Advertentie
ruimte en milieu / Ingezonden

Klimaatbeleid vereist andere organisatie

Ingezonden opinie door Boris Gooskens en Jordi de Vreede.

21 april 2023

Tot 28 april kunnen gemeenten en provincies bij de RVO een aanvraag indienen voor uitvoeringsmiddelen voor het klimaatbeleid. Er is ruim 300 miljoen euro per jaar beschikbaar. Dat geld is welkom, mits tegelijk de organisatievorm van gemeenten wordt aangepast.

Energie en klimaat zijn tot nu toe vooral inhoudelijke vraagstukken. In welke wijk gaan we beginnen, wat wordt het warmte-alternatief en waar hebben we plek voor windmolens of waterberging? De opgave groeit, zo ook het team duurzaamheid: de programmamanager die in zijn eentje pionierde heeft nu in veel gemeenten een flink team opgebouwd. Daarmee ontstaan andere vragen.

Het team is te groot voor één leidinggevende, de afdeling raakt uit balans, het college wil meer grip en er is behoefte aan meer verbinding met de collega’s van wonen, armoedebeleid en de wijkteams. Met de 300 miljoen euro die gemeenten en provincies kunnen aanvragen bij de RVO, is het onvermijdelijk dat het lokale klimaatbeleid ook een organisatievraag wordt.

Het valt ons op dat weinig gemeenten dit gesprek voeren

Die meer strategische rol heeft grote consequenties voor de organisatievorm en de competenties van nieuw te werven collega’s. Een gemeente die haar ambities vooral volgend laat zijn op de initiatieven uit de samenleving werkt anders dan een gemeente die zelf initiatieven ontplooit. En een college dat de transitie regionaal wil organiseren vraagt om een andere organisatie dan een college dat zelf de touwtjes in handen wil houden. Het valt ons op dat weinig gemeenten dit gesprek voeren. Het bereiken van de inhoudelijke duurzaamheidsambities komt dan direct onder druk te staan.

Gaandeweg wordt steeds duidelijker hoe complex de opgave is. Die complexiteit kan verlammend werken, waardoor in sommige gemeenten de ontwikkeling stil is komen te liggen. De extra RVO-middelen hebben tot doel de transitie te versnellen. Daartoe moet het team intern en extern de juiste verbindingen leggen. Dat vraagt om lastige keuzes. Bijvoorbeeld omdat de corporatie waarmee de wethouder wonen op ramkoers ligt een cruciale partner is geworden. Of omdat een ambitieus burgercollectief moet vertragen om andere bewoners aan boord te krijgen.

Let op dat college, raad en de concerncontroller de plannen niet dichttimmeren of kapot- verantwoorden, want dan valt er niets meer te onderhandelen of mee te bewegen.

Tot slot is onze verwachting dat de klassieke beleidsmatige aanpak niet zal werken in deze transitie. Energie en klimaat zijn innovatievraagstukken met kenmerken als onvoorspelbaarheid, risico’s en bottom-up ontwikkelingen. Er moet dus geëxperimenteerd worden. Dat past slecht bij het dna van gemeenten die zijn gericht op controle en verantwoording.

Sommige gemeenten overwegen de uitvoering op afstand te plaatsen, maar dat roept vragen op over de aansturing. Intern, of extern, de uitdaging is de transitie zo te organiseren dat de opgave verbonden is met de rest van de gemeente, maar niet vastloopt in de overheidsbureaucratie. Het is mogelijk om regie te voeren op innovatie, maar dat vraagt om scherpe kaders, creativiteit, lef en vasthoudendheid.

De energietransitie is naar onze overtuiging de grootste bestuurlijke uitdaging in lange tijd. De mate waarin onzekerheid, complexiteit, schaal en onderlinge afhankelijkheid samenkomen is uitzonderlijk. De uitdaging voor gemeenten is een aantrekkelijke en wendbare organisatie op te bouwen die deze uitdaging aan kan gaan.

Boris Gooskens en Jordi de Vreede zijn directeur en associate bij Rijnconsult.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie