'Maak haast met een visie op detailhandel'
Gemeenten moeten zich voorbereiden op een grondige aanpak van winkelgebieden na de coronacrisis. Steun vanuit overheden houdt ondernemers nu nog overeind, maar als de beperkende maatregelen straks weer worden opgeheven zal het aantal winkels in hoog tempo afnemen. Ga daarom nu aan de slag met een duidelijke visie, adviseert brancheorganisatie INretail.
Gemeenten moeten zich voorbereiden op een grondige aanpak van winkelgebieden na de coronacrisis. Steun vanuit overheden houdt ondernemers nu nog overeind, maar als de beperkende maatregelen straks weer worden opgeheven zal het aantal winkels in hoog tempo afnemen. Ga daarom nu aan de slag met een duidelijke visie, adviseert brancheorganisatie INretail.
Klad
De klad zit al langer in de fysieke verkoop. Internetverkopen zetten de verkoopcijfers van winkels al langer onder druk, wat in de afgelopen jaren al in sommige stadscentra tot grootschalige leegstand leidde. ‘We hameren daarom al langere tijd op meer visie vanuit gemeenten op hun winkelgebieden’, zegt Marcel Evers van INretail. ‘Zeker nu de verschuiving naar de verkoop op internet alleen maar sneller gaat door de coronamaatregelen.’ Tegelijkertijd houden juist de steunmaatregelen veel winkels in deze periode overeind, ziet Evers. ‘Dat is aan de ene kant natuurlijk een goede zaak, want veel gezonde winkels worden zo gered. Maar er zijn ook winkels al voor de crisis geen bestaansrecht meer hadden. Veel daarvan vallen om zodra de steun wegvalt. Het is nu eigenlijk de stilte voor de storm.’ Evers verwacht dat er meer en sneller gaten zullen vallen in het winkelaanbod en panden leeg komen te staan. ‘In de afgelopen jaren zijn leegstaande ruimtes nogal eens opgevuld door horecagelegenheden. Maar ook in die sector zullen klappen vallen, verwachten we.’
Plan
Gemeenten moeten daarom nu een plan maken over de toekomst van hun winkelgebieden. ‘Na de corona verwachten we niet dat de verkoopcijfers weer zullen terugkomen op het niveau van daarvoor. Een deel van de groei van de internetverkopen zullen blijven, en die gaat ten koste van de winkelstraat. Dat betekent dat gemeenten een visie moeten hebben op de toekomst van de binnenstad en een paar vragen moeten stellen in een soort voorzieningenstructuurvisie: Welke voorzieningen hebben we nodig? Wat zal er verdwijnen? Ik denk dat gemeenten ervan uit moeten gaan dat 10 tot 20% van de m2 winkelruimte op termijn zal verdwijnen. Vervolgens moet je in kaart brengen wat de effecten zijn, en of de locatie perspectieven heeft. Als dat het geval is, moet je als gemeente meer in dat winkelgebied investeren. Maar als dat niet zo is, moet je een plan maken voor een functieverandering of transformatie van het gebied.’
Lastig
Volgens Evers is dat voor veel gemeenten een lastig onderwerp. ‘Dat speelt zeker in de grote steden, waar de leegstand voorheen minder speelde. Maar juist daar hebben de coronamaatregelen en het geheel verdwijnen van de toeristen grote effecten gehad. Maar je ziet in een stad als Amsterdam wel dat bestuurders zich gaan afvragen: wat voor een stad willen we nou eigenlijk zijn?’ De coronacrisis geeft gemeentebestuurders de mogelijkheid om wat creatiever naar de toekomst van de stadscentra te kijken. ‘Je kan ook denken aan meer vergroening van een winkelgebied, of het toestaan van andere bestemmingen dan detailhandel, zoals wonen, maar ook werkplaatsen, kleine advocaten- of administratiekantoren. Dat winkels verdwijnen hoeft niet erg te zijn.’
Duidelijkheid
Maar Evers bindt gemeenten wel op het hart om vooral duidelijkheid te scheppen. ‘Dat is voor iedereen het beste. Als een ondernemer zeker weet dat een winkelgebied wordt getransformeerd naar een andere bestemming, maar toch wil doorgaan, dan moet hij zeker weten dat een investering in een nieuw pand niet vlak daarna weer teniet gedaan wordt door een zoveelste nieuwe maatregel. Hetzelfde geldt voor grote investeerders en pandeigenaren: ze willen graag weten waar ze aan toe zijn.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.