Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Bedrijvigheid in de bajes

Een voormalig gevangenisterrein kan van een no-go-area veranderen in een hotspot met horeca, cultuur en bedrijven.

25 juni 2021
De koepelgevangenis in Breda
De koepelgevangenis in BredaShutterstock

Tientallen jaren zaten de deuren stevig op slot en vaak staan er ook nu nog hoge muren omheen. Maar een voormalig gevangenisterrein kan van een no-go-area veranderen in een hotspot met horeca, cultuur en bedrijven. Wethouders van Breda, Amsterdam en Haarlem over de gewenste ontwikkeling van het voormalige ‘bajeskwartier’ in hun stad.

Junior Adviseur Openbare Orde en Veiligheid

Gemeente Apeldoorn
Junior Adviseur Openbare Orde en Veiligheid

Teammanager Concernfinanciën

Gemeente Tilburg
Teammanager Concernfinanciën

‘Het is een enorme meloen’, zegt de Bredase wethouder Paul de Beer (stedelijke ontwikkeling, D66) over de bijzondere vorm van koepelgevangenis De Boschpoort. Hij noemt het gebouw ook diverse keren ‘een icoon’. ‘Vanuit erfgoed- oogpunt is het gebouw al iconisch, de nieuwe invulling kan dat versterken.’ Als hij door zijn oogharen kijkt naar het terrein aan de rand van de binnenstad, ziet hij vooral kansen: ‘Deze context leent zich voor iets dat enorm verrijkend kan zijn voor Breda. De nieuwe invulling moet spicy worden, geen lauwe pasta.’

Er is één klein probleem: het complex is niet van de gemeente, maar eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), en de gemeente Breda kan het niet (meer) kopen. De Beer: ‘Toen het RVB het een paar jaar geleden aan ons te koop aanbood, konden we dat écht niet doen. Er waren te veel vraagtekens en risico’s.’ Aan het begin van deze bestuursperiode, ‘waarbij we inzetten op binnenstedelijke herontwikkelingslocaties’, klopte De Beer bij het RVB aan: kon Breda de koepel alsnog kopen? ‘Helaas, die fase was gepasseerd, kregen we te horen.’ Dus staat PI De Boschpoort sinds half maart in de etalage op biedboek.nl, de verkoopsite van het Rijksvastgoedbedrijf.

Regie

Toch is de gemeente de regie zeker niet kwijt, benadrukt De Beer. Met het RVB samen is een nota van uitgangspunten opgesteld, met randvoorwaarden die ‘de unieke kwaliteiten van deze plek’ moeten waarborgen. Ook de inwoners van Breda hebben via een participatietraject hun zegje kunnen doen over hun wensen voor dit gebied. ‘We willen hier een grote diversiteit aan activiteiten. We denken aan een combinatie van bedrijven in de toegepaste technologie, de creatieve industrie en hogeronderwijsinstellingen. Die samenwerking is er al en is enorm interessant. Dat zouden we graag op deze gave plek laten landen. We hopen dat de partij die dit koopt, dat in haar plannen opneemt. Maar we zijn geen eigenaar, dus we kunnen daar niet direct op sturen. We zullen als een soort oliemannetjes partijen met elkaar in contact gaan brengen.’

Dat er nieuwe woningen komen, ligt voor de hand, maar wat Breda betreft gaat een nieuwe eigenaar hier geen ‘woningen stapelen’. De Beer: ‘We willen als stad versnellen met woningbouw, maar kwaliteit is belangrijker dan snelheid. Er zijn veel plekken waar je gewoon veel woningen kunt bouwen, deze plek leent zich voor iets bijzonders.’

Een beoordelingscommissie, waarin ook de rijksbouwmeester en de directeur van het stedelijk museum van Breda zitten, zal de ingediende plannen beoordelen. ‘Wij willen als stad vooral kwaliteit, terwijl voor het RVB de opbrengst natuurlijk ook van belang is. We hebben dus het RVB gevraagd: stel dat de prijs lager uitvalt dan jullie hadden gehoopt, accepteren jullie dat dan? Daarop kregen we een bevestigend antwoord, dus daar gaan we dan maar van uit hè, als één overheid.’

Unieke kans

De gemeente Haarlem kocht het monumentale koepelcomplex aan de Harmenjansweg in 2016 wél (voor 6,4 miljoen euro) van het Rijksvastgoedbedrijf. Wethouder Floor Roduner (ruimtelijke ontwikkeling, PvdA): ‘Zo’n megaterrein dat vrijkomt in de historische binnenstad, met een beeldbepalend gebouw, dat is een unieke kans. Dan denk je direct: hoe kan dat een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van Haarlem?’ Het Spaarne verdeelt de stad in oost en west, waarbij de westkant de historische binnenstad is. ‘Maar de koepelgevangenis vormt nog een stukje van die historische binnenstad aan de vaak wat onderbelichte oostkant van het Spaarne.

