Onzekerheid over de Europese natuurherstelwet
Gemeenten krijgen Brusselse eisen voor stedelijk groen, provincies voor natuurherstel.
Eigenlijk moet eind 2023 een finaal besluit genomen zijn over de nieuwe Natuurherstelverordening van de Europese Unie. Deze nieuwe Brusselse wet bevat herstelverplichtingen en een verslechteringsverbod voor óók de natuurgebieden buiten het Europese Natura 2000-netwerk. Voor Nederland zal het zo ongeveer gaan om alle gebieden die vallen onder het huidige Natuurnetwerk Nederland. De provincies zwaaien tamelijk vrij de scepter over deze natuurgebieden. Die vrijheid kunnen ze verliezen als de Natuurherstelverordening werkelijkheid wordt.
Schrik om het hart
Maar bij talloze bestuurders en politici slaat de schrik om het hart als ze vernemen welke eisen het huidige ontwerp voor de Brusselse verordening bevat. Met 81 stemmen voor nam de Tweede Kamer in oktober vorig jaar een motie aan van BBB-partijleider Caroline van der Plas, die het kabinet vroeg 'zich maximaal in te zetten om dit verslechteringsverbod in de Verordening natuurherstel van tafel te halen, zodat Nederland niet verder op slot komt te zitten'.
Ook de grootste fractie van het Europees Parlement, de Europese Volkspartij, roept verantwoordelijk Europees Commissaris Frans Timmermans nu op het wetsvoorstel terug te trekken. Daarnaast stemden de visserijcommissie en de landbouwcommissie van het Europees Parlement recent tegen de verordening.
De EU staat tot eind juni onder voorzitterschap van Zweden. Dat land wil op 20 juni dat de milieuraad, met daarin de EU-milieuministers, een standpunt inneemt over de natuurherstelverordening. Tot dan lopen de onderhandelingen door. Een maand later, in juli, is er een stemming in het Europees Parlement. Vervolgens moet er in december een akkoord liggen tussen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de EU (met de ministers van de lidstaten).
Juridisch extra mes op de keel
Aan de vooravond van de bijeenkomst van de Raad voor Landbouw en Visserij vandaag in Brussel gaf ook minister Christianne van de Wal van Natuur en Milieu lucht aan haar vrees voor de toekomst. Dat deed ze vorige week tijdens een commissiedebat in de Tweede Kamer. De Natuurherstelverordening kan in haar ogen een nieuwe bron van grote maatschappelijke onrust worden.
'Ik wil vanuit een draagvlak voor natuurherstel samen met elkaar de juiste keuzes maken', zei ze, 'in plaats van dat we onszelf juridisch een extra mes op de keel zetten, met een vergunningenstelsel dat niet uitvoerbaar is en juist gaat leiden tot minder draagvlak.' Ze vreest dat de nieuwe eisen de steun van de agrarische sector doen wegsmelten, 'die ik keihard nodig heb om de natuurdoelen te halen.'
Ze weigert zich in slaap 'te laten sussen' door relativerende opmerkingen van de Europese Commissie, omdat de Nederlandse rechters volgens haar steevast 'de meest strikte interpretatie' van de Europese verordeningen toepassen.
Steen des aanstoots
Steen des aanstoots is dus met name het verslechteringsverbod. Allereerst gaat de verordening om het herstellen van de Europese natuur. Dit tegen de achtergrond van de zorgen over de afname van biodiversiteit. Meer specifiek gaat het Brussel om het herstel van: A, terrestrische, kust- en zoetwaterecosystemen; B, mariene ecosystemen; C, stedelijke ecosystemen; D, natuurlijke verbindingen van rivieren en de natuurlijke functies van overstromingsgebieden; D, bestuiverpopulaties; E, landbouwecosystemen; en F, bosecosystemen.
Die poging tot natuurherstel is niet vrijblijvend, maar gevat in gebiedspercentages en deadlines (2030, 2040 en 2050). Bovendien is verslechtering dus uit den boze, en slechts toegestaan bij overmacht, bij ernstige natuurschade door klimaatverandering, of vanwege een project van groot openbaar belang.
De impact kán groot zijn
In opdracht van het ministerie van Landbouw analyseerde ingenieursbureau Arcadis de mogelijke gevolgen voor Nederland voortvloeiend uit de verordening. 'Afhankelijk van de mate van striktheid van toepassing van het verslechteringsverbod zal dit verbod grote gevolgen hebben voor alle menselijke activiteiten op de Noordzee, omdat de in de Verordening opgenomen habitattypen de gehele Noordzee beslaan', schrijven de analisten.
De impact kán dus groot zijn: 'Bodemberoerende visserij op de Noordzee zal voor zowel de herstelopgave als vanwege een verslechteringsverbod waarschijnlijk verder beperkt moeten worden', staat in de quick scan van Arcadis. 'Maar ook andere activiteiten/sectoren als zandwinning, scheepvaart, olie-/gaswinning en maatregelen in het kader van de energietransitie op de Noordzee (windparken, kabels) krijgen waarschijnlijk te maken met meer beperkingen dan in de bestaande situatie, afhankelijk van de uiteindelijke formulering van het verslechteringsverbod en uitzonderingsmogelijkheden daarvoor.'
Wat is vernatting?
Specifieke verplichtingen zijn opgenomen voor de ontwaterde veengronden, waar Nederland er veel van telt. Brussel eist 'vernatting'. Het Nederlandse Klimaatakkoord heeft dit ook al voorgeschreven, met name omdat er koolstofdioxide ontsnapt uit gedraineerde veengronden. Maar is wat Nederland doet genoeg? Dat hangt af van de Europese definitie van 'vernatting'. Daar is onzekerheid over, volgens het rapport van Arcadis. Het bureau schrijft: 'Indien het vigerend beleid niet volstaat is de financieel-economische impact groot.'
Boomkroonbedekking
Terwijl provincies aan hogere eisen moeten gaan voldoen bij het beheer van hun natuurgebieden, zullen gemeenten moeten zorgen voor voldoende groen in de stedelijke omgeving. Ten opzichte van het ijkjaar 2021 mag er in 2030 geen nettoverlies aan stedelijke groene ruimte te bespeuren zijn. Integendeel, in de jaren 2040 en 2050 moet de hoeveelheid zijn toegenomen met ten minste 3 procent respectievelijk 5 procent. Ook wordt voor eindjaar 2050 minstens 10 procent boomkroonbedekking verwacht in het stedelijk gebied. Dat zal de ene gemeente meer moeite kosten dan de andere, verwacht Arcadis.
Nederland, het enige land in Europa waarvan de bevolking na de tweede wereldoorlog verdubbelde.