Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Meer stenen, minder natuur

Met het in 2017 gesloten nationale Kustpact leek de druk van de recreatiesector op de kwetsbare kuststrook bezworen.

15 september 2023
Zoutelande, Zeeland
Zoutelande, ZeelandShutterstock

Met het in 2017 gesloten nationale Kustpact leek de druk van de recreatiesector op de kwetsbare kuststrook bezworen. Inmiddels tekenen zich in Zeeland ook negatieve bijeffecten van het pact af: méér verstening in plaats van minder. Hoe kan dat? Op naar Schouwen-Duiveland.

Manager Afdeling Ruimte

Gemeente Maastricht via Geerts & Partners
Manager Afdeling Ruimte

BI backend specialist

Nederlands Instituut Publieke Veiligheid
BI backend specialist

Hoe het Kustpact gemeenten klemzet

Vanuit zijn werkkamer in het gemeentehuis van Zierikzee ziet wethouder Daniël Joppe (recreatie, CDA) de file elke tien minuten groeien. Het is een vrijdag in augustus, wisseldag op recreatieparken. ’s Ochtends verlaat een gestage stroom auto’s Schouwen-Duiveland oostwaarts richting het Ruhrgebied, of noordwaarts de dammen en bruggen over naar de Randstad. ‘s Middags komt een omgekeerde stroom vakantievierders op gang. Op de Zeeuwse tweebaanswegen met al hun rotondes is het vrijwel wekelijks een recept voor vertraging. 

En dan was het nog een relatief rustige zomer, beaamt Joppe. Onvergelijkbaar met de twee coronazomers, toen vakantie in eigen land noodgedwongen werd herontdekt en de Zeeuwse zon weken aaneen uitbundig scheen. Het werd druk in Renesse en Burgh-Haamstede, de populaire badplaatsen op de kop van zijn eiland. Té druk, vonden veel inwoners blijkens een gemeentelijke enquête. ‘Als je in Renesse tussen twaalf en vijf even je boodschappen wilde doen, was dat niet altijd makkelijk’, zegt Joppe met Zeeuws understatement. ‘Het heeft tot wat opmerkingen geleid.’ Al wil hij ook benadrukken dat 52 procent van de eilandbewoners de recreatiesector een warm hart toedraagt. Ze leven er immers vaak van. 

De leefbaarheid van kustdorpen, het beschermen van kwetsbare kustnatuur en het toekomst bieden aan de recreatiesector waren drie dragende elementen uit het in 2017 op nationaal niveau gesloten Kustpact. Aan de ‘gouden rand van Nederland’ kwam vanaf dat moment een stop op nieuwe vakantieparken en hotels, met uitzondering van projecten die reeds in de pijplijn zaten. Zo moest de voortschrijdende verstening (met als schrikbeeld de Belgische kust) worden tegengegaan. Ook de langs het strand gevestigde ondernemers zagen in dat met elk nieuw recreatiepark de unieke waarden van de kuststrook (rust, ruimte, natuur) worden bedreigd. En dat ze daarmee dus feitelijk hun eigen kip met de gouden eieren aan het slachten waren. 

Nieuwe bedreigingen 

Zes jaar nadien bestaat er in Zeeland nog steeds tevredenheid over het Kustpact. In de vorig jaar door Twynstra Gudde gehouden evaluatie van de Zeeuwse kustvisie (de provinciale doorvertaling van landelijke afspraken) wordt de nauwere samenwerking tussen recreatieondernemers, natuurclubs en overheden benoemd. Die is hard nodig ‘voor het realiseren van een balans tussen landschap, samenleving en toerisme aan de Zeeuwse kust’. Maar tegelijk doemen er nieuwe bedreigingen op, waardoor verstening van de binnenduinrand als gevolg van het afgesloten pact juist wordt versneld, ‘vooral doordat deze overgenomen worden door grote investeerders/vastgoedpartijen’. Tussen 2017 en 2020 kwamen er in Zeeland duizend recreatiewoningen bij, met een totale oppervlakte van 88.000 vierkante meter. 

‘We hebben op Schouwen-Duiveland in de recreatiesector veel familiebedrijven’, legt Joppe desgevraagd uit. ‘Vaak werden die begonnen door de ouders of grootouders van de huidige ondernemer. Het zijn prachtige campings, tussen natuurgebieden gelegen en opgezet vanuit een sterke verbondenheid van de eigenaar met de streek.’ Maar dan wil die eigenaar het weleens wat rustiger aan gaan doen en zoekt een opvolger. Vervolgens treedt volgens Joppe een onvoorzien effect van het Kustpact in werking. 

De economische waarde van de bestaande recreatiebedrijven nam de afgelopen jaren sterk toe, een gevolg van het gebrek aan nieuwe locaties aan de kust. Dat maakt het voor familiebedrijven lastiger om een bedrijfsoverdracht binnen de eigen gelederen gefinancierd te krijgen. Dan kunnen er volgens Joppe ‘grote spelers met diepe zakken’ bij de eigenaar van het familiebedrijf op de koffie komen. ‘Die hebben een mindere band met dorp of omgeving en kijken naar hun Excel-sheets: wat is het verwachte rendement? Daarmee loop je het risico dat je meer van hetzelfde krijgt, waardoor de eigenheid van het Schouwen-Duivelandse recreatieproduct verandert.’ Met tenten valt weinig te verdienen, met huisjes des te meer. En je kunt ze gedurende veel meer maanden verhuren. 

