Provincies in de bres voor boeren
Ze komen binnenkort met een een propositie voor de coalitieonderhandelingen en proberen de drempelwaarde voor de rechter te krijgen.
De provincies willen af van het strikte stikstofdepositiebeleid dat de afgelopen vier jaar in Nederland is gevoerd. Dat zegt Femke Wiersma, namens BBB landbouwgedeputeerde in Friesland. Zij is binnen het Interprovinciaal Overleg (IPO) de voorzitter van de bestuurlijke adviescommissie Landelijk Gebied. Alle twaalf landbouwgedeputeerden zijn lid van die vergaderclub. ‘De ondergrens van 0,005 mol stikstof per hectare per jaar waar nu mee gerekend wordt, is minder dan een halve gram op een hectare’, zegt Wiersma. ‘Dat is een modellenwerkelijkheid.’
De commissie wil zo snel mogelijk een propositie inbrengen bij de coalitieonderhandelingen. Ook komt het IPO met een impactanalyse, die in beeld brengt wat er gebeurt als er een hogere rekenkundige ondergrens voor stikstofdeposities komt. Zo’n hogere drempelwaarde zou de paar duizend PAS-melders in Nederland kunnen legaliseren. Dat betekent een einde aan de op PAS-melders gerichte handhavingsverzoeken die milieuactiegroepen als MOB van Johan Vollenbroek op de provincies afvuren.
Eén tot tien mol?
Gedeputeerde Wiersma kan nog niet zeggen hoe hoog de rekenkundige ondergrens wel moet zijn. Auteurs van een rapport van onderzoeksinstituut TNO deden vorig jaar het ministerie van LNV het voorstel om een ondergrens van één tot tien mol te hanteren. Dat baseerden zij op het grote onzekerheidsgehalte rondom de stikstofberekeningen die nu gebruikt worden voor de vergunningverlening van bijvoorbeeld woningbouw, infrastructuurprojecten of agrarische activiteiten.
De ondergrens van 0,005 mol stikstof per hectare per jaar waar nu mee gerekend wordt, is minder dan een halve gram op een hectare.’
‘Er gaan geluiden op’, zegt Wiersma, ‘dat de onzekerheid zelfs tot 35 mol groot is, maar zo’n hoge ondergrens lijkt mij heel lastig. Die hoeveelheid is significant. Ik denk dat de kans zeer klein is dat dat stand houdt. Want we weten dat we ook moeten kijken naar de stikstofcumulatie van alle projecten die dan vrijgesteld zouden worden van een vergunningplicht. Want uiteindelijk moet je de stikstofdepositie die je niet toerekent aan een individueel project wel borgen met een generieke reductie van stikstofemissies.’
De provincies willen het strikte depositiebeleid van de afgelopen jaren inruilen voor een ambitieuzer emissiebeleid. In dat geval verdwijnt de nadruk op de modelberekeningen van zeer kleine deposities.
Wetenschappelijk niet houdbaar
Het is al jaren bekend dat de huidige lage drempelwaarde wetenschappelijk niet houdbaar is. Dat was ook nooit het idee, zegt Jan Duyzer, één van de betrokken TNO-onderzoekers. Nadat de Raad van State in 2019 een einde maakte aan het toenmalige landelijke stikstofbeleid, wilde het kabinet alle activiteiten waarbij stikstof vrijkomt vergunningplichtig maken. De rekenkundige ondergrens van 0,005 mol was slechts te voorkoming dat de RIVM-computers gingen roken en om het mogelijk te maken dat het rekenmodel AERIUS soepel op het web kan draaien.
De afgelopen vier jaar is deze minimale drempelwaarde juridisch wel overeind gebleven. Dat komt doordat de Europese Habitatsrichtlijn voorschrijft dat de impact van bijvoorbeeld de uitbreiding van een veehouderij op een Natura2000-gebied moet worden beoordeeld in samenhang met de (stikstof)invloed van andere projecten. Maar die redenering lijkt te zijn gaan wankelen, sinds de uitspraak van de Raad van State afgelopen april over de uitbreiding van de A15.
De Raad van State bevestigde toen dat de stikstofdepositie van een individuele bron op een grotere afstand dan 25 kilometer niet meer goed te berekenen valt. Dat baseerde de bestuursrechter onder meer op het TNO-onderzoek door de twee deskundigen Jan Duyzer en Hans Erbrink. De stikstofdepositie buiten die afkapgrens van 25 kilometer mag juridisch niet meer op het conto worden geschreven van een individuele uitstoter, maar is deel van de totale stikstofdeken. Voor die deken is er maar één verantwoordelijk: de overheid.
