Optreden tegen riskante heg
In de Algemene plaatselijke verordening (APV) staat dat beplanting het vrije uitzicht van het wegverkeer niet mag belemmeren. Dus moet de gemeente Reusel-De Mierden ervoor zorgen dat een heg wordt teruggesnoeid. Ook al staat niet vast dat deze heg voor gevaar of hinder zorgt.
In het Brabantse Reusel wonen de families Van der Ven en Van der Meer* langs een smalle weg aan de rand van het dorp. Het autoverkeer mag er met maximaal dertig kilometer per uur in één richting overheen; fietsers en voetgangers in twee richtingen. De familie Van der Ven woont in de binnenbocht van de weg. Om privacyredenen staat er een ligusterheg van twee meter hoogte tussen hun tuin en de weg.
De familie Van der Meer woont vóór de bocht. Als Van der Meer vanaf zijn erf de weg op wil rijden, kan hij wel de auto’s van rechts zien aankomen, maar fietsers en voetgangers van links niet. ‘Mijn cliënt heeft dus een persoonlijk belang bij het snoeien van de heg’, zegt Johan Smits, juridisch adviseur van Van der Meer. Van der Meer vraagt de gemeente handhavend op te treden tegen de heg.
Net als veel andere gemeenten heeft ook Reusel-De Mierden de volgende bepaling in haar Algemene plaatselijke verordening (APV): ‘Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert.’
B en W voelen in eerste instantie weinig voor handhaving. Enerzijds omdat het college het verzoek niet los kan zien van een burenruzie die al tot verschillende procedures heeft geleid. Anderzijds omdat het college betwijfelt of de situatie wel gevaarlijk is. De rapporten van twee verkeerstechnisch adviesbureaus doen de gemeente besluiten een verkeersgeleider aan te brengen in het wegdek, zodat het gemotoriseerd verkeer minder de neiging heeft de binnenbocht te nemen.
Mede door de aanlegde verkeersgeleider vindt de rechtbank dat niet vaststaat dat de heg gevaarlijk of hinderlijk is voor het verkeer. Het staat daarom ook allerminst vast dat Van der Ven de APV heeft overtreden.
In hoger beroep tikt de Raad van State de rechtbank op de vingers. De rechtbank heeft de bepaling uit de APV zo uitgelegd dat een heg pas verboden is als deze zowel het vrije uitzicht voor het wegverkeer belemmert als hinder of gevaar oplevert voor het verkeer. De Raad van State weet echter beter wat het woordje ‘of’ betekent. Belemmering van het vrije uitzicht voor het verkeer is dus op zichzelf al een overtreding van het verbod.
Omdat Van der Ven noch Van der Meer bestrijdt dat de heg het uitzicht belemmert, overtreedt Van der Meer dus de APV. De gemeente moet er nu voor zorgen dat Van der Ven de heg terugsnoeit tot één meter hoogte. ‘Dit zal spoedig gebeuren’, zegt een woordvoerster.
Vindplaats uitspraak: LJN BJ7787
*) de buren zien hun (straat)naam liever niet in druk
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.