoogland: ‘Als iets in een gemeenschap ontstaat met een groot aantal betrokken partijen, dan kun je wellicht sneller een slag slaan. Het eerste aanbod vanuit de initiatiefnemers was: we kunnen met minder geld meer natuur realiseren. Zoiets klinkt een provincie altijd goed in de oren. Dat is later weer aangepast, want het was een groeiend proces waar uiteindelijk ook duidelijk in naar voren kwam dat de provincie ook een rol moest spelen. Wij zijn toegevoegd aan het overleg. Dat is alleen maar winst geweest, want dan versta je mekaar vervolgens ook beter.’
De provincie kreeg twee rollen: uitgedaagde en partner. Leidde dat niet tot schizofrenie in het provinciehuis?
‘Nee. Natuurlijk werd bij ons in huis bij de start van het project ook wel even de vraag gesteld: doen wij het nou zo slecht? Die vraag is niet aan de orde. Het verschil is: deze partijen zitten dichter op het veld. Binnen de stuurgroep van Natuer mei de Mienskip waren we een van de deelnemers en hebben we met elkaar kunnen werken aan oplossingen. Maar mochten er bij Provinciale Staten uiteindelijk toch twijfels over het project ontstaan, dan houden we natuurlijk wel onze toezichthoudende rol.’ In de praktijk hebben we dat opgelost door een heldere splitsing te maken tussen ambtenaren die deelnemen in het initiatief en ambtenaren die zich bezighielden met het informeren en adviseren van Provinciale Staten over dat initiatief.
In de evaluatie staat dat de provincie Fryslân haar rol breder had kunnen oppakken. Deelt u die mening?
‘De rol vanuit het natuurbelang is volgens mij adequaat opgepakt. Wel kwamen we uitdagingen tegen rondom grondposities, hoe krijgen we iedereen mee? Dat moeten we leren in dit proces. Ik hoop dat onder andere onze Friese Grondbank hieraan een positieve bijdrage kan leveren. Dit is een overzicht van beschikbare gronden in onze provincie.
Dit project leert vooral dat natuurorganisaties en boeren geen gedoodverfde vijanden hoeven zijn.
‘Die discussie is in de stuurgroep eerst uitgebreid gevoerd. Wat willen we met elkaar? Kunnen we van elkaar op aan? Dat is op zich al een heel belangrijk proces. Boeren blijken dan best bereid een stap richting natuurbeheer te zetten, mits ze ook als eindbeheerder worden aangewezen. We moeten er straks natuurlijk wel scherp op toezien dat die natuur er niet alleen wordt neergelegd, maar ook goed wordt onderhouden. Wordt het natuur light of meer? Dat moet straks goed verankerd zijn. Daarom is het fijn dat de natuur op sommige plekken vast onderdeel wordt van een renderend boerenbedrijf. Ik denk dat je daar de continuïteit het beste kunt waarborgen.’
Hoe gaat het nu verder met dit project?
‘We hanteren in ons beleid een drietrapsraket. In eerste instantie gaat het over de financiering van het natuurpact van de toekomst, tot 2027. Daar hebben we recentelijk een Statenvergadering over gehad. Dan zullen we in februari de strategische Grondnota bespreken, om zo de grondmobiliteit te verhogen. Daarna gaat het ook over de rol van Natuer mei de Mienskip daarin. In het najaar van 2022 moet het uiteindelijke plan er liggen waaruit de concrete bijdrage aan de realisatie van dat natuurnetwerk blijkt’
Is deze werkwijze van onderop primair te danken aan de Friese mienskip of overal bruikbaar?
‘Ik denk dat het zeer werkbaar is, ook in andere gebieden. Het kan overal een rol spelen in bijvoorbeeld het stikstof- en veenweidedossier. Als gedeputeerde wens je vooral dat de landbouw weer wat meer tot rust komt. De boeren moeten veranderen, maar er moet hun ook een langjarig perspectief worden geboden. Daar kan dit model een belangrijke bijdrage aan leveren.’
Bent u al door het formerende kabinet gebeld?
‘Nee. Maar er is al wel belangstelling vanuit andere provincies.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.