Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Stoere Zeeuwen

Uitnodigingsplanologie, burgerinitiatieven; mooie begrippen in het moderne denken over de leefomgeving. Maar waar staan college en gemeenteraad als inwoners en ondernemers hun eigen plan trekken? Gemeente Veere ontdekte het gaandeweg en is enthousiast over de nieuwe rol.

23 oktober 2015

Uitnodigingsplanologie, burgerinitiatieven; mooie begrippen in het moderne denken over de leefomgeving. Maar waar staan college en gemeenteraad als inwoners en ondernemers hun eigen plan trekken? Gemeente Veere ontdekte het gaandeweg en is enthousiast over de nieuwe rol.

Vanaf de uitkijktoren in de duinrand van het dorp Vrouwenpolder zie je 360 graden Zeeland. Kijk mee en snuif de zeelucht op. Wandelaars op het weidse strand, kitesurfers op de Noordzee. Dan Zeelands Schone: Neeltje Jans, met een krans van windmolens. Zeilbootjes op het Veerse Meer, de robuuste, ontoegankelijke natuur die duinstroken kenmerkt. Daarin gelegen een hotel, een park met vakantiehuisjes en tussen het toeristische gebied en de torenspits van het dorp liggen versnipperd nog wat akkers, moestuinen en een tennisbaan.

Niks mis met zo’n plaatje? Toch wel, vinden de ondernemers van het dorp. Want het plaatje is weinig anders dan tien, twintig, dertig jaar geleden, terwijl de toerist wel eens wat vernieuwing wil. Wethouder René Molenaar (CDA, recreatie en toerisme) zag het zelf ook toen hij in 2010 bij de gemeente Veere aantrad als kernwethouder voor Vrouwenpolder: de openbare ruimte in de dorpskern moest nodig worden opgeknapt, voorzieningen verdwijnen door de vergrijzende bevolking en eigenlijk had het toeristische gebied – de economische reddingsboei van Vrouwenpolder ­– een tamelijk rommelige aanblik gekregen.

Op het bureau van de kersverse wethouder lag bovendien het rapport van een denktank uit het dorp zelf: plannen van ondernemers om de toeristische voorzieningen een impuls te geven, wensen van inwoners voor verkeersmaatregelen en een aangepast woningaanbod. Het dorpscentrum is inmiddels voorzien van nieuwe bestrating en meubilair. Met de vele terrassen rondom de dorpskerk ziet er weer heel sfeervol uit.

Maar voor het opknappen van het toeristisch gebied was al snel duidelijk dat er meer nodig was dan een stedelijk tapijtje op de strandweg, zegt Molenaar. ‘De ene ondernemer wilde uitbreiden, een ander iets totaal nieuws beginnen. Vrouwenpolder moest op de kaart worden gezet als een plek voor stoere sporten. Er werd naar de gemeente gekeken: hoe gaat u dat doen? Onze grondposities zijn in dit gebied minimaal, het is allemaal in handen van particulieren, ondernemers en natuurbeheerders. Bovendien was het crisis: als je iets wil, moet je het samen doen.’

Gebiedscoalitie
Waar in het klassieke model op dit moment de raad wordt ingeschakeld om mee te denken over de koers van de vernieuwing, liet gemeente Veere het over aan een ingehuurd bureau dat een gebiedsvisie opstelde met vier serieuze initiatiefnemers – ondernemers uit het dorp zelf – die samen een gebiedscoalitie vormden. De plannen werden alsmaar mooier: uitbreiding van een vakantiepark met een bowling en sportcentrum, nieuwbouw van een oud hotel (compleet met welnesscomplex), aanleg van een golfbaan en een outdoorpark voor sportieve activiteiten en overnachtingen. Om al die toeristische voorzieningen goed bereikbaar te maken, zou een nieuwe ontsluitingsweg nodig zijn.

‘Sommige plannen waren best vergaand’, zegt Molenaar. ‘Niet alleen de nieuwe onderdelen, ook het verplaatsen van een tennisvereniging bijvoorbeeld. En het was ook niet eenvoudig qua grondposities, hoewel de initiatiefnemers er in een proces van wheeling and dealing samen heel goed uit waren gekomen. Toen we de plannen op dat moment aan de gemeenteraad voorlegden, moesten de raadsleden behoorlijk wennen aan deze andere rol: er gebeurt van alles in Vrouwenpolder, maar wat hebben wij er nog over te zeggen?’

Zonder dat hij er bewust op aanstuurde, zat Molenaar ineens midden in het nieuwe denken dat de kern vormt van de Omgevingswet: initiatief van onderop, faciliterende overheid, uitgaan van gelijkwaardigheid en vertrouwen, verantwoordelijkheid bij de samenleving leggen. Op het ministerie van Infrastructuur en Milieu zouden ze enthousiast zijn over het geëxperimenteer in de Zeeuwse polder. Maar op het gemeentehuis van Veere gingen wel wat wenkbrauwen omhoog. Want de aanpak van Vrouwenpolder riep nogal wat vragen op. Zoals: moet de gemeente bijdragen aan plannen uit de koker van ondernemers? En wie hield in de gaten of de belangen van individuele ondernemers niet zouden prevaleren boven het algemene dorpsbelang? Bovendien wilde de raad nog wel aan van alles schaven: bouwhoogtes, vierkante meters, horeca.

Supervisor
De oplossing, zo vertelt wethouder Molenaar, zat in de komst van een door de raad aangestelde (extern ingevlogen) supervisor die de brug vormde tussen de gemeenteraad en de initiatiefnemers. Iemand die met mandaat van de raad in gesprek kon gaan met de gebiedscoalitie over de belangrijkste pijnpunten van de politici, samenhang, maat en schaal. Het leidde er onder andere toe dat alle plannenmakers 15 procent van hun bouwoppervlak moesten inleveren. Tegelijk met de supervisor stelde Veere ook een onafhankelijke voorzitter voor de gebiedscoalitie aan. Jaap Tas, oud-voorzitter van de Dorpsraad, moest zorgen dat ook onder de inwoners van Vrouwenpolder draagvlak voor de plannen zou zijn.

‘De supervisor sprak met alle partijen, zodat iedereen geïnformeerd bleef en bleef meepraten over de plannen. Hij zorgde er met een 3D-ontwerp voor dat de plannen heel transparant werden. En Jaap Tas kon ook helder maken hoe de plannen nog beter kunnen zorgen voor voorzieningen voor ouderen. Door de veranderende bevolkingsopbouw in Vrouwenpolder is dat een belangrijke opgave’, aldus Molenaar.

Bij bewonersbijeenkomsten klonk steevast applaus voor de plannenmakers die hun nek uitsteken voor het dorp, vult Jaap Tas aan. ‘Dat de Dorpsraad en de ondernemersvereniging op dat soort momenten hand in hand de zaal uitlopen, is natuurlijk heel prettig voor de gemeenteraad. Die weet dat bijna heel Vrouwenpolder achter de plannen staat. De uitkomst van dit proces was dat iedereen het gevoel had dat er naar hem was geluisterd én dat de kwaliteit van de plannen toenam’, zegt Tas.

Met de positieve flow die toen ontstond, bleek ook de laatste hobbel te nemen: de discussie over de exploitatiebijdrage van de ondernemers aan de maatschappelijke voorzieningen. Gezien de maatschappelijke meerwaarde van hun plannen voor het dorp, was het college bereid om de exploitatiebijdrage iets te verlagen. Daar ging de raad eerder niet zomaar mee akkoord: oneerlijk ten aanzien van andere dorpskernen. Het college had de discussie even geparkeerd, maar nu alle neuzen dezelfde kant op stonden en de meerwaarde van de plannen voor het dorp inzichtelijk waren gemaakt, bleek er geen belemmering meer. Molenaar: ‘Uiteindelijk kwam ook van de ondernemers witte rook. Het plan, dat van de raad budgettair neutraal moest worden uitgevoerd, was financieel voor 95 procent rond. Voor dat laatste stukje hebben de initiatiefnemers elkaar geholpen.’

Gemeenschap
Daaraan kun je zien dat de initiatiefnemers het óók voor Vrouwenpolder doen, vindt Molenaar. ‘Je hebt niet te maken met grote projectontwikkelaars die alleen aan hun eigen zakken denken. Deze ondernemers zijn onderdeel van de gemeenschap Vrouwenpolder. Zij zien ook dat dingen nodig zijn om verder te komen als dorp. Daarom hebben wij als gemeente op diverse momenten gezegd: loslaten, geef ze de ruimte.’

Nu de ruimtelijke en financiële kanten van het project door de gemeenteraad unaniem zijn vastgesteld, rest Veere alleen nog het wijzigen van het bestemmingsplan. Het zou Molenaar verwonderen als daarop nog bezwaar komt.

Terugblikkend ziet het college het proces in Vrouwenpolder als een prima uitwerking van haar ambitie om als gemeente van buiten naar binnen te werken, zegt Molenaar. ‘We willen de samenleving kracht geven om dingen te ontwikkelen en willen als gemeente faciliteren. Deze aanpak is werkenderwijs ontstaan. Die supervisor hebben we ter plekke bedacht om uit een impasse te komen. Maar kennelijk kan dit ontzettend goed werken. Wij willen deze werkwijze verder uitrollen in de gemeente en ook de raad wil graag op deze manier werken een volgende keer. Het klinkt nu ook in andere kernen: mogen wij ook zelf zulke plannen bedenken?’ 


Wat zegt de Omgevingswet?
De Omgevingswet biedt meer ruimte voor parti­culiere ideeën. De houding bij het beoorde­len van initiatieven is ‘ja mits’ in plaats van ‘nee tenzij’, aldus één van de centrale boodschappen die minister Melanie Schultz van Haegen consequent uitdraagt over de wet. De werkwijze in Vrouwenpolder sluit naadloos aan op drie kernbegrippen hierover uit de Memorie van Toelichting bij de wet:
- De omgevingsregel­ge­ving moet de maatschappelijke dynamiek van de energieke samenleving faciliteren.
- De participatieve aanpak is het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit.
- In de zogeheten uitnodigingsplanologie zijn ruimtelijke plannen niet langer een blauwdruk voor een gebied, maar een uitnodiging om te komen met (innovatieve) oplossingen die leiden tot betere kwaliteit.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie