Advertentie
ruimte en milieu / Column

Het waterdebat nadert zijn hoogtepunt

De veranderde 'water en bodem-koers' van dit kabinet is meer dan een kwestie van semantiek, vindt Friso de Zeeuw.

03 december 2024

Dit kabinet schakelde van ‘water en bodem sturend’ over naar ‘rekening houden met water en bodem’? Maakt het eigenlijk verschil? Als je de reeks van vijf interviews leest die Martin Hendriksma voor Binnenlands Bestuur hield met experts en bestuurders, dan zou je denken: dat verschil bestaat nauwelijks; het is meer een kwestie van semantiek of zelfs maar een taalspelletje.   

Hier stuiten we op een misvatting. Het verschil in terminologie markeert wel degelijk een andere benadering, die politiek debat, maatschappelijke discussie en andere inhoudelijke beleidsuitkomsten met zich meebrengt.          

In de Tweede Kamer gaat het er bij wateronderwerpen in relatie tot de urgentie van woningbouw stevig aan toe. Het debat voltrekt zich meestal langs het traditionele links-rechts schema. Links verkondigt − vooral bij monde van Geert Gabriels (PvdA/GroenLinks) − fel de onversneden ‘water sturend’-boodschap, zoals voormalig minister Mark Harbers (I&W) die neerlegde in de Kamerbrief van november 2022.

Daartegenover staan Pieter Grinwis (CU) en zijn ‘watermattie’ Peter de Groot (VVD) die uitdrukkelijk uitgaan van ‘ja, mits’ als het om gebiedsontwikkeling gaat. Zij willen allerlei ‘water sturend’-uitvoeringsmaatregelen toetsen op te vergaande beperkingen en randvoorwaarden die de woningbouwplanning kunnen beperken. Een door hen ingediende motie met die strekking schoorde een twee-derde Kamermeerderheid. Met een vergelijkbare stemverhouding sprak de Tweede Kamer zich uit tegen het voorgenomen woningbouwverbod aan de randen van het Markermeer en enkele andere wateren.

Ook ‘te velde’ speelt de discussie over kaderstelling en normering. Ik noem als voorbeeld het dispuut over de gebiedsontwikkeling Vijfde Dorp in de Zuidplaspolder. Het geschil tussen gemeente en waterschap − dat inmiddels bij de rechter landde − gaat in hoofdzaak om de eis om de vloerhoogte van de woningen 20 centimeter hoger te leggen. Extra kosten: circa 15 miljoen euro.

De gemeente Hollands Kroon vreest dat in de grote polder Wieringermeer nauwelijks nog economisch activiteiten zijn toegestaan

Een ander voorbeeld gaat over de vraag welke norm gaat gelden voor de opvang van stortbuien in nieuwe woongebieden. 90 millimeter per uur zoals het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft bepaald? Of is 60 millimeter per uur voor het grootste deel van land toereikend? In Limburg wil het waterschap gebieden van bebouwing uitsluiten. Het provinciaal bestuur wil dat per locatie bekijken. In Noord-Holland vreest de gemeente Hollands Kroon dat in de grote polder Wieringermeer nauwelijks nog economisch activiteiten toegestaan zijn vanwege de waterhuishouding. Zo kan ik doorgaan.                               

In 2025 gaan meer tekening in de water- en bodem-kwesties komen. Op een aantal fronten zal men volgens de oud-Hollandse gewoonte consensus bereiken; bij andere aspecten zal het debat langer duren. Voor welke items geeft de bepaling van een landelijke norm (of landelijk kader) aan alle partijen duidelijkheid en werkt die daarmee versnellend? En hoe ziet die norm er dan uit? Daarbij komen aspecten kijken als tijdshorizon, risico-inschatting en -acceptatie, alsook kosten en kostendragers. Op andere fronten zal juist de gebiedsgerichte aanpak, met maatwerk en ontwerpvrijheid de beste uitkomst bieden.

Intussen gaan ontwikkelingen in redelijke harmonie ook hun gang. Steeds vaker worden waterschappen vroegtijdig bij de planontwikkeling betrokken, hoewel dat nog beter kan.  Voor grote gebiedsontwikkelingen worden eerst gedegen analyses gemaakt van water en bodem: Gnephoek/Alphnen a/d Rijn, Almere-Pampus en Rijnenburg/Utrecht.

Binnen woningbouwplannen maakt verharding vaker plaats voor groen en water. En het besef groeit dat we zoet water moeten vasthouden voor droge tijden, in plaats van zo snel mogelijk afvoeren.

In haar interview met Binnenlands Bestuur brengt Jannemarie de Jonge (rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving) in herinnering dat in het begin van de jaren negentig het adagium ‘water sturend’ als toekomstgericht concept opkwam. Daarna verflauwde de aandacht snel. De wedergeboorte, 35 jaar later, leidde in de waterwereld tot euforie. Maar ook wel tot verabsolutering van het ‘waterbelang’ en degradatie van beproefde en nieuwe technische oplossingen. In 2025 zoeken we naar een werkbaar evenwicht.               

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie