Netbeheerder Liander wil nauw overleg met gemeenten
'We weten dat één op de drie straten opengaat en we het dubbele aantal trafo's kwijt moeten', zegt gebiedsregisseur Stefan Fritz.
Electrificering. Dat lijkt de heilige graal van de energietransitie. Burgers leggen zonnepanelen op het dak, schaffen een warmtepomp aan, leasen een elektrische auto of hebben infraroodpanelen aan het slaapkamerplafond hangen. Individueel lijken deze beslissingen verstandig en klimaatvriendelijk, maar publiekelijk zorgen ze voor flinke kopzorgen en maatschappelijke kosten.
De lampen knipperen
Nu al zien we lampen knipperen tijdens piekdruktes op het stroomnet. Het gebeurt al dat de stoppen in een transformatorhuisje doorslaan als een grote hoeveelheid warmtepompen in dezelfde wijk om twee uur 's nachts de legionellacyclus draait en het water kortstondig goed verhit. Of als te veel bewoners met een doorstroomverwarmer op hetzelfde moment staan te douchen.
Moeilijk wordt het ook als straks bij elk huis een elektrische auto staat die na werktijd en masse aan de lader gaan. Of als in een woonwijk, die goed bedeeld is met zonnepanelen, de huizen op een zonnige meimiddag tegelijkertijd op vol vermogen terug beginnen te leveren aan het stroomnet.
De grote investeringen
'Het afgelopen jaar hebben we 1,2 miljard euro geïnvesteerd in netverzwaring', vertelt Stefan Fritz, gebiedsregisseur in Noord-Holland voor Liander, de grootste netbeheerder van Nederland. 'Het jaar ervoor, in 2021, was het achthonderd miljoen. De komende jaren, tot 2024, hebben wij een investeringspakket van 3,5 miljard. Je ziet dat er een enorme groei in zit. En die 1,2 miljard van afgelopen jaar is nog steeds niet genoeg om die netcongestie weg te werken.'
Eén op de drie straten moet de komende jaren open voor nieuwe en zwaardere kabels, zeggen ze bij Liander. De huidige circa 40.000 transformatorhuisjes in het gebied van de netbeheerder worden minimaal het dubbele. Een wijk met nu vier, krijgt er acht of meer - afhankelijk van de warmtevisie die een gemeente heeft.
Conclaaf met gemeenten
Maar om zo diep in de woonwijken bijtijds de juiste infrastructuur aan te kunnen leggen, wil Liander nauwgezet horen en zien wat de plannen van gemeenten zijn. In dat conclaaf met de gemeente investeert de netbeheerder dit jaar extra, onder andere door ambtenaren per regio uit te nodigen voor gespreksmiddagen. Gebiedsregisseurs zoals Stefan Fritz staan daarin voorop.
Ook heeft Liander een nieuwe buurtanalysetool gemaakt, waarin woningcorporaties, gemeenten en adviesbureaus op wijkniveau inzicht krijgen: waar staan de transformatorhuisjes?, wat is de belasting van het midden- en laagspanningsnet?, welke energielabels hebben de woningen?, wat zijn de bouwjaren?, van welk materiaal zijn de stroomkabels die nu in de grond liggen?, en hoeveel transformatorstations komen er naar verwachting bij?
Het doel is om gemeenten wakker te schudden en te helpen knopen door te hakken: waar kan het beste een warmtenet aangelegd worden?, waar moet het stroomnet als eerste worden aangepakt?, waar verwacht Liander ruimte voor een transformatorhuisje nodig te hebben?
BB Wat vragen jullie nu op de eerste plaats van de gemeenten?
Met name bewustwording. We weten dus dat één op de drie straten opengaat en dat we een verdubbeling van het aantal trafo's (transformatorhuisjes, red) kwijt moeten in de bestaande wijken. Dan gaan gelijk allerlei belletjes rinkelen: hóe dan? Die bestaande wijk is destijds zo opgezet dat er voor vier trafo's ruimte was, en nu komen er vier bij. Dat gaat ten koste van iets: van parkeerplaatsen, van een stukje groen, van een stukje uitzicht. Dit moeten we gezamenlijk tóch gaan organiseren om de ambities en verduurzaming mogelijk te kunnen maken. Daarvoor hebben we als Liander vroegtijdig inzicht nodig in alle ambities die gemeenten en provincies hebben voor de toekomst: wat is je woningbouwopgave? wat is je transitievisie warmte?
Zo'n visie is vaak nog te vaag. Hoe gaan we die concretiseren? Dat moeten we allemaal goed in beeld krijgen om het net van de toekomst te kunnen uitleggen.
BB Als een warmtenet wordt aangelegd, haalt dat veel zorgen bij jullie weg, begrijp ik. Want dan hoeft de warmtevraag in die wijk niet geëlektrificeerd te worden.
Met een warmtenet zijn er minder transformatorhuisjes nodig in een wijk, omdat de stroomcapaciteitspiek minder groot is dan in het geval van all electric. Er zijn minder trafo’s nodig en minder zware kabels. Niet alles kan zomaar geëlektrificeerd worden: gemeenten doen er goed aan te kijken wat goed is voor een specifieke wijk. Maar het eerlijke verhaal is dat een warmtenet waarschijnlijk niet altijd leidt tot minder ruimtegebruik: bij een warmtenet heb je in een wijk toch weer een warmteoverdrachtstation van het warmtenet nodig.
Wij vinden dat er goed gekeken moet worden naar het spreiden van warmteoplossingen. Wat is goed voor welke wijk en welke bronnen zijn beschikbaar? Waar kun je in potentie warmtenetten aanleggen? Zo hebben Alkmaar en Purmerend een warmtebedrijf met een warmtenet, een mooie basis om op door te ontwikkelen. Het maakt daarbij uit of er op een plek hoogbouw is. Een warmtebedrijf kijkt naar de business case en wil de bijdrage aansluitkosten laag houden. Hoe meer aansluitingen je hebt, hoe lager die zijn.
BB Het stroomnet is op momenten al overbelast: dan knipperen de lampen of schakelen de zonnepanelen af.
In sommige gevallen helaas wel, als we lokaal bijvoorbeeld te veel zonne-energie opwekken. Dan duwen we gelijktijdig een maximale hoeveelheid stroom het net in, dat daar niet op is toegerust. We moeten slimmer met ons energiegebruik omgaan. Als je de stroom direct gebruikt als je hem opwekt, is er minder infrastructuur nodig. We kunnen in principe alles bouwen, maar dat willen we niet. Kijk je naar de gemiddelde wijk in Nederland, dan heb je op één stukje grond al vier ruimteclaims: klimaatadaptie, hittestress, woningbouw, en wij van Liander moeten ook vanalles.
Een voorbeeld van slimmer omgaan met energie is een elektrische auto niet alleen inpluggen om hem te laden, maar de auto ook gebruiken om lokaal het net mee te balanceren. Als de zon schijnt, laad je je auto en verklein je zo de terugleverpiek naar het net. Als je 's avonds tv kijkt en aan het koken bent, ontlaad je de auto om de vraagpiek te dempen.
BB Een andere manier om specifiek de warmtevraag te dempen is: isoleren, isoleren, isoleren. Maar daar gaan jullie niet over.
Dat kunnen wij wel ondersteunen. Het doel dat we gezamenlijk nastreven is reductie van de CO2-uitstoot, en dat begint altijd bij verminderen. Wij hebben inderdaad weinig sturingsmogelijkheden, maar gemeenten zien dit wel in. Ook vanwege de energiearmoede zie je gemeenten stappen nemen: niet alleen een paar zonnepanelen op het dak schroeven, maar eveneens dubbel glas aanbrengen. Dat gebeurt in samenwerking met woningbouwcorporaties. Sowieso moeten volgens de landelijke afspraken oudere woningen aangepakt worden. Die stappen zijn versneld door de hoge energieprijzen.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.