Miljoen elektrische auto’s ver weg
De gemiddelde automobilist staat zeer terughoudend ten opzichte van elektrische auto’s en andere alternatieve voertuigen. De overheid moet zich blijkens een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) richten op de kleine groep ‘believers’ die weinig kilometers maken.
Vooral in de centra van grote steden als Rotterdam en Amsterdam is de laatste maanden iets opmerkelijks aan de hand. We zien elektrische taxi’s, elektrische scooters en zelfs elektrische rondvaartboten. Bovenal zijn er ineens allemaal kleine elektrische huurautootjes en nog opmerkelijker is dat overal oplaadpunten voor elektrische voertuigen als spreekwoordelijke paddenstoelen uit de grond zijn geschoten.
Minder luchtvervuiling, minder lawaai, minder energie, kortom goed voor het milieu. De steden zijn bezig aan een spectaculaire elektrificatie van hun centrum, lijkt het. Ook Anco Hoen, onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving is de recente trend niet ontgaan. ‘Behalve in Amsterdam en Rotterdam zijn er dit soort enthousiaste lokale initiatieven in Haaglanden, Utrecht, Tilburg, Breda, Nijmegen en Texel en dat is toe te juichen’, zegt Hoen.
Toch presenteerde Hoen half april onderzoek waaruit blijkt dat de gemiddelde Nederlander nog uiterst terughoudend staat ten opzichte van alternatief aangedreven voertuigen. ‘Ook de bewoner van het centrum van de stad staat echter gereserveerd ten opzichte van elektrische voertuigen’, constateert Hoen.
Acceptatiegraad
Het PBL bekeek de acceptatiegraad van elektrische auto’s, plug-in hybrides (diesel en elektrische aandrijving), gewone hybrides (benzine en elektrisch, zoals Toyota Prius), waterstof auto’s en flexifuel auto’s. De laatste is een benzine-auto die evengoed bijna op honderd procent biobrandstoff en als bio-ethanol kan rijden.
Het PBL baseert zich op consumentenonderzoek dat is gehouden onder 2500 autogebruikers uit een TNS/NIPO panel. ‘Ze vormen een representatieve steekproef van autobezitters en komen dus zowel uit de grote stad als het platteland, vertegenwoordigen verschillende inkomens, geloof en politieke overtuiging’, zegt Hoen.
De beweegredenen kwamen naar voren uit de antwoorden op verschillende vragen waarbij niet rechtstreeks werd gepolst naar de nieuwe voertuigen. Mensen vinden elektrisch aangedreven voertuigen te duur, de actieradius is te gering en er is een hoop gedoe met opladen. ‘Dit onderzoek maakt duidelijk dat de ambitie van het kabinet om in het jaar 2025 een miljoen elektrische auto’s op de weg te hebben, gevaar kan lopen’, aldus het PBL.
Kilometervreters
Er is een categorie mensen die een uitzondering vormt op de terughoudendheid. Mensen die slechts weinig kilometers rijden zijn aanzienlijk positiever over de nieuwe vervoersmiddelen dan de kilometervreters, zo blijkt uit de studie van het PBL.
Deze groep zit in een paradoxale situatie. Mensen die weinig kilometers met hun auto rijden, kunnen de hoge aanschafkosten minder snel terugverdienen met lagere brandstofkosten. Zij hebben wel minder last van de beperkte actieradius. En de tweede tegenstrijdigheid is dat de milieuwinst bij deze groep het minst is.
Als de grote groep van grootverbruikende leaserijders te bewegen zou zijn om op elektrisch of hybride voertuigen over te stappen, zouden de zegeningen voor de luchtkwaliteit en het klimaat moge lijk groter zijn.
Onderzoeker Hoen van het PBL beaamt dit. ‘Toch’, zegt hij, ‘is het verstandig voor overheden om zich juist op deze early adopters te richten. Zij spelen een belangrijke rol om positieve verhalen te verspreiden over de nieuwe voertuigen. En hoe meer mensen alternatieve voertuigen zien rijden, hoe meer ze er in gaan geloven.’
Dat neemt niet weg dat de technische beperkingen zo spoedig mogelijk moeten worden weggenomen, wil de negatieve waardering verminderen, aldus het PBL-onderzoek. ‘Het vergroten van de actieradius, sneller kunnen tanken of opladen en het verkleinen van de omrijtijd naar een tank of oplaadpunt worden daarbij het belangrijkste gevonden’, aldus het rapport van het PBL.
Leaseconstructie
Het PBL vindt ook dat de prijs van de elektrische auto naar beneden moet, wil de ambitie van het kabinet enige kans van slagen maken. Dat kan door gerichte subsidies op de alternatieve voertuigen of door conventionele auto’s zwaarder te belasten, meent het PBL. ‘De vrijstelling van de wegenbelasting helpt daarbij, al is het natuurlijk ook terecht dat zeer schone kleine diesel- en benzineauto’s op dit moment worden vrijgesteld van wegenbelasting.’
Hoen denkt ook aan een reductie van variabele kosten zoals verzekering. Een andere optie is om de potentiële elektrische rijder te verleiden door alleen het casco van de auto te verkopen en het dure en nu nog omslachtige accudeel, inclusief het opladen via een leaseconstructie aan te bieden. Hoen: ‘Uiteindelijk is dit voor de gebruiker niet goedkoper en misschien zelfs duurder, maar het kan wel de hoge aanschafkosten verminderen. Die vormen immers een belangrijke drempel.’
Op het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) is men niet verbaasd over het PBL-onderzoek. ‘Onbekend maakt onbemind, er moeten dus meer elektrische auto’s in het straatbeeld verschijnen’, aldus EL&I Dat de doelstelling van één miljoen elektrische auto’s in gevaar komt, wordt weersproken.
‘Naarmate er meer auto’s rondrijden, dalen de kosten. Dat is normaal bij innovaties. Ook wordt het laden gemakkelijker, nu het (snel)laadnetwerk zich uitbreidt. Ook slimme leaseconstructies nemen nu toe.’ Het ministerie dicht een belangrijke taak toe gemeenten en provincies. ‘Zij zien steeds meer kansen voor elektrisch rijden in verband met verbetering van het lokale leefklimaat en de bedrijvigheid.’
Diesels 30%
Benzine 25%
Gas 20%
Ethanol 15%
Auto met uitstoot onder 120 10%
Elektrische auto 5 %
Fred Flintstone 0%