Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Broodnodig dak voor kwetsbare jongeren

In Haarlem helpen (oud-)ondernemers samen met de gemeente en een corporatie dakloze jongeren aan een stabiele woonplek.

24 maart 2023
Huissleutel
Shutterstock

In Haarlem helpen (oud-)ondernemers samen met de gemeente en een corporatie dakloze jongeren aan een stabiele woonplek. Daar kunnen ze in alle rust zelfstandig worden. Het werkt beter en scheelt de gemeente veel geld.

Afdelingshoofd

Dienst Justitiële Inrichtingen
Afdelingshoofd

Adviseur Contractmanagement/Assistent Contractmanager Meanderende Maas

JS Consultancy
Adviseur Contractmanagement/Assistent Contractmanager Meanderende Maas

Kim (24) woonde tot vorige herfst nog bij haar moeder. ‘Het huis was te klein voor ons tweeën’, zegt ze diplomatiek over de doorlopende spanningen in het ouderlijk huis. Ze was hard toe aan een eigen plek. Niet te veel prikkels tegelijk, daar gedijt ze het best bij. ‘Ik ben net een spons. Alles komt binnen en ik houd dat vast. Ruzie, spanning, roddels: ik zet dat niet makkelijk van me af.’ Verder is Kim, zoals ze zichzelf typeert ‘een bezig bijtje’: ‘Ik geniet ervan de boel netjes te houden.’ Chaos en lawaai verdraagt ze slecht. ‘Zeker als ik moe thuis kom van mijn werk’ – ze heeft een vaste baan in de kinderopvang.

Bijna dagelijks reageerde Kim [echte en volledige naam bekend bij de redactie] vruchteloos op schaarse advertenties voor een kamer of andere woonruimte. Ze werd afgewezen of verdiende te weinig. Toen haar broer een kamer kreeg met tussenkomst van de in Haarlem en omstreken opererende stichting Bedrijf en Samenleving, vroeg ze of er voor haar ook zo’n mogelijkheid bestond. Dikke mazzel: in de herfst van 2022 kwam een eengezinswoning beschikbaar, waar vier jongvolwassenen – jonge vrouwen in dit geval – zich mochten vestigen.

Het huurcontract van de huizen (inmiddels zijn het er drie) staat op naam van de Stichting Bedrijf en Samenleving, een privaat initiatief in Haarlem/ Kennemerland, ondersteund door maatschappelijk betrokken bedrijven. Bestemd voor jongeren ‘die om wat voor reden dan ook het huis uit moeten, maar niet in de jeugdzorg thuishoren’, legt Marijke Aukema uit, de directeur van de stichting. De bewoners betalen huur, al is dat ‘niet de hoofdprijs.’ En ze moeten een vorm van dagbesteding hebben; een stage, een leerwerktraject of werk. ‘De meesten zijn tussen de 19 en 25 jaar oud. Met wat begeleiding redden ze het zelf.’

Struikelblok

In Haarlem vormt huisvesting het grootste struikelblok voor jongeren om economisch en sociaal op eigen benen te staan. ‘Kamers zijn duur en particuliere verhuurders kijken vrij strikt naar welke jongeren zich melden’, zegt Thomas Witteveen, ketenregisseur dak- en thuisloze jongeren van de gemeente. ‘Studentenkamers zijn niet altijd beschikbaar. Daar zit een gat, waar Bedrijf en Samen leving een waardevolle aanvulling op is. Dat de stichting garant staat voor de huur bij de woningcorporatie, krijgen jongeren zelf niet georganiseerd.’

Het perspectief van de jongere staat centraal

Marijke Aukema

Vaak zijn ze aangemeld door het Centrum voor Jeugd en Gezin, het wijkteam of de reclassering. Bedrijf en Samenleving koppelt ze aan vrijwillige mentoren, meestal mensen uit het bedrijfsleven. ‘Zij stellen zich niet op als hulpverleners, die vertellen wat jongeren moeten doen’, aldus Aukema. Vooral jongeren met een hulpverlenings- en jeugdzorgverleden hebben daar volgens haar soms de buik van vol. ‘Onze mentoren staan náást jongeren. Het perspectief van de jongere staat centraal, die hebben zelf de zwaarste stem in de aanpak die voor hen werkt. Samen bespreken ze wat ze nodig hebben, op meerdere leefgebieden.’

