Eerste hulp bij de Omgevingswet
Het Iplo weet raad als gemeenten er met de Omgevingswet niet uitkomen. Vooral rond het DSO, het overgangsrecht en rondom bouwregels.
Zo’n 1.200 vragen komen er sinds de invoering van de Omgevingswet wekelijks binnen bij het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO). ’Iets meer dan verwacht.’ Wie zijn de vragers en wat willen ze zoal weten?
Druk
De helpdesk van het Informatiepunt Leefomgeving vormt sinds begin januari de steun en toeverlaat voor gemeenten, provincies, waterschappen en omgevingsdiensten die werken met de nieuwe Omgevingswet. Alle vragen kun je hier stellen. Een grote groep inhoudelijk adviseurs (zo’n zeventig 70 fte) beantwoordt ze. En al blijft de storm die door sommige criticasters na de invoering van de Omgevingswet werd verwacht, vooralsnog uit, ze hebben het druk.
1.200 vragen
Wekelijks komen circa 1.200 vragen bij het IPLO binnen, zo’n 60 procent meer dan de 750 per week in november en december, vertelt IPLO-coördinator Hélène van der Sluijs. ‘Ook bij het bezoek aan onze website zie je bijna een verdubbeling.’ Die 1.200 vragen zijn ‘ietsje meer’ dan waar ze bij het informatiepunt op hadden gerekend, vult Jacco Schotvanger aan. Hij is afdelingshoofd Implementatie Omgevingswet en eindverantwoordelijk voor het IPLO. Maar, haast hij zich er meteen achteraan te zeggen: ‘We kunnen het aan.’
DSO
Ongeveer 40 procent van de vragen gaat over de inhoud van de wet en eenzelfde percentage over hoe om te gaan met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Schotvanger: ‘Daar zie je duidelijk een omslag van vraagstellers die zich aan het voorbereiden zijn op de inwerkingtreding naar de echte gebruikers. Hoe komt een vergunningaanvraag binnen? Hoe werkt het nieuwe omgevingsloket? De vragen worden steeds concreter en gericht op de toepassing.’
Die decentrale regels kunnen wij vanuit het IPLO niet uitleggen
Terugverwijzen
Op niet al die vragen hebben ze bij het IPLO direct een antwoord. Op vragen over decentraal beleid zelfs helemaal niet. Van der Sluijs merkte dat in de eerste weken na de invoering ook veel bedrijven en particulieren het informatiepunt benaderden. ‘Maar in de Omgevingswet is een deel van de wetgeving gedecentraliseerd. Die decentrale regels kunnen wij vanuit het IPLO niet uitleggen. Af en toe moeten wij particulieren dus weer terugverwijzen naar de gemeente, al worden ze er natuurlijk niet altijd gelukkig van als zij van het ene naar het andere loket worden verwezen.’ Inmiddels heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) daar actie op ondernomen.
Juiste loket
Samen werken IPLO en VNG eraan om vragenstellers direct bij het juiste loket te laten uitkomen. Hoewel sommige vragen dus wegvallen, nemen de vragen die de omgevingsdiensten stellen juist toe. ‘Vooral inhoudelijke, juridische vragen’, volgens Van der Sluijs.
RIO's
Samen met de regionale implementatiecoaches (RIO’s) is ze aan het monitoren welke gemeenten de meeste vragen stellen en waar het vooralsnog (te) stil blijft. Op voorhand zou je verwachten dat vooral de kleinere gemeenten zich tot het IPLO zouden wenden (die hebben immers een kleinere ruimtelijke staf), maar dat is niet aan de hand. ‘Wij treffen bij de vragen geen onderscheid naar gemeentegrootte aan.’
Ook de RIO’s kunnen veel vragen opvangen.
Website
Sommige vragen worden vaker gesteld. Rondom het overgangsrecht en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) zijn de antwoorden op veel gestelde vragen daarom vermeld op de website. Ook de RIO’s kunnen veel vragen opvangen. Van der Sluijs: ‘Als het bijvoorbeeld gaat over de implementatie van het DSO, het omgaan met participatie of de verandering in gedrag die de Omgevingswet van een gemeente vergt, dan moet je bij de RIO zijn. Maar gaat de vraag over de wet- en regelgeving en de toepassing daarvan? Dan kun je ook bij ons terecht.’
Wkb
De meeste vragen van gemeenten gaan volgens Schotvanger over de werking van het DSO, overgangsrecht en over bouwkwesties. Ook de gelijk met de Omgevingswet ingevoerde Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) veroorzaakt de nodige vragen. Van der Sluijs: ‘Omdat nog maar een deel van de Wkb in werking is, komen er vragen in de trant van: valt dit er nu al onder of niet?’
Downloadknop
Binnen het nieuwe systeem van ‘Regels op de kaart’ zochten makelaars en notarissen naar een bepaalde downloadknop om voor een locatie een pdf te kunnen downloaden van het getoonde omgevingsdocument of bestemmingsplan. Maar ‘Regels op de kaart’ is op een andere manier opgebouwd dan voorloper ‘Ruimtelijke plannen’. De downloadknop die ze zochten, die is er niet meer.’ De knop is als wens ingediend bij de beheerders van het DSO.
Je kunt niet overal in Nederland hetzelfde model toepassen
Onvolledig
Ook rond de informatieplicht van initiatiefnemers rezen vragen. Van der Sluijs: ‘Er is in de Omgevingswet bewust de keuze gemaakt om de regeldruk te verminderen. Dat heeft tot gevolg dat in sommige gevallen de gemeente of een omgevingsdienst minder informatie binnen krijgt. De eerste reactie is dan: het is onvolledig. Maar soms is dat een bewuste keuze geweest van de wetgever. We zien ook adviesbureaus vragen stellen om hun opdrachtgevers beter te kunnen helpen. Een voorbeeld: het bodemonderzoek kan sinds de Omgevingswet niet meer landelijk worden gestandaardiseerd. Je kunt dus niet overal in Nederland hetzelfde model toepassen.’
Overgangsrecht
Schotvanger constateert veel gemeentelijke vragen over het overgangsrecht. Zo veel, dat de VNG besloot er een speciaal webinar over te organiseren. ‘Wij leverden een expert met een verhaal op basis van de binnengekregen vragen. Er namen meer dan 500 mensen aan dat webinar deel. Daarna zie je het aantal vragen afnemen, al komen er daarna ook weer meer verdiepende voor terug.’
Calamiteit
‘Het is druk, maar onder controle’, reageert Van der Sluijs. ‘Er zullen vast nog wel fouten of onduidelijkheden in de wetgeving naar bovenkomen vanuit de uitvoeringspraktijk en er wacht ons geheid nog een keer een grote calamiteit. Maar over het algemeen loopt het zoals verwacht. ’
Lees het hele interview deze week in BB03 (inlog)
Kan iemand mij uitleggen wat daar de winst van is?