Geld door het riool
‘Nederland spoelt miljarden door het riool.’ De krantenkoppen onlangs logen er niet om. Branchevereniging NLingenieurs heeft het rioleringsbeleid van de afgelopen veertig jaar onder de loep genomen en de resultaten van dat historisch onderzoek zijn niet mals.
Van de ruim 20 miljard euro die de laatste vijftien jaar zijn geïnvesteerd in de riolering, was een deel onnodig, ondoelmatig en niet vanuit de aanpak van een concreet probleem onderbouwd. De snelle beleidswisselingen op het gebied van riolering waren funest voor een systeem met een levensduur van meer dan 60 jaar.
Een goed voorbeeld: de aanleg van riolering in het buitengebied. Het heeft 4 miljard euro gekost om de keutels van de Nederlandse boer en zijn gezin via het riool af te voeren. De milieuwinst? Nihil. In het weiland pal naast de boerderij staan tientallen koeien te piesen en flatsen te draaien. Die uitwerpselen worden direct, ongezuiverd, afgevoerd op het oppervlaktewater. En zo zijn er meer voorbeelden. Neem het dichtzetten van riooloverstorten. Dat blijkt lang niet altijd te leiden tot verbetering van de waterkwaliteit. Soms is zelfs wateroverlast het gevolg.
Dat moet beter, dat moet anders, is de conclusie. De belangrijkste aanbeveling van de rioleringsexperts: er moet vooral geld worden vrijgemaakt voor adequaat beheer, gebaseerd op gedegen onderzoek en in de vorm van lokaal maatwerk. Bij voorkeur onder regie van de gemeenten, in nauwe samenwerking met de waterschappen (die moeten blijven bestaan). De valkuilen uit het verleden moeten worden voorkomen. We kunnen met minder geld veel meer doen. Schaalvergroting is geen oplossing. Rioleringswerk combineren met andere openbare werken zet meer zoden aan de dijk.
Andere belangrijke aanbeveling: het beleid moet veel meer worden gebaseerd op kennis. Dus: eerst denken, dan doen. Riolering en waterbeheer vragen om langetermijnbeslissingen, gefundeerd op gedegen onderzoek. Op dit moment ligt de verhouding tussen investeringen en onderzoeksinspanningen volkomen scheef. Dat klemt des te meer nu kennis door vergrijzing en personeelsgebrek steeds schaarser wordt, en rioolsystemen aan de andere kant juist complexer worden en dus risicovoller. Met name de vervanging van verouderde riolen zal in de nabije toekomst grote investeringen vereisen.
Waar waren de ingenieursbureaus zelf de afgelopen twintig jaar? zult u vragen. Hadden zij niet moeten waarschuwen? Daar heeft u een punt. De bureaus steken dan ook voor een deel de hand in eigen boezem. Ze hebben soms adviezen moeten geven waar ze niet altijd achter stonden, en soms zijn hun adviezen niet opgevolgd. Debet daaraan is (onder andere) het inkoopbeleid van gemeenten, waardoor bureaus in scherpe concurrentiestrijd moeten werken.
De Tweede Kamer heeft op 6 april aangegeven dat zij overleg over het rioleringsbeleid wil voeren met demissionair minister Tineke Huizinga, tevens voorzitter van het Bestuurlijk Overleg Waterketen. Ze kreeg het onderzoek van NLingenieurs over dit onderwerp eind maart aangeboden. Een goede zaak. Nu is het te hopen dat de minister (en haar opvolger) de scherpe bevindingen verwerkt in het toekomstig rioleringsbeleid.
Tot slot: eigenlijk is er iets geks aan de hand met de riolering. Er gaan miljarden in om, maar het onderwerp wil maar niet sexy worden. Als minister van VROM vond ik het in de jaren tachtig al opmerkelijk dat ik, tegen het licht van de enorme investeringen, nooit eens werd uitgenodigd om een nieuwe riolering te openen. Een rioolstelsel is, anders dan een nieuwe weg of een nieuwe waterkering, niet aaibaar, niet hot. Maar verwerking van afvalwater kost wel handenvol overheidsgeld. Nu de overheid elk dubbeltje moet omdraaien, is het des te belangrijker dat we verantwoord met dat geld omgaan.
Ed Nijpels
Voorzitter NLingenieurs, branchevereniging van advies-, management- en ingenieursbureaus
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.