Het zogenaamde grote verhaal van EZK
Het rijk legt gemeenten wel even uit hoe de wereld van de energietransitie in elkaar zit, constateert columnist Almar Otten.
Niet vaak zag ik een beter voorbeeld van de kloof tussen rijksambtenaren en de echte wereld dan in de woorden van de directeur Economische Zaken en Klimaat op bladzijde 41 van Binnenlands Bestuur van 30 september jl. Zijn laatste woorden luiden: ‘Als wij het grote verhaal beter vertellen, kunnen gemeenten hun burgers beter informeren. Dit is wat wij doen en zo past het in het landelijke beleid.’
Waarom vind ik deze uitspraak fout? Laat ik makkelijk beginnen: ‘hun burgers’ suggereert een hiërarchische verhouding, niet alleen tussen gemeenten en hun inwoners, maar ook tussen rijk en gemeenten. Burger vervangen door inwoner klinkt al beter.
Meer moeite heb ik met de patriarchale toon: de wijze vader of moeder die het onwetende kind moet helpen om te snappen wat er aan de hand is. Het rijk gaat gemeenten uitleggen hoe de wereld in elkaar zit, zodat gemeenten dat weer kunnen uitleggen aan hun inwoners. Het had de directeur gesierd als hij de gemeenten had uitgenodigd om hem te vertellen wat het grote verhaal van de praktijk is.
Ronduit naïef of arrogant vind ik het om te veronderstellen dat een adequate uitleg over het landelijk beleid, het grote verhaal, enig effect heeft in verhitte gesprekken over het al dan niet plaatsen van windmolens. Maar misschien snap ik niet goed wat de directeur bedoelt.
Wat mij, los van het bovenstaande, het meest bezighoudt is de vraag: welk groot verhaal heeft de directeur in zijn hoofd? Refereert hij aan het klimaatakkoord, aan de maximale anderhalve graad opwarming, aan de stijgende energieprijzen, aan de ingewikkelde afweging van belangen?
Of aan het verhaal dat op Prinsjesdag is gepresenteerd? Daarin staat kabinet meer wil doen om de klimaatdoelen van 2030 (55 procent minder CO2-uitstoot) en 2050 (klimaatneutraal) te halen. Ook wil Nederland minder afhankelijk worden van gas uit Rusland. Daartoe zien zij het volgende:
- Een Klimaatfonds van 35 miljard, onder meer bedoeld voor vergroening van de industrie, verduurzaming of de bouw van nieuwe kerncentrales.
- Extra windparken op de Noordzee waardoor in 2030 10,7 gigawatt extra aan windenergie wordt geproduceerd, 2 keer zoveel als alle Nederlandse huishoudens jaarlijks samen gebruiken.
- De plicht van bedrijven om alle energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder.
Misschien kan het ministerie van EZK hun ‘grote verhaal’ een beetje goed vindbaar op hun website zetten. Dat zou een goed beginpunt kunnen vormen van een gesprek tussen ‘de praktijk’ en het rijk over een gedeeld groot verhaal. Ik zag net de toespraak waarmee de heer Remkes zijn rapport aanbood aan de twee betrokken ministers. Daarin hoorde ik vooral een oproep om te komen tot een gezamenlijk verhaal.
Waar ik als gemeenteambtenaar vooral behoefte aan heb is een beeld van ons toekomstig energiesysteem. Daarin staan veelvormigheid van energie(opwek) en balans tussen vraag en aanbod centraal. Een mooie invulling daarvan werd op 4 oktober gegeven door Richard van Leeuwen tijdens zijn lectorale rede, genaamd ‘Nieuw evenwicht: uitdagingen en oplossingen voor de opschaling van duurzame energie’.
Zo’n beeld helpt mij om met inwoners in gesprek over de vraag of en zo ja wanneer wij windmolens en zonneparken moeten bouwen in het landelijk gebied rondom Deventer. Het is in ieder geval beter dan verwijzen naar een Klimaatakkoord waarin door bestuurders van rijk, provincies, gemeenten en waterschappen is afgesproken dat we 35 TWh duurzame energie op land gaan opwekken.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.