Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Krimpgemeenten blijven bedrijven werven

Gemeenten houden ‘niet of nauwelijks’ rekening met de economische gevolgen van bevolkingskrimp. Net als bij woningbouw, moeten ook plannen voor retail en bedrijventerreinen regionaal worden afgestemd, bepleit het Planbureau voor de Leefomgeving.

03 december 2010

De economische gevolgen van bevolkingskrimp zullen in veel gemeenten ‘snel merkbaar’ zijn, schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving in het gisteren gepubliceerde rapport Van bestrijden naar begeleiden: demografische krimp in Nederland. Beleidsstrategieën voor huidige en toekomstige krimpregio’s.

 

Door een teruglopend aantal inwoners worden afzetmarkten kleiner, en kan ‘een overaanbod’ aan winkels, kantoren en scholen ontstaan. Dit kan leiden tot onrendabele investeringen en leegstand. Een ander probleem is de daling van de potentiële beroepsbevolking, die zich naar verwachting in ruim 90 procent van de gemeenten gaat voordoen, stelt het planbureau. Bij het begrip ‘potentiële beroepsbevolking’ gaat het om personen tussen de 20 en 64 jaar.

 

Volgens bestuurskundige Femke Verwest van het planbureau zijn gemeenten bij het begeleiden van krimp tot nu toe vooral gefixeerd op de woningmarkt. Terwijl woningbouwplannen worden geschrapt, wordt in alle krimpregio’s nog altijd een actief acquisitiebeleid gevoerd om te proberen bedrijven te lokken.

 

‘In het economisch beleid wordt nauwelijks aandacht besteed aan demografische krimp. Ik vermoed dat dit komt doordat gemeenten niet gewend zijn om te sturen op basis van demografische prognoses en dat ze bang zijn dat demografische krimp tot economische krimp leidt’, zegt Verwest.

 

Anticiperen

 

De provincie Zeeland heeft als een van de weinigen wel economisch beleid ontwikkeld dat rekening houdt met bevolkingsdaling. Ook in Eemsdelta is een eerste stap gezet: Delfzijl en Appingedam hebben afgesproken om samen te werken aan een ‘herstructurering en ruimtelijke concentratie van winkelgebied’.

 

Andere krimpregio’s moeten hieraan een voorbeeld nemen, vindt Femke Verwest. Gemeenten in gebieden die krimpen of gaan krimpen (‘anticipeerregio’s’) zouden volgens haar niet alleen hun woningbouw, maar ook hun beleid voor winkels, kantoren, scholen, zwembaden en bedrijventerreinen regionaal moeten afstemmen. ‘En waar nodig naar beneden moeten bijstellen.’

 

Het planbureau pleit voor de concentratie van voorzieningen, en voor de herstructurering en waar nodig sloop van woonwijken, winkelgebieden en bedrijventerreinen. Verwest benadrukt dat, net als bij woningbouw, lokaal economisch beleid altijd gericht is geweest op demografische groei.

 

Gemeenten zijn volgens haar geneigd om de gevolgen van krimp te bestrijden, waar begeleiding het credo zou moeten zijn: ‘Je ziet nog te vaak dat gemeenten via marketingstrategieen proberen om de bevolkingsdaling te lijf te gaan. Ze presenteren zich bijvoorbeeld op een emigratiebeurs, in de hoop nieuwe inwoners of extra huishoudens te trekken. Maar ze vissen allemaal in dezelfde vijver. Dat werkt dus niet.’

 

Het Rijk en de provincies moeten gemeenten stimuleren om regionale afspraken te maken over woningbouw, retail en bedrijventerreinen, vindt het planbureau. Hierbij moet worden samengewerkt met private partijen (corporaties, ontwikkelaars) en belangenorganisaties als MKB, VNO-NCW en Kamers van Koophandel. Bij het maken van regionale plannen zijn duidelijke financiële afspraken volgens het planbureau ‘van cruciaal belang’.

 

Afspraken over verevening of het opzetten van een sloopfonds worden als voorbeelden genoemd. Verder is ook op rijks- en provinciaal niveau het ruimtelijk, economisch en woningmarktbeleid volgens het planbureau ‘nog te eenzijdig gericht op het stimuleren en mogelijk maken van groei’.

 

Kijkend naar de arbeidsmarkt, zal het voor bedrijven in krimpregio’s steeds moeilijker worden om aan personeel te komen. Uit regionale bevolkings- en huishoudensprognoses van het planbureau en het CBS, blijkt dat in ruim 90 procent van de gemeenten de potentiële beroepsbevolking in de toekomst zal teruglopen. Verhoging van de arbeidsparticipatie door vrouwen en ouderen kan hierop een antwoord zijn. Ook innovaties die ervoor zorgen dat met minder mensen meer kan worden gedaan, kunnen helpen.

 

Gemeenten moeten volgens het planbureau meer aan voorlichting doen. ‘Alle overheden hebben de taak om bedrijven bewust te maken van de bevolkingskrimp en de daling van de potentiële beroepsbevolking. Verder zouden gemeenten kunnen stimuleren om de scholing beter te laten aansluiten op de vraag. Hoe krapper de arbeidsmarkt, des te belangrijker dit wordt’, aldus Verwest, die binnenkort aan de Radboud Universiteit haar promotieonderzoek naar de beleidsreacties van lokale overheden op krimp hoopt af te ronden.

 

 

'Nú handelen'

 

Gemeenten in toekomstige krimpregio’s moeten het roer op de kortst mogelijke termijn omgooien. Dit zegt Femke Verwest naar aanleiding van haar gisteren gepubliceerde onderzoek voor het Planbureau voor de Leefomgeving.

 

De regio Achterhoek, die eerder dit jaar haar woningbouwplannen meer dan halveerde, kan volgens Verwest als positief voorbeeld dienen. Verder kunnen de zogeheten anticipeerregio’s volgens het planbureau veel leren van de ervaringen in de drie bestaande krimpregio’s Eemsdelta, Parkstad Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. ‘Ook hier is aanvankelijk geprobeerd om de krimp te keren door nieuwe bewoners en bedrijven aan te trekken. Dit bleek niet te werken.’

 

Vewest heeft zich bij haar onderzoek gericht op de drie huidige krimpregio’s. Haar aanbevelingen strekken zich ook uit naar de tien zogenoemde anticipeerregio’s, die in de komende jaren steeds meer met demografische krimp te maken krijgen. Dit zijn Noord- en Midden-Limburg, Oost-Drenthe, de Achterhoek, Twente, de kop van Noord-Holland, Noordoost- en een deel van West-Friesland, Schouwen-Duiveland, het Groene Hart, West-Brabant en de regio Goeree-Overflakkee, Voorne-Putten, Hoeksche Waard.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie