'Binnensteden' verliezen inwoners
Over de hele linie hebben de steden de groei van hun inwonertal te danken aan de uitbreidingswijken die na 2000 zijn gebouwd. In de 'oude' kommen is er sprake van een bescheiden groei of zelfs een daling. De bevolkingskrimp is het grootst in de kommen van Sittard-Geleen, Zoetermeer en Heerlen: tussen de 7 en 9 procent.
In veertig procent van de 'binnensteden' wonen momenteel minder mensen dan vijftien jaar geleden. Voor de overige steden geldt dat er sinds de eeuwwisseling veel meer huizen zijn gebouwd dan inwoners bijgekomen. De stad Groningen vormt hierop de enige uitzondering.
Het Kadaster vergeleek van de 41 grootste gemeenten de bebouwde kom van 2000 met die van nu en keek naar de ontwikkeling van het aantal woningen en het aantal inwoners.
Bevolkingskrimp
Over de hele linie hebben de steden de groei van hun inwonertal te danken aan de uitbreidingswijken die na 2000 zijn gebouwd. In de 'oude' kommen is er sprake van een bescheiden groei of zelfs een daling. De bevolkingskrimp is het grootst in de kommen van Sittard-Geleen, Zoetermeer en Heerlen: tussen de 7 en 9 procent.
Groei dankzij Vinex-wijken
De groei zit in de uitbreidingswijken die na 2000 aan de stadskernen van destijds zijn toegevoegd. De bekende Vinex-gemeenten Almere (498 procent), opnieuw Zoetermeer (438 procent), Utrecht (390 procent), Den Haag (375 procent) en Amersfoort (348 procent) groeiden in hun uitleggebieden het hardst.
Groningen
De bevolkingsdaling in de stedelijke kommen wordt niet veroorzaakt door afname van het aantal woningen. Integendeel, in alle 41 steden zijn sinds 2000 woningen bijgebouwd. Maar deze toevoeging leidde tot een veel bescheidener toename – en soms dus zelfs afname – van het aantal inwoners. Dat komt door de vergrijzing en de gezinsverdunning: in de binnensteden wonen momenteel minder mensen in één huis dan in 2015. Groningen is de enige stad waar het aantal binnenstadbewoners sneller groeide dan het aantal woningen. De oorzaak is vermoedelijk de toename van de studentenhuisvesting. Studentenflats worden als 'onzelfstandige woningen' geregistreerd in de Basisregistraties Adressen en Gebouwen, maar hun bewoners tellen in de Basisadministratie Personen wel mee.
Minder mensen, meer woningen
In eenderde van de binnensteden is het aantal inwoners gedaald, ondanks toename van het aantal woningen. Opvallend is dat Rotterdam in vijftien jaar tijd een kleine 26 duizend woningen in de bebouwde kom van 2000 heeft toegevoegd, maar dat momenteel 5000 mensen minder wonen dan destijds. Ook in de binnensteden van onder meer Alkmaar, Emmen, Hengelo, Dordrecht, Maastricht en Venlo kwamen er woningen bij, maar daalde het aantal inwoners.
Weinig uitbreiding
Tegenover de (relatieve) daling van het aantal inwoners in de binnensteden, staat niet altijd een sterke stijging van het aantal inwoners in de uitbreidingwijken van na 2000. Gouda zag in vijftien jaar tijd meer dan 800 binnenstedelijke inwoners verdwijnen terwijl er bijna 2200 woningen bijkwamen, er werden slechts bovendien slechts 191 woningen aan de stad vastgeplakt, hetgeen 140 nieuwe inwoners opleverde. Dordrecht bouwde meer dan 80 procent van alle nieuwe woningen in de binnenstad. Desondanks daalde het aantal inwoners er met 2700. De bouw van 800 woningen buiten het centrum leverde 1600 extra inwoners op.
Gezinnen naar buitenwijken
In alle 41 gemeenten tezamen nam het aantal woningen tussen 2000 en 2015 met 450 duizend toe, het aantal inwoners met 600 duizend. Van de nieuwe woningen werden er 260 duizend (60 procent) binnen de kom van 2000 gerealiseerd en 190 duizend (40 procent) in de uitbreidingswijken. Van het nieuwe aantal inwoners belandden er nog geen 20 procent in de kom en 80 procent in de uitbreidingswijken.
De cijfers lijken de conclusie van het Planbureau voor de Leefomgeving te nuanceren dat gezinnen, anders dan voorheen, tegenwoordig in de stad blijven wonen. Destijds vertrokken ze naar de groeikernen, nu naar de eensgezinswoningen in de uitbreidingswijken aan de stad zelf.
Kijk hier voor alle cijfers van alle 41 steden.
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het gaat niet om een nuance, maar om een ander meetmethode. In onze studie Veerkrachtige Binnenstad hebben wij binnensteden afgebakend op CBS-buurtniveau en deze door de tijd gevolgd. Het gaat meestal om het gebied binnen de oude stadswallen (zie p. 91). Moerkamp neemt het hele bebouwd stedelijk gebied van 2000 als vergelijkingsbasis (dus ook nieuwbouwwijken uit de jaren 90). Dat is veel groter en heel anders dan de (historische) binnenstad. Geen wonder dat de uitkomsten verschillen.