Steun voor maatregelen betaalbare huur
84 procent van de respondenten vindt de huidige gemiddelde huurprijs van een woning in de vrije sector in Nederland onredelijk.
De meeste Nederlanders zijn voorstander van overheidsingrijpen in de huurprijzen wanneer deze te hoog worden en niet meer in verhouding staan tot de kwaliteit van de woning. Dat blijkt uit een opinieonderzoek naar de werking van de Wet Betaalbare Huur in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Stijging het grootst in G4
De afgelopen vijf jaar zijn de huurprijzen in de vrije sector fors gestegen als gevolg van de schaarste op de woningmarkt. Met name in de steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag (G4) is de stijging het grootst. Bij een verhuizing bedroeg de maandelijkse huurstijging tussen 2017 en 2022 gemiddeld ruim 100 euro. In de G4 lag dit zelfs op 160 euro. Een groeiend aantal huurders betaalt huurprijzen die niet in verhouding staan tot de kwaliteit van de woning, met name in de middenhuursector. In 2018 had 28 procent van de middenhuurwoningen een hogere huurprijs dan de maximale huurprijs volgens het woningwaarderingsstelsel (WWS). In 2021 was dit percentage gestegen tot 41 procent, volgens gegevens van het WoON-onderzoek 2021.
Draagvlak voor ingrijpen is groot
Om huurders een eerlijke prijs te laten betalen voor hun woning, wil de regering de middenhuur reguleren en het WWS verplicht stellen. Dit wordt geregeld via het wetsvoorstel Betaalbare Huur en een wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte. Uit het opinieonderzoek blijkt dat er een groot draagvlak is voor deze maatregelen. Maar liefst 84 procent van de respondenten vindt de huidige gemiddelde huurprijs van een woning in de vrije sector in Nederland (ongeveer 1.011 euro per maand voor 60m2) onredelijk. Een even groot percentage (86 procent) is van mening dat het de taak van de overheid is om in te grijpen wanneer de huurprijzen te hoog worden en niet meer in verhouding staan tot de kwaliteit van de woning. Driekwart van de respondenten vindt dat de Rijksoverheid als eerste aan zet is om hier iets aan te doen.
Nieuw contract toetsen
Over het algemeen zijn de reacties op de maatregelen uit de nieuwe wet die gericht zijn op regulering van de middenhuur positief. Ongeveer 79 procent van de respondenten reageert enigszins tot zeer positief op het voorstel om de huur te verlagen wanneer de isolatie van een woning slecht is. Daarnaast is driekwart het eens met het voorstel dat huurders altijd de huurprijs van een nieuw contract mogen toetsen bij de Huurcommissie.
Het voorstel voor de nieuwe wet gaat na de zomer naar de Tweede Kamer.
In plaats van bouwen, bouwen en nog eens bouwen worden beleggers in snel tempo van de woningmarkt gejaagd, veelal na jarenlange investeringen om de woningmarkt nog een beetje op gang te houden. Eigen tekortkomingen van de laatste vier kabinetten worden nu vooral afgewenteld op beleggers. De geschiedenis van de desbetreffende woningaankopen telt helemaal niet mee. Soms werden door beleggers in het verleden oudere en nieuwbouw woningen aangekocht die men aan de straatstenen niet kwijt kon, dit met alle daaraan verbonden risico's. Het risico van de perioden dat diezelfde woningen nauwelijks meer waren/zijn te verkopen telt niet mee. Spaarders en beleggers in onroerend goed moeten het geknoei rond sparen en beleggen van politici met Box 2 en 3 met lede ogen aan zien. Van enig consistent beleid is al jaren geen sprake meer, laat staan van kennis van belastingwetgeving in combinatie met algemeen bestuursrecht (o.a. toeslagenaffaire).