Het probleem van cumulatie vergt juridisch een andere oplossing.
Het probleem van cumulatie
Dat vindt ook Arthur Petersen, hoogleraar aan de University College London en voormalig chief scientist van het Planbureau voor de Leefomgeving. Als deskundige was hij betrokken bij de rechtszaak over de A15. Als vervolg hierop verscheen kortgeleden van zijn hand een expertoordeel over de huidige ondergrens voor de stikstofdepositie van 0,005 mol per hectare per jaar. Dit deed hij op aanvraag van De Nieuwe Denktank, een organisatie die eerder een kritisch rapport over het stikstofbeleid naar buiten bracht. Dit rapport werd toen in ontvangst genomen door politicus Pieter Omtzigt.
‘Wetenschappelijk gezien zou de beoordelingsdrempel tussen 1 en 35 mol/ha/jaar moeten liggen’, schrijft Petersen op basis van onder meer het TNO-onderzoek. ‘Het probleem van cumulatie’, zegt hij, ‘vergt juridisch een andere oplossing. Ook de Raad van State was hierover volstrekt duidelijk in de uitspraak van 5 april 2023: er mag alleen worden gekeken naar de individuele projectbijdrage en daarbij mag niet uit voorzorg met schijnzekerheid worden gerekend.’
Zuivere struisvogelpolitiek: enkel het juridische probleem willen opheffen zonder het ecologische probleem aan te pakken.
Zuivere struisvogelpolitiek
Jurist Valentijn Wösten was namens actiegroep MOB ook betrokken bij de A15-rechtszaak, en zit achter talloze handhavingsverzoeken gericht op PAS-melders. Hij noemt de koerswijziging van het IPO ‘zuivere struisvogelpolitiek omdat het een zuivere herhaling is van wat al meer dan twintig jaar wordt gedaan: enkel het juridische probleem willen opheffen zonder het ecologische probleem aan te pakken.’
‘Je kunt wel eindeloos bezig blijven zoveel mogelijk buiten de vergunningplicht te parkeren’, zegt hij, ‘maar daarmee schiet het openbaar bestuur zichzelf enkel in de voet.’ Wösten: ‘Naarmate je meer buiten de vergunningplicht plaatst, onttrek je het daarmee aan de betrokken emittant, en wassen die hun handen in onschuld. Dat draagt niet bij aan de politieke ontknoping.’
De drempelwaarde en de rechter
Daar staat de vraag tegenover wat er gebeurt als een PAS-melder naar de rechter stapt en de lage drempelwaarde aanvecht. Op basis van de A15-uitspraak van de Raad van State is het denkbaar dat diegene de zaak wint. Afgelopen november dienden enkele zaken rond PAS-melders bij de Raad van State, waarbij de rechter oordeelde dat de nieuwste juridische bezwaren te laat zijn ingebracht.
Maar daarmee is het niet klaar. De provincie Friesland laat weten: ‘De provincies zoeken naar een geschikt moment om de rekenkundige ondergrens alsnog door de Raad van State te laten behandelen.’
Iemand die zich hiermee druk houdt, is Quinten Pluymaekers, jurist bij De Nieuwe Denktank. Hij zegt met meerdere provincies en particulieren de mogelijkheid te bespreken om de drempelwaarde voor de rechter te krijgen.
De Nieuwe Denktank is een organisatie die meerdere keren kritisch publiceerde over de gebruikte stikstofmodellen. Een eerste rapport werd uitgebreid in ontvangst genomen door Pieter Omtzigt en Leen Hordijk. Hordijk was voorzitter van een adviescollege die in opdracht van het ministerie van Landbouw meerdere rapporten schreef over het stikstofbeleid.
NSC
Het valt op dat twee mensen die bij de club betrokken zijn op de kandidatenlijst van NSC staan. De partij van Omtzigt pleit in het verkiezingsprogramma eveneens voor een ‘wetenschappelijk onderbouwde en juridisch houdbare grenswaarde’.
Maar Pluymaekers hamert erop dat zijn denktank niet politiek gekleurd is. De kritiek is puur inhoudelijk. De Nieuwe Denktank heeft stikstofcursussen gegeven aan tientallen statenleden van uiteenlopende partijen. Ook de medewerkers van zijn organisatie hebben contrastrijke politieke achtergronden, zegt hij.
https://www.windy.com/nl/-Meer-lagen-tonen-toevoegen/overlays?53.827,-11.689,4
https://www.wyniasweek.nl/hoera-ook-de-piekbelaster-kan-nu-definitief-worden-bijgezet-in-het-rariteitenkabinet-van-de-stikstofcrisis/