Advertentie
ruimte en milieu / Column

Haal de stekker uit de RES. Nu.

De RES is een chronisch ruziemodel dat beroerd uitpakt voor de ruimtelijke ordening in Nederland.

19 februari 2025

Het is een prima move van de Tweede Kamer om een eind te willen maken aan de RES-regio’s. In 2030 ‘of eerder’, zegt de aangenomen motie. Van begin af aan vond ik de regionale energiestrategieën een gedrocht, vanwege de bestuurlijke constructie én de inhoudelijke opdracht. Nu is de tijd rijp om te stoppen. 

Aanleiding voor de opzet van de RES-structuur vormde de kater over het besluitvormingsproces rond een groot windturbinepark in de Drentse Veenkoloniën. Ondanks langdurig en fel verzet vanuit de bevolking en de gemeenten, heeft de rijksoverheid dit project  doorgedrukt op een manier die op alle punten kritiek verdient. Uiteindelijk gaf de Raad van State in 2018 het groene licht voor het project.  

Lering trekken uit de gang van zaken was logisch, maar de remedie was erger dan de kwaal: een sectorale, decentrale opzet. Met weer een nieuw samenwerkingsconstruct, naast de normale bestuursstructuur en al die andere sectorale regionale samenwerkingsverbanden. In dertig energieregio’s moesten gemeenten en provincies locaties vinden voor windturbines en velden met zonnepanelen. Samen moesten die 35 terrawattuur (Twh) aan hernieuwbare energie opleveren, voor 2030. Dat was de ‘opdracht’ van het Klimaatakkoord. Het ging bij benadering om 1.000 megawindmolens (hoogte circa 200 meter), 2.000 ‘gewone’ windmolens en 20.000 hectares aan zonneweides.

Het wekt geen verbazing dat zich in de RES'en vooral beleidstijgers, energietechnocraten en klimaatrakkers nestelden. Met engagement en toewijding gingen zij aan de slag. De – voorzienbare – netcongestie maakte hun opdracht er niet makkelijker op.       

Dat de RES'en de doelstelling van 35 Twh zouden halen, althans op papier, overtreft mijn verwachtingen. Maar de gevolgen zijn voor typisch Nederlandse landschappen en grote wateren desastreus. 

Zo staan in de buurt van landgoed Twickel turbines met een tiphoogte van 280 meter op het programma

In ons verstedelijkte land zijn nog steeds gebieden te vinden die getuigen van de boeiende wordingsgeschiedenis door de eeuwen heen. Deze vaak kleinschalige landschappen herbergen doorgaans ook een hoge natuurwaarde. Ik noem als voorbeelden het coulisselandschap in Twente, Nationaal Landschap Het Groene Woud in Brabant, de Veluwe, het Friese merengebied, het Geingebied op de grens van Noord-Holland en Utrecht, het Grevelingenmeer. Ze hebben allemaal te maken met plaatsing van megawindtubes. Zo staan in de buurt van landgoed Twickel turbines met een tiphoogte van 280 meter op het programma. Ter oriëntatie: de Eifeltoren is 300 meter hoog. Elders blokkeerden mega-windturbineplannen jarenlang woningbouwplannen, zoals Rijnenburg (Utrecht) en Bleizo (Lansingerland bij Zoetermeer). Op andere locaties overdekken vlaktes zonnepanelen goede landbouwgrond.           

Omdat al die dertig regio’s in hun eigen territorium gaan zoeken en afwegen, ontstaat een boterham met hagelslag van windmolens en zonneweides over het hele land. Aard en omvang van de opgave sporen niet met het schaalniveau van de besluitvorming, dat is de kern van het probleem. De versnippering door windturbines met tiphoogtes van 150 meter tot 300 meter en uitgestrekte velden met zonnepanelen pakt beroerd uit voor de ruimtelijke ordening in de Nederlandse context.

Het roept heftige maatschappelijke discussies op en er ontstaan kleine burgeroorlogen. Niet alleen hebben windturbines en zonnevelden impact op het landschap en ecologie. De directe leefomgeving en gezondheid van bewoners komt in het geding. Voorstanders en zakelijk belanghebbenden bij plaatsing wonen om de hoek; ook zij hebben een legitiem standpunt. De vraag is wie dan arbitreert bij zo’n diepgaand meningsverschil.

De meeste provincies hebben momenteel hoogoplopende conflicten met gemeenten

Hier wreekt zich een ander manco van de regionale energiestrategieën: de vaagheid in de bestuurlijke verantwoordelijkheid, onder het mom van bestuurlijke vernieuwing. ‘Gelijkwaardig samenwerken aan de ambitie aan hernieuwbare energie op te wekken. Niemand is er de baas’, gold als uitgangspunt. Leuk als je het met elkaar eens bent, maar onverteerbaar bij conflicten.

De bestuurlijke ruzies blijven dan ook niet uit. Sterker nog: de meeste provincies hebben momenteel hoogoplopende conflicten met gemeenten. Disputen tussen overheidsinstanties horen erbij: ze hebben verschillende ambities, schaal-oriëntaties en politieke voorkeuren. Daarom is ‘optreden als één overheid’ ook zo’n mallotig adagium. Maar de RES representeert een chronisch ruziemodel, simpelweg omdat de grootschalige opgave niet past op het decentrale, sectorale organisatiemodel. Dat bovendien een heldere bevoegdhedenattributie ontbreekt, verergert de zaak.

Met de afbouw van de RES-structuur kan men nu beginnen, met toedeling van de expertise (want die is er wel degelijk) aan provincies en gemeenten. Voor zover op land nog geschikte locaties zijn te vinden voor hoge windturbines en uitgestrekte vlaktes met zonnepanelen, moeten die worden aangewezen in de Nota Ruimte; dat is het juiste schaalniveau en het geëigende integrale kader. Dan zal blijken dat in ons land de reële opties voor verantwoorde  inpassing nog beperkt zijn.          

Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei stelde: ’We moeten de klimaatafspraken halen en daarom moet de RES doorgaan.’ We hebben echter de keuze: iets later die afspraak halen versus onherstelbare aantasting van unieke Nederlandse landschappen, chronische bestuurlijke ruzies, ontwrichting van lokale gemeenschappen en gezondheidsschade. Hoog tijd voor een grondige herbezinning.          

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie