Grote verschillen in subsidiëren tuinvergroening
In de helft van de gemeenten kunnen inwoners het vergroenen van hun tuin laten subsidiëren. Maar de verschillen zijn groot.
Geld ontvangen van je gemeente voor het afkoppelen van een regenpijp, het wippen van tegels of het aanleggen van een ‘regentuin’. In de ene gemeente wordt het de burgers financieel makkelijk gemaakt in een andere moeten ze het helemaal zelf betalen. Soms zijn er zelfs binnen gemeentegrenzen opvallende verschillen, zo blijkt uit onderzoek door Centraal Beheer.
Arnhem
Inwoners van Arnhem-Zuid die hun tuin willen verduurzamen zijn beter af dan die van Arnhem-Noord. De zuidkant van de Rijn heeft recht op subsidie op de aanschaf van een regenton waar de Arnhemmers die benoorden de Rijn wonen naar kunnen fluiten. Ook ligt de investeringsgrens waarboven je subsidie kunt aanvragen in de zuidelijke helft van de stad lager.
Waterschappen
De Arnhemse verschillen hebben niets te maken met gemeentelijk beleid, maar zijn het gevolg van de grens van de waterschappen die dwars door de stad loopt. Het ene waterschap blijkt guller met subsidies dan het andere.
Provincies
Niet alleen binnen Arnhem, ook binnen Nederland bestaan grote verschillen. Inwoners van Flevoland zijn het beste af. Daar kun je in alle gemeenten op (door de provincie aangeboden) subsidie rekenen als je je tuin wilt vergroenen. Ook Gelderland (84 procent van de gemeenten) en Utrecht (73) scoren hoog. In Noord-Holland biedt minder dan één op de tien gemeenten subsidie aan: 9 procent.
Spaargeld
Hoewel de helft van de gemeenten subsidie aanbiedt, doet een veel kleiner deel van de burgers daar een beroep op: 21 procent. De meeste inwoners zetten er hun spaargeld voor in. Het onttegelen van tuinen ontlast het riool en draagt bij aan lagere temperaturen in de zomer.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.