Nieuwe ontwikkelingen daar kunnen ervoor zorgen dat Haarlemmers “de sprong over het Spaarne” gaan maken, en dat dit stuk beter aangehaakt is op de binnenstad.’ Ook hier werd de jaren voor de verkoop een uitgebreid Programma van Eisen en Ambities opgesteld in overleg tussen gemeente en RVB. ‘Met alle stedenbouwkundige en monumentale randvoorwaarden, welke eisen je stelt aan woningbouw, commerciële en maatschappelijke functies. Zo’n nota is natuurlijk een belangrijk instrument om als gemeente te kunnen sturen op wat er na verkoop gaat gebeuren. Als je dat goed hebt geregeld met het RVB, maakt het denk ik niet zoveel meer uit of je zelf eigenaar bent of dat een andere partij er onder die randvoorwaarden mee aan de slag gaat.’

De inwoners van Haarlem kwamen na 2014, toen duidelijk werd dat de koepelgevangenis in de verkoop zou komen, met 1001 ideeën voor het gebouw en het ter rein. Uiteindelijk mocht de Stichting Panopticon het complex van de gemeente Haarlem kopen. Roduner: ‘Met een terugkoopoptie voor ons. We wilden ze graag een kans geven, maar als het niet zou lukken, wilden we het terugkopen.’

De verbouwing van het complex is inmiddels flink op streek. Er komt een Duitse private universitaire onderwijsinstelling, 350 studentenwoningen, horeca, een bioscoop. ‘De slogan van de stichting Panopticon is Open de Koepel, en dat zien we nu voor onze ogen gebeuren.’ Roduner is blij en misschien zelfs wel een beetje verbaasd, dat het allemaal lukt. ‘Het initiatief lag bij een groep competente en betrokken Haarlemmers, maar het is een enorm gebied, een ingewikkelde ontwikkeling, een rijksmonument. Het gaat er toch om dat je financiers vindt, afspraken met banken en bouwers kunt maken. We hebben die terugkoopoptie lang gehouden: we wilden zeker weten dat het zou lukken.’

Panopticon ging niet met de minsten in zee. Restauratiearchitect André van Stigt (onder meer bekend van De Hallen en het Conservatoriumhotel in Amsterdam) ‘doet’ de gebouwen, Faro Architecten ontwerpt de landschapsinrichting van het terrein. Nu al staat de koepel er opgefrist bij. Oude celramen zijn subtiel vergroot, zodat binnen mooie, lichte werkplekken ontstaan. Aanbouwen die in een later stadium tegen de koepel aan werden gezet, zijn afgebroken. Roduner: ‘Tot voor kort kwam je als Haarlemmer niet eens in de buurt van dit gebouw. Straks kun je eromheen lopen en hier een hapje en een drankje doen!’ Onder de open ruimte van de koepel werd een enorm gat gegraven: daar komt een bioscoop. Roduner: ‘Dat verzín je toch niet? Zo’n koepel heeft een onhandige ronde vorm, dikke muren, kleine cellen, een gigantische lege ruimte: ik vind het enorm veel complimenten waard, hoe de potentie van dit bijzondere gebouw wordt ingezet.’

Iconisch

Ook een bijzonder gebouw, maar iconisch op een hele andere manier: dat geldt voor de zes torens die sinds 1978 samen de Bijlmerbajes vormden langs het spoor aan de zuidoostkant van Amsterdam. Er staat nu nog één toren overeind, de rest werd het afgelopen jaar gesloopt. Het Rijksvastgoedbedrijf verkocht de voormalige gevangenis in 2019 aan ontwikkelaar AM, dat er onder de noemer Bajeskwartier een energie neutrale stadswijk van gaat maken.

Het gebied van ruim een hectare krijgt 1.350 nieuwe woningen en bestaat uit drie ‘districten’. In het Central District komen woningbouw en voorzieningen, in het Amstel District is ruimte voor groen en ontspanning/ sport en het Learning District krijgt een school voor voortgezet onderwijs (Spinoza College) en Hotel Jansen, een woonvoorziening voor internationale studenten. De enig overgebleven toren (de voormalige vrouwengevangenis) heet in de plannen de green tower. Daar is ruimte voor verticale stadslandbouw en galeries, zal veel worden gewerkt met duurzame energie, en op de bovenste etage willen de plannenmakers graag een panoramadek.