‘Het voelt meer als ontspanning dan als verplichting’, zegt Kim over het contact met haar mentor. ‘We wandelen lekker in het park of in de natuur. Of bezoeken een museum. Tussendoor praten we en dan krijg of vraag ik weleens advies.’ Zij valt niet in de categorie bewoners waar veel andere housing first-projecten op gericht zijn. Ze heeft een baan, werkt en was nooit dakloos. Contacten legt ze niet altijd makkelijk, maar in het ‘meidenhuis’ gaat het haar goed af. ‘Sociaal gezien hebben we houvast aan elkaar. Het is net een studentenhuis, maar dan zonder studenten.’

Niet uitgerust

Zonder regelmaat en dak boven het hoofd is werken of studeren niet vol te houden, vult Aukema aan. Jongeren die best op eigen benen zouden kunnen staan, tuimelen dan soms alsnog over het randje. ‘Moet je huiswerk ergens onder in een trappenhuis of in de auto maken, dan komt het niet goed. Met baan maar zonder woonruimte kun je niet uitgerust naar je werk’, zegt Aukema. ‘Zonder dak boven je hoofd kun je je problemen niet oplossen.’

Mede daarom breidde Bedrijf en Samenleving de bestaande ondersteuning uit met huisvestingsprojecten. De groep waar de stichting zich op richt, is net wat ouder dan de jongeren die nog in een jeugdzorgtraject zitten. Omdat jongeren vanaf 18 jaar voor de wet volwassen zijn, zijn ze zelf verantwoordelijk voor hun financiën, ziektekostenverzekering en opleiding. Juist die stap van minderjarigheid naar volwassenheid is zonder ondersteuning een brug te ver om het geheel zelfstandig te redden. Een deel van de personele kosten krijgt het huisvestingsproject vergoed door het landelijke Kansfonds. ‘Vernieuwende ideeën, die niemand kan of durft te financieren, maar die wel nodig zijn om een verbetering te realiseren’, schrijft het fonds erover. Het geld dat nodig is, moet ‘bureaucratievrij’ zijn, dus zonder dat aan veel regels moet worden voldaan. Zonder dat geld zijn er veel drempels te nemen: geen geld voor een borg of eerste maand huur, geen recht op een tweede keer bijzondere bijstand, of schulden.

Het Haarlemse Bedrijf en Samenleving is een van de geselecteerde projecten. De stichting heeft samen met een woningcorporatie in Haarlem inmiddels meerdere jongerenhuizen opgezet. In vijftien gemeenten heeft het fonds inmiddels projecten lopen om (dreigend) jonge daklozen perspectief te bieden. Bij de selectie zoekt het naar coalities, met gemeenten, werkgevers, woningcorporaties en zorginstellingen. Tegelijk laat het fonds ‘actieonderzoek’ verrichten door het Instituut Publieke waarden, om te testen wat in verschillende situaties het best werkt.

Haarlem heeft gekozen voor verlengde jeugdzorg tot 23 jaar, vertelt Thomas Witteveen, die ook lokaal projectleider is van een actieprogramma voor dak- en thuisloze jongeren van het ministerie van VWS. ‘Onze gemeenteraad vindt dat geen jongere op straat mag slapen. Kunnen ze, om wat voor reden ook, niet thuis wonen, dan moeten ze passende ondersteuning en onderdak krijgen.’ In de doelgroep spelen vaak complexe problemen, schetst hij: een laag zelfbeeld, psychische problemen of een licht verstandelijke beperking. Soms komen daar nog een verslaving of schulden bij, of een combinatie hiervan. Een vangnet hebben deze jongeren nog niet. En de weg naar voorzieningen kennen ze niet. Een briefadres regelen, een uitkering aanvragen of onderdak zoeken: het is moeilijk voor ze.

Apart

Uit de volwassenenopvang houdt Haarlem hen weg; voor hen is er een aparte opvang. Ze krijgen andere begeleiding en ondersteuning, door specialisten van het Centrum voor Jeugd en Gezin. ‘Onze jongerenregisseurs kennen de kortste weg naar betrokken partijen. Daardoor is het makkelijker en sneller de juiste hulp te organiseren, zonder versnippering’, aldus Witteveen. Voor de doelgroep pakt dat beter uit, maar financieel ook voor de gemeente. Op de achterkant van een sigarendoos berekend, kost jongerenopvang de gemeente jaarlijks rond 50.000 euro. ‘Wij hebben nu elf jongeren onder dak’, telt Marijke Aukema.

‘Tel uit je winst. Daarbij reken ik nog niet mee wat onze stichting doet aan die huizen. En de fondsen sprokkelen wij grotendeels bij elkaar. Als je dat bij elkaar optelt, scheelt het de maatschappij een groot bedrag. Maar het belangrijkste is dat die jongeren goed terechtkomen. Landelijk is de trend dat het aantal jonge dak- en thuislozen groeit, terwijl het in Haarlem mede door onze huizen gelijk bleef. Dat mooie resultaat hebben we met elkaar bereikt.’

Het werk van Bedrijf en Samenleving sluit volgens Witteveen precies aan bij de lokale aanpak. Behalve over de professionals van het CJG is hij te spreken over de mentoren, die hun eigen werk- en levenservaring inzetten, plus hun netwerk. ‘Zij maken op een ander level contact en bieden een vorm van continuïteit, soms jaren achtereen. In de hulpverlening is dat niet altijd mogelijk, want het contact van deze professionals is vaak voor een gedefinieerde periode.’

Bedrijf en Samenleving begon met een ‘zolderkamerproject’, waar jongeren twee jaar mogen blijven. Voorwaarde is dat de bewoners een vorm van dagbesteding hebben, stage lopen of dat willen doen, of studeren. Het netwerk van de stichting en de mentoren blijken goed te helpen. ‘Als wij bellen met de vraag een jongere een kans te geven, zijn bedrijven meestal graag bereid hun maatschappelijke betrokkenheid te tonen. Soms in de vorm van een leerwerkplek, maar ook hebben bouwvakkers al de handen uit de mouwen gestoken om een keuken te plaatsen en een crisiskamer te fiksen.’

Jongeren laten wennen aan werk en structuur bieden, dat zijn volgens Aukema grote pluspunten. ‘Natuurlijk gaat het niet altijd van een leien dakje. We hebben ook jongeren onder onze hoede die iets doen wat ze minder leuk vinden. Vanuit die ervaring kijken we waar zij wel gelukkig van worden. We hebben er niks aan als ze iets doen wat ze niet ambiëren. Dan staan ze na drie maanden weer op straat.’

De belangrijkste les die de stichting trok, is dat tijdelijke huisvesting niet de beste oplossing is, zegt Marijke Aukema. Daarom bevatten de huurovereenkomsten van de huurders geen einddatum. ‘Twee jaar lijkt lang, maar jongeren maken zich toch zorgen over wat daarna gebeurt. Die stress kunnen ze er niet bij hebben. Wij houden het nu bij plekken waar jongeren kunnen blijven wonen. Dan hebben ze echt rust en de kans zich te ontwikkelen.’

Aantal dakloze jongeren stijgt snel

Volgens het Leger des Heils, dat in 2022 onderzoek deed naar dakloosheid, is het aantal dakloze jongeren in een jaar tijd met de helft gestegen. Het gaat om jongeren die vastzitten in de maatschappelijke opvang en voor wie geen woning of begeleid-wonen-plek beschikbaar is. Jongeren die geen plek vinden in de opvang en ‘bankslapers’ zijn niet opgenomen in de cijfers. Voordat zij bij gemeenten of instanties aankloppen, verblijven zij tijdelijk bij vrienden of familieleden, soms afgewisseld met een zwervend bestaan.  

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie