'Het was minder uitgewerkt dan we dachten'
Gemeenten voeren maar een beperkte regie over de warmtetransitie, ontdekte het PBL in de Transitievisies Warmte.
De Transitievisies Warmte (TVW) van gemeenten zijn vaak ‘voorwaardelijk en weinig concreet’, concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving eerder deze week in een analyse van 338 van die warmteplannen. Projectleider Folckert van der Molen licht de resultaten toe.
BB De Transitievisies Warmte zijn vormvrij. Hoe lastig was dat voor jullie als onderzoekers?
Van der Molen: ‘Behoorlijk. We hebben vooral daardoor meer dan een jaar over onze analyse gedaan. Die vormvrijheid is ooit ten tijde van het Klimaatakkoord zo afgesproken. De suggestie is toen al wel over tafel gegaan om er toch een vast format voor af te spreken. Maar op dat moment was de indruk dat het beter was als gemeenten meer vrijheid zouden krijgen. Omdat het nog visievormende stukken zijn, leek het toen niet goed dat proces te veel in te kaderen.’
BB Moeten volgende versies uniformer van karakter zijn?
‘Daar zitten wel voordelen aan. Al is het maar door een aantal verplichte onderdelen erin te zetten. Of een bepaalde vraag waar in elk geval een helder antwoord op moet komen. Het zou ook helpen als met gemeenten concretere warmtedoelen worden afgesproken. Zodat we preciezer kunnen bepalen wat er van elke gemeente wordt verwacht.’
BB Bij de regionale energiestrategieën zijn die kwantitatieve doelen er wel. Kunnen die hier aanknopingspunten bieden?
‘De RESsen bestaan uit twee elementen: een stuk over elektriciteit en een stuk over warmte. Het kwantitatieve doel van de RESsen gaat over die elektriciteit. Daarin hebben ze niet veel te maken met wat er in de Transitievisies Warmte staat. Wat betreft het warmtedeel hebben de RESsen een andere functie. Dan gaat het vooral om het coördineren van de regionale aspecten van de warmteplannen. In de laatste versie van de RESsen hebben veel regio’s daar ook al wat over gezegd. Sommige hebben warmtebronnen geïnventariseerd. Maar het kon niet kwantitatief worden gemaakt omdat de warmtevisies er nog niet lagen.’
BB En nu die er wel zijn?
‘Het zou kunnen dat er ook bij warmte meer regionale afstemming nodig is. Wij verwachtten op voorhand dat die er al zou zijn bij warmtebronnen om grote warmtenetten te voeden. Maar dat is nog niet aan de orde. We troffen in de TVW’s maar enkele plannen aan voor gemeente-overstijgende warmtenetten. Soms bij een kleine gemeente naast een grote stad. En we kwamen een paar heel grote warmtenetten tegen die eigenlijk al een project op zich zijn, zoals WarmtelinQ in Zuid-Holland of het Amernet. Of die regionale afstemming op termijn wel aan de orde gaat komen, dat weten we op dit moment gewoon nog niet.’
We troffen in de TVW’s maar enkele plannen aan voor gemeente-overstijgende warmtenetten
BB U kwam het uitgangspunt van ‘woonlastenneutraliteit’ voor de burger in weinig gemeentelijke visies tegen. Wat is uw verklaring daarvoor?
‘Dat kunnen we niet precies aanwijzen. Het zou kunnen zijn dat een wat algemener terminologie als ‘haalbaar en betaalbaar’ die rol inmiddels een beetje heeft overgenomen. Het zou ook kunnen dat het een heel bewuste gemeentelijke keuze is, omdat woonlastenneutraliteit voor gemeenten nu eenmaal bijna niet te garanderen is. Dan is een bredere term veiliger. Althans, dat is de indruk die we soms krijgen, maar zo hebben gemeenten het natuurlijk niet zelf opgeschreven.’
BB Ook netcongestie speelt maar een bescheiden rol in de warmtevisies. Wordt dat probleem door gemeenten nog steeds onderschat?
‘Er wordt op dit moment relatief weinig ingezet op het grootschalig uitrollen van elektrische warmtepompen. De grootschaliger plannen betreffen nu nog vaak warmtenetten. Dus wie weet dat het probleem in de ogen van gemeenten nog niet ontstaat omdat ze daarvoor te weinig elektrificeren. Het zou ook kunnen dat gemeenten er wél oog voor hebben, maar dat ze het op andere momenten met de netbeheerder bespreken. Dus dat het niet ook nog eens specifiek hoeft te worden benoemd in dit document.’
In algemenere zin kijken gemeenten wel naar meekoppelkansen
BB Het percentage gemeenten dat meekoppelkansen aandraagt als voorwaarde voor de warmtetransitie is met 13 procent niet hoog. Een gemiste kans?
‘We zien het inderdaad in weinig gevallen als voorwaarde worden genoemd. In algemenere zin kijken gemeenten er wel naar. Je hebt altijd het gevoel dat je een kans laat liggen als je dat niet doet. Maar het gelijktijdig met het verduurzamen van de warmte verbeteren van – bijvoorbeeld – het riool maakt je planproces een stuk complexer. Daardoor is ook de kans aanwezig dat het allebei niet doorgaat.’
BB Bedrijventerreinen worden maar mondjesmaat genoemd, terwijl daar toch vaak belangrijke warmtebronnen liggen.
‘Daar heb ik geen verklaring voor. We hebben een handjevol gemeenten gezien dat aangaf: de opgave gaat voornamelijk over woningen, dus de bedrijventerrein vormen een andere sector die buiten de scope van deze visie valt. Een ander verklaring zou kunnen zijn dat gemeenten het gevoel hebben dat ze minder grip op de bedrijventerreinen hebben. Dat ze volstaan met verwijzen naar een parkbeheerder en zeggen: die ondersteunen wij.’
BB Wat beklijft bij u als algemeen oordeel over de aanpak van gemeenten?
‘In het begin leefde bij mij het beeld dat deze plannen wijk voor wijk zouden aangeven wat globaal de oplossing gaat zijn en wanneer. Maar het was nog een stap minder uitgewerkt dan we hadden verwacht. Ik zou op basis van deze plannen geen kaartje durven maken van hoe de warmtevoorziening er over een aantal jaren uitziet. Er zijn meerdere partijen die daar in hun hoofd al wel rekening mee hadden gehouden. Zoals netbeheerders, die zich afvragen waar ze moeten gaan verzwaren. Die zullen misschien teleurgesteld zijn dat dit soort plannen daar niet geschikt voor zijn. En, als tweede opvallende punt: wanneer je als overheid de regierol in de warmtetransitie bij gemeenten legt, betekent het dat zij de regisseurs zijn van de warmtetransitie. Wij constateren nu dat alle gemeentelijke plannen optellen tot grofweg een vijfde van de nationale warmte-opgave tot 2030. De rest moet van elders komen. In hoeverre voeren gemeenten dan nog de regie? Op die vraag gaan we ons nog verder bezinnen.’
En die "meekoppelkansen" is natuurlijk ook een giller. Alsof overal het riool en het asfalt vervangen moet worden. Alsof rioolvervanging hetzelfde tempo aanhoudt als de aanleg van een warmtenet. Echt: als je NUL verstand hebt hebt van civiel werk, dan geloof je in "meekoppelkansen".