Wethouder Marieke van Doorninck (ruimtelijke ontwikkeling, GroenLinks) is enthousiast: ‘Een duurzame en autoluwe wijk met een stads karakter. Wonen, werken en recreëren komen hier samen en er is ook ruimte voor de creatieve sector: dat past bij deze stad. Het zijn drie districten, maar het wordt één geheel, met goede verbindingen naar de omliggende wijken.’ Dat er één oude toren blijft staan, vindt ze mooi. ‘Zo blijft de historie zichtbaar, zij het in een aangepaste vorm, want de toren wordt deels opengebroken.’

Hergebruik

In de stedenbouwkundige plannen zitten allerlei referenties naar het verleden van dit gebied: soms letterlijk, zoals bij de toren, soms minder duidelijk en meer een knipoog. De voormalige celdeuren keren terug in de bruggen die het gebied krijgt. De voormalige tralies krijgen een tweede leven als balkonhekjes. Betonpuin wordt gebruikt voor de landschapsinrichting. 98 procent van het sloopmateriaal wordt hergebruikt. Van Doorninck: ‘Een aantal grotere zaken hebben we vastgelegd in het Programma van Eisen met het RVB.

Dat een deel van de oude gevangenismuur blijft bestaan, net zoals de slotgracht en de kerk, het hoofdgebouw en het voorplein.’ Wat daar niet in stond, maar waar zij heel blij mee is: ‘In 2003 zijn voormalige cipierswoningen op het terrein gekraakt. De kunstenaars die daar sinds die tijd wonen, hebben een gemeenschap opgebouwd, onderhouden een moestuin, doen veel met de buurt. Ontwikkelaar AM had eerst andere plannen met de plek waar zij wonen, maar vond het wel interessant om zo’n initiatief te integreren in de nieuwe wijk.’ De gemeente kon een stuk grond van de nieuwe eigenaar kopen ‘en dat geven we als gemeente rechtstreeks aan deze groep in erfpacht.

Zij gaan daar nu hun eigen woon-werk-complex bouwen. Zo is het voor hen behapbaar en als gemeente vinden we deze vorm van gebiedsontwikkeling, met wooncorporaties, interessant; dat ondersteunen we graag.’ Ziet Van Doorninck nog beren op de weg? ‘Niet echt. Maar je werkt met veel partijen, die samenwerking moet je goed zien te houden. En de ambities die we hebben, bijvoorbeeld met die green tower en verticale landbouw; daar moeten we nog wel een uitvoerder voor vinden.’ Binnenkort starten de bouwactiviteiten. ‘De komende zes jaar wordt het gefaseerd ontwikkeld en opgeleverd. De eerste woningen zijn in 2024 klaar.’

Bajes te koop

De Dienst Justitiële Inrichtingen heeft een groot aantal penitentiaire inrichtingen afgestoten. Ze zijn verouderd of niet meer nodig. Het Rijksvastgoedbedrijf kijkt of een nieuwe bestemming mogelijk is, of verkoopt de complexen. Naast de drie voorbeelden uit dit artikel is bijvoorbeeld in het verleden de Blokhuispoort in Leeuwarden verkocht en herbestemd, en is vorig jaar koepelgevangenis De Berg in Arnhem verkocht. Onlangs werd bekend dat gebiedsontwikkelaar AM het Wolvenplein in Utrecht gaat kopen. In de toekomst komen de voormalige gevangenissen van Maastricht en Hoogeveen in de verkoop. Voor meer informatie: zie biedboek.nl

Van bewaker tot begeleider

Nederland kent drie koepelgevangenissen: Breda, Haarlem en Arnhem. De bijzondere koepelvorm werd eind achttiende eeuw bedacht door de Britse jurist Jeremy Bentham: zo kon één bewaker de hele gevangenis overzien vanuit het midden, het zogeheten panopticon-principe. De gevangenen zouden zich bekeken voelen en hun gedrag daarom aanpassen, was de gedachte. De Nederlandse koepels werden tussen 1882 en 1899 gebouwd door Johan Frederik Metzelaar. De in 1978 opgeleverde Bijlmerbajes stoelt op een heel ander principe en moest, in de geest van die tijd, een ‘humane’ gevangenis worden. Bewakers waren begeleiders. Er zaten geen tralies voor de celramen en de torens waren verbonden door een gang, de ‘Kalverstraat’. Het systeem bleek al snel niet te functioneren: er waren veel geslaagde ontsnappingen en de gevangenen gebruikten vrijuit en volop drugs. De Bijlmerbajes transformeerde al snel tot een traditionele gevangenis; in 2016 sloten de deuren.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie