Medio 2023 nieuwe algemene regels voor windturbines
Een planMER is de eerste stap naar nieuwe landelijke windturbinenormen. In de tussentijd kunnen lokale normen uitkomst bieden.
Het duurt zeker tot medio 2023 voordat de nieuwe algemene omgevingsregels voor windturbines klaar zijn. Dat blijkt uit antwoorden op Kamervragen die minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Totdat de nieuwe regels klaar zijn, kunnen gemeenten hun eigen lokale windturbineregels opstellen.
Wenselijk
Op dit moment stellen vijftien decentrale overheden hun eigen locatiespecifieke normen voor windparken op, schrijft Jetten aan de Tweede Kamer. De minister vindt de verschillen die er zo tussen regio's ontstaan 'niet per definitie wenselijk of onwenselijk (...). Ook onder de oude landelijke normen was het voor gemeenten mogelijk om in specifieke gevallen maatwerkvoorschriften vast te stellen die afweken van de landelijke norm', zo relativeert hij het belang van algemene regels. Bovendien wisselen lagere overheden hun kennis uit via www.helpdeskwindopland.nl.
Gezamenlijke uitgangspunten
Wel gaat de minister met medeoverheden overleggen 'over gezamenlijke uitgangspunten voor de periode waarin er nog geen nieuwe landelijke windturbinenormen zijn.' Die uitgangspunten zullen geen normen omvatten, omdat voor zulke normen immers een planMER verplicht is, zo is sinds 30 juni 2021 duidelijk.
Europese richtlijn
Op die dag werd de noodzaak voor nieuwe algemene regels voor windturbines duidelijk. In een uitspraak over Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding 2020 oordeelde de Raad van State dat voor windturbinebepalingen een 'strategische milieubeoordeling' vereist is op grond van de Europese richtlijn 2001/42/EG (SMB-richtlijn). Dat betekent dat voor de windturbinebepalingen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling een planMER nodig is. Omdat die ontbrak en nog steeds ontbreekt, zijn deze windturbinebepalingen niet meer toepasbaar op nieuwe windparken op land (drie of meer windturbines). Wel liet de Raad van State ruimte voor het bevoegd gezag om eigen normen vast te stellen.
Relevante alternatieven
De eerste stap naar nieuwe landelijke windturbinebepalingen is de planMER, die als alles naar wens verloopt medio dit jaar klaar is. Dit document zal de meest actuele kennis over gezondheidseffecten en andere effecten bevatten en verder ook 'relevante varianten/alternatieven voor de oorspronkelijke windturbinebepalingen'. Onder die alternatieven valt in elk geval een geluidnorm van 45 dB, zoals de WHO aanbeveelt. Dat scheelt een slok op een borrel met de geluidsnorm van 47 dB zoals die volgens het Activiteitenbesluit milieubeheer tot voor kort gold. In antwoord op Kamervragen geeft Jetten aan dat het verschil tussen 47 en 45 dB betekent dat een windturbine ongeveer 35 procent verder weg ligt van de geluidbelaste woningen.
240 meter hoog
Op Kamervragen over hoe dicht windturbines nu bij woningen worden gebouwd, geeft Jetten de Kamer inzicht in de acht windturbineprojecten die waarschijnlijk binnen anderhalf jaar een vergunning krijgen. Die acht projecten omvatten 39 windturbines tot 240 meter hoog. In totaal liggen 21 woningen op minder dan 500 meter van die windturbines. De afstanden tot de woonkernen variëren van 430 tot 1070 meter. Over projecten die voor de periode daarna in de pijplijn zitten, valt volgens Jetten onvoldoende met zekerheid te zeggen.
Inhoudelijke tekortkomingen
Rik Harmsen van de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA) gaf hier eerder aan dat de soep wellicht niet zo heet gegeten wordt als hij is opgediend. De Raad van State heeft weliswaar een streep door de normen gezet, maar dat heeft volgens hem alleen betrekking op procedurele en niet op inhoudelijke tekortkomingen. Minister Jetten lijkt daar niet van uit te gaan, als hij schrijft: 'Het planMER-traject loopt en zal leiden tot nieuwe normen.'
Lichtschittering
Het planMER kan volgens de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (de eerste stap naar het planMER) de volgende nadelige gevolgen van windturbines behandelen: geluidhinder, slagschaduwhinder, lichtschittering, externe veiligheid, aantasting van landschap, cultuurhistorie, natuur en oppervlaktewater, en tot slot het effect op recreatie, toerisme, glastuinbouw en visserij. De notitie somt tevens een lijstje op waaraan de nieuwe algemene windturbinebepalingen zullen voldoen: de nieuwste inzichten in veiligheid- en gezondheidseffecten en afweging van milieubelangen. Verder zullen ze 'toepasbaar en naleefbaar' voor exploitanten zijn, 'handhaafbaar' voor het bevoegd gezag en zullen ze rekening houden 'met (milieu)gevolgen voor de leefomgeving, toekomstige ontwikkelingen en met overige nationale belangen zoals de energietransitie.'
RIVM-verkenning
Parallel aan het spoor van het planMER lopen twee andere sporen die de windturbinenormen kunnen beïnvloeden. Een onderzoek naar effecten van verschillende afstandsnormen op gezondheid en leefkwaliteit, naar aanleiding van de motie Erkens/Leijten. De resultaten daarvan worden, volgens de Notitie Reikwijdte en Detailniveau, deze maand (februari 2022) verwacht. Daarnaast komt in maart een RIVM-verkenning gereed naar de mogelijkheid van praktijkonderzoek naar gezondheidseffecten van windturbines. De ministeries van EZK en IenW beslissen vervolgens over de vraag of en welk onderzoek er uitgevoerd zal worden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.