Corporaties onder aansturing van gemeenten?
Nieuwe BB-columnist Michael de Groot maakt een analyse van een onduidelijk, maar belangrijk zinnetje uit het Regeerakkoord.
Dat ene zinnetje in het regeerakkoord heeft flink wat los gemaakt: “Corporaties komen onder directe aansturing van gemeenten”. Wat wordt bedoeld? Duidelijkheid vanuit de nieuwe regering is er nog niet. Brancheorganisaties tasten eveneens in het duister. Maar misschien is het niet zo ingewikkeld. Een analyse.
In 1993 werden gemeenten toezichthouders van corporaties. Dat bleek geen goed idee. De rol van de gemeente als partner van de corporatie kwam ermee onder druk te staan. Het toezicht werd in 19998 weer teruggelegd bij de centrale overheid. De bedoeling was dat gemeenten hun “partnerrol” als volgt konden invullen: de gemeente bepaalt het volkshuisvestingbeleid, waarna de corporatie haar activiteiten daarop afstemt en partijen dit concretiseren in prestatieafspraken. Zo is het op te maken uit de toelichting op het BBSH.
Het BBSH zelf bepaalt er echter niet veel over. De enige concrete verplichting is dat corporaties elk jaar een activiteitenlijst moeten opstellen en aan de gemeente toesturen. Een plicht tot het opstellen van volkshuisvestingbeleid en het sluiten van prestatieovereenkomsten is er niet. Een norm voor het handelen van de corporatie wel. Het BBSH bepaalt dat corporaties bij hun werkzaamheden het volkshuisvestingbeleid in acht nemen.
Als we de toelichting op de Herzieningswet – die bij de Eerste Kamer ligt – bekijken, zou het nu anders moeten worden. Het volkshuisvestingbeleid staat centraal en corporaties moeten zich daarop richten. Doen zij dat niet, dan kan de minister worden ingeschakeld. Maar ook nu is er niet veel van terug te lezen in de regelgeving zelf. Gemeenten worden nog steeds niet verplicht tot het vaststellen van volkshuisvestingbeleid of prestatieafspraken.
De minister heeft de Tweede Kamer toegelicht dat dit uit respect is voor de gemeentelijke autonomie; Volkshuisvestingbeleid is belangrijk, maar het gaat niet aan gemeenten ertoe te verplichten. Wel kent de Herzieningswet sancties als geen volkshuisvestingbeleid wordt vastgesteld. De weg naar de minister wordt afgesneden en corporaties kunnen niet worden aangesproken. Maar de gemeente die wel volkshuisvestingbeleid vaststelt, krijgt een handreiking; De Herzieningswet bepaalt dat het volkshuisvestingbeleid niet alleen in acht moet worden genomen, er moet aan worden bijgedragen. Met het BBSH is dat ook al de bedoeling, maar in de Herzieningswet wordt het nadrukkelijk opgeschreven. Al met al een schrale oogst.
Met een heldere structuur voor de samenwerking tussen gemeente en corporaties kan veel winst worden behaald. De Herzieningswet komt daar niet aan tegemoet. De handelwijze voor gemeenten blijft voor een groot deel onbeschreven uit respect voor de gemeentelijke autonomie. Mijn conclusie is dat de Herzieningswet in de relatie tussen gemeente en corporatie weinig nieuws brengt. Overigens zet ik vraagtekens bij het argument van de gemeentelijke autonomie. Gemeentelijke exploitatieplannen en anterieure overeenkomsten zijn ook in de wet beschreven. De gemeentelijke praktijk maakt er dankbaar gebruik van.
Dan dat zinnetje uit het regeringsakkoord. Is echt een aardverschuiving bedoeld? Als gemeenten in juridische zin corporaties moeten aansturen, zou dat betekenen dat corporaties veel directer door de overheid worden aangestuurd. Dat heeft nogal wat consequenties. Bijvoorbeeld dat corporaties aanbestedende diensten worden, waardoor de Aanbestedingswet dan ook voor hen zal gelden. Dit zal waarschijnlijk niet bedoeld zijn.
Meer voor de hand ligt het dat het zinnetje opnieuw een voorbeeld is van ferme taal, waarbij het maar de vraag is in hoeverre dit in de regelgeving wordt opgenomen. Mijn inschatting is dan ook dat het zinnetje niet leidt tot aanpassing van de Herzieningswet. Maar wie weet, wordt er toch voor gekozen de regierol van gemeenten wat duidelijker vast te leggen in de wet. Er zou winst mee behaald kunnen worden.
Michael de Groot
Dit was de eerste column van Michael de Groot.
Dat is een goede zaak zou je inderdaad op het eerste gezicht zeggen. De gemeente staat voor haar burgers en die behartigt de belangen daarvan.
Was het maar zo. Vele gemeenten, en in het bijzonder B&W. die hebben een VISIE. En niet zomaar een! Een Visie 2020, 2025, 2040. Met vooral potente, liefst zo hoog mogelijke opgeleide, burgers die desnoods van elders gelokt moeten worden. En zeker niet van dat soort Untermenschen die er nu wonen. Die zou je moeten kunnen lozen zoals wethouder Wiebes van Amsterdam zou willen. En was hij nou maar de enige die daar zo over denkt.