Het grote verschil tussen niet fout en goed
Morele verontwaardiging van burgers ontstaat vaak juist daar waar regels niet worden overtreden, maar de bedoeling van de regels niet uit de verf komt. Bijvoorbeeld vanwege een creatieve uitleg van de regels die vooral goed is voor het eigen belang van de bestuurder.
Er is iets interessants gaande in Nederland. Onze minister van Financiën heeft - voordat hij minister werd - belasting ontweken en verdedigt zich met de stelling dat hij niets illegaals heeft gedaan. Hij heeft zich aan de regels gehouden en dus was het niet fout. Bestuursrechters vinden van zichzelf dat zij in de Toeslagenaffaire niet op de juiste manier hebben recht gesproken. Terwijl ze wel de regels hebben toegepast. Handelen volgens de regels kan dus niet fout en toch nog niet goed zijn.
Over de Omgevingswet gaf een woordvoerder van het ministerie op een van de congressen van Binnenlands Bestuur de zaal mee: ‘Niet geregeld betekent niet dat het niet moet!’ Een andere woordvoerder maande de zaal bij een andere bijeenkomst met: ‘Let op wat we niet geregeld hebben!' Dat gaat nog verder: zonder regels is er toch iets nodig om het goed te doen. Bij de Omgevingswet is het dus helemaal: niet fout is nog niet goed. Iets kan niet verplicht zijn en toch moeten. Best verwarrend allemaal.
Wat onze minister van Financiën betreft, schreef een columnist in de krant dat er juridisch gezien geen speld tussen zijn redenering past. Maar moreel gezien past er een heel naaiatelier tussen.
Er is kennelijk een verschil tussen de juridische werkelijkheid en de echte werkelijkheid. In de juridische werkelijkheid doe je het goed als je legaal handelt en je aan de regels hebt gehouden. In de echte werkelijkheid is dat niet voldoende. Daarin spelen intenties, effecten, voorbeeldrollen, ethische principes, verstrengelde belangen een bepalende rol. Legaal handelen en je aan de regels houden is slechts een onderdeel daarvan.
Morele verontwaardiging van burgers ontstaat vaak juist daar waar regels niet worden overtreden, maar de bedoeling van de regels niet uit de verf komt. Bijvoorbeeld vanwege een creatieve uitleg van de regels die vooral goed is voor het eigen belang van de bestuurder. Dan maakt het ook niet meer uit dat die bestuurder daarbij geen andere mensen heeft benadeeld. Van bestuurders en ambtenaren bij de overheid wordt namelijk meer verwacht dan juridische slimmigheid. Juridische kennis en vaardigheid moet vooral ingezet worden om maatschappelijke doelen te halen.
Misschien zijn we de weg een beetje kwijt in het bos van regels, de bedoeling van regels, beleidsdoelen, uitvoeringspraktijken en moreel handelen. Het strafrecht wordt er vaak bijgehaald als rechtvaardiging. ‘Ik doe toch niets waarvoor ik gestraft kan worden. Dan doe ik het toch goed?'
Ook bij het aftreden van GS en de commissaris van de koning in Limburg dit jaar, leek het erop alsof sommige betrokkenen geen idee hebben van de marge tussen als persoon iets doen wat niet strafrechtelijk verboden is en bestuursrechtelijk de juiste besluiten nemen. Die marge is heel groot. Die bepaalt bovendien de politieke geloofwaardigheid van iemand. Die marge niet zien, heeft grote morele verontwaardiging van burgers en afbreuk van het vertrouwen in de overheid tot gevolg. Juist mensen die bezig zijn met regels en besluiten moeten die marge kennen.
Bij de Omgevingswet is door het ministerie sterk uitgedragen dat er meer nodig is dan regels. Het gaat om het halen van maatschappelijke doelen. Regels zijn instrumenten om die doelen te halen. Het gaat ook om effectiviteit en efficiency. Leidt de regel - en dat geldt ook voor besluiten - tot het halen van het gewenste doel? Of is daar meer voor nodig?
Die vraag wordt indringender bij een mentaliteit waarbij het oprekken van regels, het letterlijk uitleggen ervan en de effecten er los van zien, normaal wordt gevonden. Niet fout wil bij de Omgevingswet niet zeggen dat het goed is. Burgerparticipatie is bijvoorbeeld voor een initiatiefnemer die een vergunning nodig heeft niet verplicht gesteld. Maar het moet eigenlijk wel. Het is niet verplicht, omdat er gevallen denkbaar zijn waarbij het ‘too much’ is, bijvoorbeeld een inpandige verbouwing. Het is ook niet verplicht om beleid uit de omgevingsvisie uit te werken in programma’s. Maar het moet eigenlijk wel, omdat de omgevingsvisie als toetsingskader wel eens veel te abstract kon zijn.
Los van het verschil tussen strafrecht en bestuursrecht en de marge tussen rechtsregels en beleidsdoelen hebben we binnen het bestuursrecht ook meer recht dan alleen regels. Er is ook nog zoiets als de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met onder meer het verbod van willekeur, het gelijkheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel. Die zijn niet opgehouden van belang te zijn toen de Algemene wet bestuursrecht kwam. Recht spreken is dus meer dan regels toepassen, vinden de bestuursrechters kennelijk nu ook.
Niet fout is heel iets anders dan goed. Misschien is het tijd om andere mensen dan juristen bij de overheid invloed te geven. Zei de juriste.
Trees van der Schoot
Lees hier meer columns van Trees van der Schoot
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.