‘Water en bodem sturend geen vrijblijvend evangelie’
Het kabinet-Schoof wil minder rigide vasthouden aan water en bodem als sturende factoren in de ruimtelijke ontwikkeling. Terecht?
Voor het kabinet-Schoof zijn de elementen ‘water en bodem’ niet langer sturend in onze ruimtelijke ordening, maar moet er slechts ‘rekening worden gehouden met’. Het lijkt een afzwakking van de klimaat-adaptieve ambities. Hoe kijken experts daarnaar? In het eerste deel van een serie van vijf dijkgraaf Kees Jan de Vet van waterschap Brabantse Delta.
Uniek
‘Het ministerschap van Mark Harbers [Infrastructuur en Waterstaat, 2022-2024] is in twee opzichten van grote betekenis geweest’, begint Kees Jan de Vet. ‘Hij heeft binnen het vorige kabinet water en bodem echt als de twee sturende elementen in onze ruimtelijke ordening neergezet en het belang van de waterschappen op het terrein van waterveiligheid onderstreept. Wij moeten in Brabant tussen nu en 2030 zo’n 130.000 woningen bouwen. De Brabantse waterschappen zijn, denk ik, in Nederland uniek omdat wij vanaf het nulmoment kunnen meedenken waar we die enorme opgave bouwopgave de komende jaren kunnen neerzetten. Elders in Nederland zijn er situaties waar je als waterschap aan het eind van de tunnel nog even een vinkje mag zetten. Dat leidt zelfs tot juridische disputen, zie Zuid-Holland. Bij ons is dat door het samenspel van provincie, steden en waterschappen compleet anders.’
BB Hoe kijkt u naar de uitspraken van de nieuwe minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer die het beleid van Harbers lijkt af te zwakken?
‘Ik heb daar met een loep naar gekeken. In de media wordt al gesuggereerd dat dat principe van water en bodem sturend mogelijk wordt verlaten. Zo heeft Keijzer dat niet gezegd. Maar het gaat mij wel om het belang van een consistente overheid. Ik denk dat wij als waterschappen geen tegenmacht moeten zijn bij volkshuisvesting, maar dat we moeten kijken hoe we die kunnen conditioneren. En dat daarbij het financiële belang van een projectontwikkelaar wordt afgewogen tegen dat van waterveiligheid.’
BB Welke van de twee zou in uw ogen zwaarder moeten wegen?
‘Het ligt niet zo zwart-wit. We zijn de locaties aan het uitwerken voor die 130.000 Brabantse woningen in de NOVEX-agenda. Dan kijken we als waterschappen niet geïsoleerd naar het waterplan, maar zijn we ook partij in het programmeren van de nieuwbouw. We moeten werken als één overheid: rijk, provincie, waterschappen en gemeenten. Dat was een abstractie van een paar jaar terug, die we nu in het programmeren verder uitlijnen. Dan blijken er locaties waar we beslist wél willen bouwen, maar ook waar dat beslist niet aan de hand kan zijn.’
BB Wat zie u als het voornaamste belang van het sturend maken van water en bodem?
‘Volgens mij is het hoge water in Limburg van juli 2021 daarin een belangrijk moment geweest. In de afgelopen jaren is de bewustwording over het veranderende weer en het belang van een klimaatrobuuste leefomgeving sterk gegroeid. Met dank ook aan de klimaatscenario’s van het KNMI. Water en bodem sturend is daardoor niet langer een vrijblijvend evangelie van de waterschappen, maar echt een ontwikkelpad geworden. Zo hebben we dat hier in Brabant ook pas met de burgemeesters van de vijf grote steden en de commissaris besproken. Iedereen heeft de nieuwe praktijk op zijn netvlies staan.’
BB Wat merkt de gemiddelde Brabander daarvan?
‘Onlangs gingen we met een groep mensen op excursie naar dijkversterkingsopgaven waarbij we ook langs buitendijkse bouwlocaties komen en waar zowel het waterschap als Rijkswaterstaat betrokkenheid bij heeft. Moeten we dergelijke bouwprojecten nog wel willen, de komende jaren? Wij zijn daar als Brabantse Delta heel terughoudend in. Op andere plekken doen we botsproeven om te kijken of die locaties klimaatrobuust genoeg zijn. Kijk, de waterschappen moeten ook een beweging maken. Wij moeten aangeven dat wij ook veel woningen willen bouwen en dat wij niet de nee-zeggende overheid zijn. Maar we willen wel gebiedsspecifiek kunnen aangeven dat er soms een aantal locaties bestaat waar dat de komende jaren beter niet kan. Het ziekenhuis in Venlo bleek bij de overstromingen van 2021 op de verkeerde plaats te liggen. Het waterschap had dat jaren daarvoor al aangegeven. Uit onderzoek van Investico blijkt dat 17 van de 77 ziekenhuizen in de problemen komen bij zware regenval. Water en bodem is geen vrijblijvend dispuut. Het moet tijdig in het ontwikkeltraject op tafel komen, zodat je niet achteraf juridisch of politiek moet gaan touwtrekken.’
BB Bent u er voorstander van om de regels voor toekomstbestendig bouwen in het Bouwbesluit aan te scherpen?
‘Ik ben er al jaren voorstander van om dat Bouwbesluit aan te passen. Aan de andere kant van de grens, in Vlaanderen, hebben ze dat veel beter geregeld in de vorm van het verplicht afkoppelen van het riool. Als je daar een huis bouwt, moet je zelf de wateropgave ordenen. Waterschaarste zal in Nederland een toenemend probleem worden. Hoe zou je het watersysteem in woningen kunnen veranderen? Dat gaat nu nog vaak om losse, experimentele projecten. Maar wat mij betreft is de discussie erover net zo urgent als die over de beschikbare stroom als gevolg van netcongestie.’
BB Als u Mona Keijzer zou mogen adviseren, wat zou u dan zeggen?
‘Bouw voort op de onomkeerbare weg die Mark Harbers heeft ingezet. En kom anders eens kijken in Brabant waar die lijn al volop wordt uitgewerkt.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.