Krakersbolwerk De Vloek krijgt laatste kans

De gemeente Den Haag had groen licht gekregen van de rechter om krakersbolwerk De Vloek in Scheveningen te ontruimen, maar tot woede van de lokale VVD geeft het college hen nog een laatste kans een alternatieve locatie te omarmen.

Gebruiksovereenkomst
De krakers moeten het pand na dertien jaar verlaten, omdat de gemeente het terrein klaar wil maken voor een topzeilcentrum. Momenteel zijn in het pand ateliers, bedrijfjes en een restaurant gevestigd. In de gebruiksovereenkomst die de krakers destijds van de gemeente kregen staat dat zij moeten vertrekken als er concrete bouwplannen zijn. Al eerder was de bouw van een topzeilcentrum aangekondigd, maar de krakers kregen steeds uitstel, omdat de gemeente onvoldoende zekerheid kon geven over de start van de bouw.

Dilemma Haagse Stadspartij
Vorige week oordeelde de voorzieningenrechter dat er nu echt concrete sloop- en bouwplannen liggen en de gemeente het pand mag ontruimen. De gemeente had de zaak aangespannen, omdat de krakers niet vrijwillig wilden vertrekken. Ze weigerden een alternatieve locatie die de gemeente voor hen had aangewezen. Frappant in deze kwestie is dat de Haagse Stadspartij wortels heeft in de kraakbeweging. Fractievoorzitter Peter Bos heeft er zelfs jarenlang gewoond en heeft vele rechterlijke procedures aangespannen tegen ontruiming. Nu zit de partij echter in het college zit en dus medeverantwoordelijk voor ontruiming.

Woede bij VVD
Misschien is dat de reden dat de krakers toch nog een laatste kans krijgen van het college om de alternatieve locatie te accepteren. Zij moeten dan wel het pand voor 1 september vrijwillig verlaten. Doen zij dit opnieuw niet, dan wordt het pand alsnog ontruimd. De brief waarin het college hiervan melding deed leidde tot razernij bij VVD-fractievoorzitter Martin Wörsdörfer, die donderdagmiddag helaas niet voor commentaar bereikbaar was. Tegenover Omroep West noemt hij de reactie van het college niet in lijn met het vonnis. ‘Dit is onnodig. Klaar is klaar. Een achterhoedegevecht kan ook een keer te lang duren.’