Met tenten valt weinig te verdienen, met huisjes des te meer

Joppe: ‘Het maakt voor een investeerder nogal verschil of je een bedrag gedurende acht weken per jaar moet terugverdienen of kunt uitsmeren van maart tot november.’ Zo volgt op verkoop van familiebedrijven vaak verstening door de nieuwe eigenaar. Al treft Joppe ook breder geïnteresseerde ondernemers die hun recreatieplannen graag vergezeld zouden zien gaan van nieuwe natuur, zoals bijvoorbeeld in recreatie- en natuurgebied Waterdunen in Zeeuws-Vlaanderen nu gebeurt. Maar het Kustpact stelt volgens de wethouder dusdanig strenge eisen aan het maximale aantal vakantiehuisjes per hectare, dat er voor ondernemers nauwelijks een bedrag overschiet voor natuurontwikkeling. ‘Het Kustpact moet geen knelverband zijn’, vat Joppe zijn bezwaren samen, ‘maar een rekverband’. 

Zwakke schakel

Hoe anders denkt Gert-Jan Buth daarover. Op verzoek van Natuurmonumenten bracht hij zes jaar geleden de vele tientallen recreatieplannen langs de Nederlandse kust in kaart: het onderzoek dat iedereen de ogen opende en de startmotor vormde voor het afgesloten Kustpact. Buth staat, achteraf, nog steeds versteld van de dynamiek van destijds en hoe voorheen geharnaste tegenstanders elkaar in hun gezamenlijk kustbelang wisten te vinden. Maar hij constateert ook dat te midden van alle erbij aangesloten partijen inmiddels één partij de zwakke schakel vormt in de handhaving van het kustpact. Buth: ‘Dat zijn de gemeenten.’ 

Veel colleges, ook op Schouwen-Duiveland, zien de economische ontwikkeling van hun kustgemeente worden geblokkeerd door de strenge regels. Daarom worden volgens Buth oude bestemmingsplannen bewust tot het maximale opgerekt. 

Het Kustpact moet geen knelverband zijn, maar een rekverband

‘Gemeenten zouden die ook kunnen actualiseren en aanscherpen.’ Verder ontbreekt het volgens hem aan landelijke regels voor de bebouwing op recreatieparken. ‘Ik zie tenten op kampeerveldjes veranderen in huizen; chalets worden opgekrikt tot vakantiebungalows met soms meerdere etages. En die ontwikkeling gaat maar door.’ 

Een recent probleem vormt het waterbed- effect. Nu aan de kust nauwelijks nieuwe recreatieterreinen worden toegelaten, verleggen ontwikkelaars hun plannen naar de oevers van de zeearmen verder landinwaarts, die buiten het Kustpact vallen. Ook ziet Buth steeds meer kampeerveldjes bij boeren. ‘Niet alleen het aantal van dergelijke mini-campings neemt toe, ook het aantal daar toegestane standplaatsen. Een aantal jaren geleden begon dat met tien, terwijl het dit jaar in Zeeland is verhoogd tot 35. Onlangs heeft Schouwen- Duiveland ermee ingestemd dat bij zo’n mini-camping ook 33 vakantiehuizen jaarrond voor verhuur geplaatst mogen worden. Authentiek, rustig polderlandschap langs de Grevelingen gaat op die manier verloren.’ 

Directeur Marc Janssen van stichting Duinbehoud ziet elders langs de Nederlandse kust dezelfde effecten. Kampeerterreinen worden verkocht en verstenen vervolgens, waardoor foerageerplaatsen voor vogels in het voor- en najaar verdwijnen. En de verantwoordelijke gemeenten? Die denken te vaak met de ondernemers mee. Janssen kent een casus op Terschelling waar de ontwikkelaar van een hotel zich met succes kon beroepen op oude afspraken van voor de Tweede Wereldoorlog (toen het hotel werd afgebroken, maar niet herbouwd). De gemeente was vergeten het bestemmingsplan tijdig aan te passen. 

‘Bestuurders zijn kort van memorie en handelen vaak opportunistisch’, zegt Janssen. ‘Daarom hebben alle wethouders aan het begin van de collegeperiode een brief van de minister van Binnenlandse Zaken ontvangen om ze nog eens aan de afspraken uit het Kustpact te herinneren.’ 

Economische dragers 

Wethouder Joppe kent Buth en Duinbehoud goed, al was het maar uit de rechtbank. Volgens hem behoren ze tot de meest uitgesproken natuur- en milieuvertegenwoordigers die er zo ongeveer geen enkel vakantiehuis bij willen en elke ontwikkeling aan de kust via rechtszaken trachten te blokkeren. ‘Maar je hebt voor nieuwe natuur nu eenmaal economische dragers nodig. Niet alleen om de natuurterreinen aan te leggen, ook om ze vervolgens in stand te houden. Er zijn andere natuurorganisaties, zoals Natuurmonumenten, die dat veel beter begrijpen. Ga daar maar eens mee praten.’ 

Nou, dat ligt volgens gebiedsmanager Zeeland Gert de Groot van Natuurmonumenten genuanceerder. Hij constateert dat er sinds het Kustpact een betere dynamiek heerst in het Zeeuwse bestuur. Heel anders dan voor 2017, ‘toen strandhuisjes overal als een dolle werden uitgerold’. Dankzij de inspanningen van een brede community van kustbeschermers sneuvelden de plannen voor Brouwerseiland: driehonderd luxe villa’s in het Grevelingenmeer boven Schouwen-Duiveland. Maar De Groot ziet ook dat in Cadzand, Zeeuws-Vlaanderen, de hoogbouw inmiddels Belgische proporties aanneemt en de ‘vertrouwde, kleinschalige, een beetje kneuterige Nederlandse kust er volledig is bedorven’. 

Maar net als Joppe ervaart De Groot dat de verplichting om nieuwe recreatie in samenhang met natuur te realiseren lastig kan zijn. ‘Vooral voor kleine ondernemers. Men moet voor-investeren. Daartegenover staat dat de verhuurprijs van een vakantieverblijf midden in de natuur hoger kan zijn.’ Joppe’s mening dat het Kustpact een knelverband zou zijn, deelt hij niet. ‘Misschien kan de overheid beter kijken naar oplossingen om het landschap te behouden.’ De Groot oppert het oprichten van een fonds waaruit kleine ondernemers onder voorwaarden een renteloze lening kunnen krijgen om het natuurdeel te realiseren. 

Hij merkt ook op dat de gemeente een andere keuze had moeten maken bij de Oude Maalderij, een in onbruik geraakte fabriek die wordt herontwikkeld in de vorm van dertien recreatiewoningen – haaks op de afspraken in het Kustpact. De Groot: ‘Waarom koos de gemeente niet voor woningen voor starters, die in Renesse vrijwel nergens een betaalbare woning kunnen vinden?’ Wethouder Joppe kent het geluid, maar zegt: ‘Ik zou als natuurbeweging eerder mijn zegeningen tellen. Er gaat een bedrijf weg en er komt iets schoons – recreatie – voor in de plaats. De fabriek ligt bovendien in een uithoek van Renesse, omringd door andere recreatiebedrijven. Woningen toevoegen doen wij op andere plekken in Renesse, ook voor starters.’ 

Lonkende terrassen 

Deze zomerdag is het rustig in het centrum van de Zeeuwse badplaats. Het is drukkend, bewolkt weer. De gratis bus vanaf het centrale parkeerterrein van Renesse naar het strand wacht vergeefs op klanten. Het dorpscentrum met zijn lonkende terrassen, modewinkels en vele Italiaanse ijszaken is een betere bestemming. Om tegemoet te komen aan de overlastklachten van dorpsbewoners besloot Schouwen-Duiveland te investeren in de leefomgeving. Het centrum van Renesse en andere dorpen werd de afgelopen jaren opgeknapt en vergroend. Het kopen en vervolgens verhuren van huizen is in veel dorpskernen niet meer toegestaan: wie koopt, moet zich meteen inschrijven in het Bevolkingsregister. ’Onze makelaars zijn daar scherp op’, zegt Joppe. 

Meer dan vijf miljoen overnachtingen krijgt Schouwen-Duiveland jaarlijks te verwerken, waarvan ‘heel veel’ uit het Ruhrgebied. In de drukste zomermaanden wordt het eiland niet langer gepromoot, in de ‘schouderseizoenen’ (het voor- en najaar) juist meer. Dat heeft als nevenvoordeel dat het toerisme dan jaarrond banen oplevert, waardoor werknemers zich eerder op Schouwen-Duiveland zullen vestigen – goed voor de leefbaarheid in de dorpen. Verstening van recreatieparken is aldus slecht voor vogels en duinflora, maar maakt het makkelijker de toeristen te spreiden. 

Zo is het met alles wikken en wegen aan de Zeeuwse kust. Joppe: ‘We zijn nu bezig met een herijking van ons beleid: wat is nodig om onze doelstellingen te halen? Daarover praten we met ondernemers en met natuur- en milieuorganisaties. Heel veel van onze recreatieterreinen liggen in Natura2000-gebied. Dat verklaart, met de fraaie oude dorpskernen, waarom onze gasten zo graag naar dit eiland komen. 

Maar hun behoefte verandert. Ze willen meer comfort, meer ruimte rondom hun vakantiehuis. Het aantal overnachtingsplekken op Schouwen-Duiveland daalt, maar er is sinds corona ook een toegenomen vraag naar kampeerplekken. Hoe zorgen we dat we aan die veranderde vraag tegemoetkomen? Ondernemers vinden dat er hier nooit wat kan. Natuuren milieuorganisaties vinden ons vaak te toeschietelijk. Het is een balans die je als gemeente voortdurend in de gaten moet houden.’ 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie