De kop van deze column lijkt tegenstrijdig. Gemeenten hebben een zorgplicht voor huishoudelijk afval, niet voor bedrijfsafval. Vaak wordt bedrijfsafval direct door particuliere inzamelaars ingezameld. Toch zouden gemeenten en andere overheden meer oog moeten hebben voor bedrijfsafval, niet vanwege het onderwerp afval, maar vanwege het tegenovergestelde, het onderwerp van verspilling van grondstoffen, en dus geld.
Meer en meer wordt duidelijk dat het begrip “afval” zowel gevoelsmatig als technisch een merkwaardig begrip is. Recyclebaar afval, ook wel secundaire grondstoffen genoemd, heeft in vele gevallen een financiële waarde. Toch belandt veel recyclebaar afval in de verkeerde bak, omdat de focus van bedrijven hierop niet altijd optimaal is. Die focus houden is ook vaak voor een bedrijf een ingewikkelde taak. De gemeente kan hierbij helpen door het ondernemersklimaat in de gemeente te bevorderen. Een paar voorbeelden.
Kleinere ondernemers zitten vaak in de buurt van woningen. Als deze bedrijven hun afval door een particuliere inzamelaar laten ophalen, rijden er meerdere inzamelvoertuigen door de straat. Iets dat vanuit verkeersdruk en uitlaatgassen niet erg gewenst is. In de wijk Kerkelande in Hilversum wordt momenteel een proef uitgevoerd waarbij op soort (papier, Plastic-Metaal-Drankenkartons (PMD), glas en restafval) reststoffen in één keer worden ingezameld. Hierbij wordt dus huishoudelijk, bedrijfsafval en afval uit de open ruimte door één voertuig ingezameld. Het bedrijfsafval betreft voornamelijk reststromen van winkeliers. De proef wordt door de GAD (Grondstoffen- en Afvalstoffen Dienst) Gooi en Vechtstreek uitgevoerd.
Bij grote gebouwen waar meerdere bedrijven in gevestigd zijn, is het altijd moeilijk vast te stellen of gescheiden afvalinzameling werkt, en hoeveel kosten het bespaart. Het afval wordt ergens in of buiten het gebouw verzameld door de schoonmaakdienst, en de bedrijven in het gebouw krijgen een rekening van de servicedienst. Omdat er een laag tussen zit, is de relatie tussen afvalscheiding en kostenbesparing even zoek. De gemeente kan met serviceproviders van deze gebouwen aan de slag om te komen tot meer gescheiden inzameling. De motivatie voor een gemeente om dit te doen is het verlagen van de afvalkosten van bedrijven, of juist het laten delen in de opbrengsten van secundaire grondstoffen, om zo het ondernemersklimaat te verbeteren.
Bij winkelcentra en winkelstraten kan de gemeente ook helpen. Hier is het tegenovergestelde het geval. Veel winkels hebben hun eigen afvalbak. Met een gemeenschappelijk afvalcontract wordt meer afval naar een centraal punt gebracht. Dit heeft meerdere voordelen: minder vervoerbewegingen, meer mogelijkheden om afval apart in te zamelen en door meer secundaire grondstoffen aan te bieden, meer kostenbesparingen. Het organiseren van een gemeenschappelijk afvalcontract is complex; ook hier ligt een taak voor de gemeente.
Tot slot: een regeling voor een gratis scan op afvalscheiding zou geen slecht plan zijn. Uit Brits onderzoek bleek dat bij meer dan 70% van de bedrijven die meededen aan besparen op afvalkosten, de terugverdientijd onder de 1 jaar zat. Besparing op afvalkosten is directe winst. Dus bij een vennootschapsbelasting van 20% heeft de overheid hier haar geld in minder dan 5 jaar terug. Nu is de Britse situatie niet helemaal vergelijkbaar met de Nederlandse. Maar een regeling die zichzelf mogelijk terugverdient, verdient alle aandacht.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.