Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Verordening tegen leegstand effectief

De gemeente Oldambt ziet in Winschoten het aantal leegstaande winkelpanden aanzienlijk dalen. Het werken met de leegstandverordening helpt daarbij.

11 maart 2016

De gemeente Oldambt ziet in Winschoten het aantal leegstaande winkelpanden aanzienlijk dalen. Het werken met de leegstandverordening helpt daarbij. Gemeente en provincie staken bovendien geld in een flankerend actieprogramma.

Minder dan tien gemeenten in ons land hebben een leegstandverordening. Dat het instrument zo weinig wordt ingezet, komt omdat weinigen vinden dat het zoden aan de dijk zet. Het Zeeuwse Sluis deed een dappere poging, maar de gemeenteraad heeft na twee jaar de verordening onlangs weer geschrapt. Een evaluatie maakte duidelijk dat gebruik van het instrumentarium de leegstand van winkel- en kantoorpanden ‘niet alleen niet oplost, maar ook niet heeft geleid tot een substantiële vermindering daarvan en de effectiviteit van de verordening dus tekortschiet’, aldus het raadsbesluit van afgelopen december.

In Oldambt peinst men er niet over de regeling aan de straat te zetten. Een evaluatie van twee jaar leegstandverordening noemt het instrument uitermate effectief. ‘Onze aanpak werkt’, zegt wethouder Laura Broekhuizen (PvdA). Het instrument wordt in haar gemeente met name ingezet om de functie en de uitstraling van panden in het winkelgebied van Winschoten te versterken. Op het moment dat de gemeente Oldambt, waar Winschoten onder valt, de leegstandverordening inzette, was de leegstand van winkelpanden meer dan 20 procent. In de zogeheten aanloopstraten van de binnenstad was dat zelfs meer dan 50 procent. In concrete getallen: in het centrum stonden twee jaar geleden 28 panden leeg en in de aangrenzende straten 63. ‘De belangrijkste winst is geboekt in de aanloopstraten’, aldus Broekhuizen. ‘Sinds de gemeente vanaf maart 2014 met de leegstandverordening werkt, blijkt het aantal leegstaande winkelpanden afgenomen van 91 naar 54. In het kernwinkelgebied staan nu nog 22 winkels leeg en in de aanloopstraten 30.’ In de aanloopstraten hebben veel winkels een andere bestemming gekregen: die van kantoor of woning.

Functieverandering
Het uiteindelijke doel van de leegstandverordening is bij te dragen aan een verhuisbeweging naar het centrum en de verpaupering in de schil te bestrijden door functieverandering. De verordening beoogt ook pandeigenaren te stimuleren te investeren in hun leegstaande pand zodat het weer geschikt wordt voor gebruik.

De gemeentelijke stok achter de deur bij inzet van de verordening is de mogelijkheid van het opleggen van boetes voor pandeigenaren die geen kant op willen. ‘Eigenaren zijn vaak van mening zijn dat de overheid hen niet kan dwingen bij langdurige leegstand een gebruiker te aanvaarden. Op grond van de verordening kan zo’n voordracht in uiterst geval dus wel, mits het betreffende gebruik conform de bestemming is’, aldus Gert Jan van ’t Land, inhuurmedewerker van de gemeente. Verder zijn de eigenaren verplicht om de leegstand te melden’, zegt beleidsadviseur ruimtelijke zaken van Oldambt. De gemeente past liever geen dwangmiddelen toe. Belangrijkste doel is om in gesprek te komen met eigenaren van leegstaande panden. In Oldambt is twee keer een boete opgelegd omdat eigenaren ook na herhaalde uitnodiging niet naar een leegstandoverleg kwamen.

De afgelopen twee jaar zijn er volgens Löhr met op één na alle eigenaren van leegstaande winkelpanden gesprekken gevoerd. ‘We weten nu niet alleen wie ze zijn, maar ook wat ze willen. Wij kunnen ze vertellen wat er mogelijk is en ze bovendien in contact brengen met potentiële huurders of gebruikers. Bij de gemeente komen regelmatig verzoeken van andere partijen binnen die wat willen beginnen’, zegt ze.

Stadstuintjes
De meeste pandeigenaren zijn volgens Löhr blij met de actieve rol van de gemeente om samen een structurele oplossing voor de leegstand te vinden. Daarbij zet Oldambt meer middelen in. ‘Met alleen een leegstandverordening kom je er niet’, zegt Van ’t Land. De gemeente en de provincie hebben geld in het flankerende actieprogramma gestoken. ‘Wij konden subsidies verstrekken om een duwtje in de rug te geven, bijvoorbeeld voor bedrijfsverplaatsingen. In een aantal gevallen hebben we ook panden opgekocht, gesloopt en er stadstuintjes aangelegd’, vult Löhr aan.

De negatieve uitstraling voor de omgeving is daarmee verdwenen. Meer resultaten zijn mogelijk. ‘We zijn nog in gesprek met 23 eigenaren van leegstaande panden. Ook proberen we nog geld van de provincie te krijgen uit het leefbaarheidspotje. Want het probleem is nog lang niet opgelost’, beseft ook wethouder Broekhuizen.


Zeven gemeenten met verordening
Voor zover bekend zijn er momenteel
zeven gemeenten met een leegstandverordening. In de evaluatie van de Wet kraken en leegstand van bureau Rigo, vorig jaar juli, worden Amsterdam, Tilburg, Brunssum, Nunspeet, Oldambt, Wormerland en Sittard-Geleen genoemd. De gemeente Sluis had ‘m ook, maar schafte de verordening na twee jaar weer af.


Vijf stappen tot herbezetting
Sinds de invoering van de Wet kraken en leegstand in 2010 hebben
gemeenten meer wettelijke mogelijkheden leegstand aan te pakken.
Zo kan er een leegstandverordening worden opgesteld. Als een winkelpand langer dan zes maanden leegstaat, dan is de eigenaar verplicht dat te melden bij de gemeente (1).

Verzuimt de eigenaar de leegstand te melden, dan kan de gemeente een bestuurlijke boete en een last onder dwangsom opleggen (2).

Binnen drie maanden na de melding nodigt de gemeente de eigenaar uit voor het Leegstandoverleg, waarin de mogelijkheden worden doorgenomen om de leegstand tegen te gaan – onder andere via sociaal en ­cultureel leegstandbeheer of permanente transformatie (3).

Aansluitend kan de gemeente een leegstandbeschikking vaststellen, waarin de gemeente bepaalt of het gebouw geschikt of ongeschikt is voor gebruik, en eventueel of de eigenaar aanpassingen aan het gebouw moet verrichten om het gebouw te kunnen gebruiken (4).

Is een gebouw geschikt voor gebruik, en staat het langer dan twaalf maanden leeg en de gemeente en de eigenaar komen niet tot een oplossing voor de leegstand, dan kan de gemeente een gebruiker voordragen. Die voordracht heeft een verplichtend karakter, waarbij een last onder dwangsom kan worden opgelegd indien de eigenaar hier geen gehoor aan geeft. De eigenaar is vervolgens verplicht om binnen drie maanden deze gebruiker een overeenkomst aan te bieden (5).


Afbeelding

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie