De jacht op koopstarters
Jonge koopstarters verhogen het stedelijke sociale kapitaal van een gemeente. Amsterdam, Diemen en Eindhoven hebben er de meeste.
Jonge koopstarters verhogen het stedelijke sociale kapitaal van een gemeente. Ze dragen er bovenmatig aan bij om in wijken sfeer, veiligheid en solidariteit te realiseren. Ook heeft het aantrekken van jonge koopkrachtige mensen een economische reden, vooral voor grotere gemeenten. Hoe meer koopstarters ze kunnen aantrekken, des te meer kans op vestigingen van de kennisindustrie. Welke gemeenten hebben de meeste koopstarters? Het Kadaster brengt de trends sinds 2006 in beeld.
Helft kopers onder de 35
Koopstarters zijn huishoudens die nooit eerder een woning in hun bezit hebben gehad. Vaak formuleren gemeenten specifiek beleid om deze groep op de huizenmarkt te ondersteunen. Ook in het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet wordt nadrukkelijk ingegaan op de positie van koopstarters, onder meer via financiële ondersteuning. Van alle gekochte woningen in de afgelopen vijftien jaar is net iets meer dan de helft gekocht door een koper tussen de 18 en 35 jaar en 40 procent door een koopstarter. Er zijn dus meer jonge kopers dan koopstarters. Door de sterk gestegen huizenprijzen in de afgelopen paar jaar ziet onderzoeker Paul de Vries van het Kadaster dat de jongere onder de 25 jaar steeds moeilijker aan een koophuis komt. ‘Die groep is grotendeels weggevaagd.’
Weinig koopstarters
In de meeste gemeenten is iets meer dan tweederde van de huizenkopers onder de 35 jaar ook een koopstarter. In gemeenten waar dit percentage beduidend lager ligt (zie hiernaast) ondervinden koopstarters meestal concurrentie van leeftijdsgenoten die al een koophuis hebben (en dus meer vermogen door overwaarde). Daardoor verliest de koopstarter de strijd. Of de huizen zijn er zo duur – zoals in Bloemendaal of Blaricum – dat de koopstarter er op de lokale woningmarkt sowieso geen kans maakt.
Kennisindustrie nieuwe magneet
Gemeenten die veel koopstarters aan zich binden, zijn vaak gemeenten met veel werkgelegenheid in de kennisindustrie. De vijf gemeenten die in 2021 de meeste koopstarters hadden, waren Amsterdam, Diemen, Eindhoven, Utrecht, Nieuwegein. Ruim 53 procent van de vrijkomende woningen ging er naar merendeels hoogopgeleide koopstarters. De toplijstjes wisselen snel van volgorde. In 2010 stonden vlak achter Amsterdam onder meer de gemeenten Urk en Altena. Daar zijn de koopstarters vooral mbo’ers die dicht bij hun ouders willen blijven wonen.
Tweede huis binnen bereik
Studentensteden en plattelandsgemeenten voeren de boventoon onder de gemeenten met veel jonge huizenkopers. Veel studenten blijven na hun studie in Amsterdam of Utrecht hangen. In plattelandsgemeenten wordt het cijfer opgekrikt omdat jongere kopers er niet alleen hun eerste, maar ook hun tweede huis voor hun 35ste kunnen kopen. ‘In 2010 waren de huizenprijzen in deze gemeenten laag’, zegt Paul de Vries van het Kadaster. ‘Veel kopers van toen kunnen nog voordat ze 35 zijn de overwaarde inzetten voor de aanschaf van hun tweede huis.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.