ruimte en milieu / Partnerbijdrage

Nieuwe gemeentelijke rol bij uitrol warmtenetten

De Wcw introduceert nieuwe bevoegdheden voor gemeenten.

13 februari 2024
warmtenet
Beeld: iStock

In aanloop naar een aardgasvrije warmtevoorziening voor gebouwen werkt de rijksoverheid aan een nieuwe Warmtewet, de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw). Deze wet volgt de huidige Warmtewet op. De nieuwe wet is toegespitst op de bescherming van de consument als afnemer van warmte. Het beschrijft de tariefregulering, verduurzaming en leveringszekerheid van de warmte die de huizen in Nederland op een behaaglijke temperatuur houden.  

De Wcw introduceert nieuwe bevoegdheden voor gemeenten in de uitrol van collectieve warmtesystemen. Daarmee ontstaat een nieuwe gemeentelijke regierol bij de uitrol van collectieve warmtesystemen. In november 2023 is de Wcw gewijzigd op een aantal onderwerpen, die Ivo Westra en Rosalinde Siewers in vier thema’s onder de loep hebben genomen: 1. het publiek meerderheidsbelang, 2. aanpassing van het groepsverbod van netwerkbedrijven, 3. warmtegemeenschappen en 4. de opt-out regeling. Daarbij is onderzocht welke invloed de aanpassingen hebben op de rol van gemeenten bij de realisatie van warmtenetten.   

1. Het publiek meerderheidsbelang

Op grond van de Wcw moeten publieke partijen een meerderheidsbelang vertegenwoordigen in een al dan niet bestaand warmtebedrijf. Het doel van dit meerderheidsbelang is om publieke partijen een doorslaggevende stem te geven in de besluitvorming van een warmtebedrijf, waardoor zij de publieke belangen die zij vertegenwoordigen beter kunnen borgen. Als gevolg hiervan moeten gemeenten, of andere publieke partijen, een actievere rol aannemen in het speelveld van de uitrol van warmtenetten. Wanneer hierbij samengewerkt wordt met een private partij met een minderheidsbelang, moet een gemeente rekeninghouden met eventuele waarborgen ter bescherming van de investering. 

2. Aanpassing van het groepsverbod van netwerkbedrijven

Om een publiek meerderheidsbelang bij warmtebedrijven te kunnen realiseren, is het aandeel van netwerkbedrijven in warmtebedrijven van essentieel belang. Met aanpassing van het wettelijk groepsverbod van netwerkbedrijven en aanpassing van de lijst met toegestane nevenactiviteiten in de Energiewet, wordt de mogelijkheid geboden dat netwerkbedrijven aangewezen kunnen worden als warmtebedrijf met integrale ketenverantwoordelijkheid.  

3. Warmtegemeenschappen

Bij de vervulling van het publiek meerderheidsbelang is mogelijk ook een rol weggelegd voor warmtegemeenschappen. Ondanks dat dit geen publieke entiteiten zijn, worden zij hiermee wel gelijkgesteld in de Wcw, omdat zij een breder maatschappelijk belang dienen. Voor een mogelijke samenwerking met een warmtegemeenschap is het van belang dat, op grond van de Wcw, een warmtegemeenschap met minder dan 1500 aansluitingen valt onder de regels voor kleine collectieve warmtesystemen. 

4. Opt-out regeling

Tot slot is de opt-out regeling aangescherpt. Waar in het aanvankelijke wetsvoorstel een rol werd opgenomen voor het college van B&W bij de opt-out inventarisatie en de toetsing van een gelijkwaardig alternatief, ligt die taak met de voorgestelde wijziging bij het warmtebedrijf. Het warmtebedrijf krijgt de taak om bij gebouweigenaren te inventariseren of zij al dan niet gebruikmaken van de opt-out regeling. Als aardgas in het omgevingsplan is uitgesloten, moet de gebouweigenaar zelf voor een alternatief te zorgen. 

Wil je meer weten? 

Lees dan verder in onze paper: Wijzigingen voorstel Wet collectieve warmte.

AT Osborne blijft met veel interesse de ontwikkeling rondom de warmtetransitie volgen, om opdrachtgevers zo goed mogelijk bij te staan bij een juiste vervulling van hun rol bij dit belangrijke onderdeel van de energietransitie. 
Neem gerust contact met ons op.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.