Circulaire plannen rijk gaan G4 niet snel genoeg
De kabinetsplannen voor omschakelen naar een circulaire economie gaan de G4 niet ver genoeg. De grote steden willen meer, concreter en sneller, zegt de Utrechtse wethouder duurzaamheid, Lot van Hooijdonk. Samen met Amsterdam, Rotterdam en Den Haag vraagt Utrecht het rijk om experimenteerruimte en om snelle aanpassing van wetten die circulariteit nu juist ontmoedigen.
De kabinetsplannen voor omschakelen naar een circulaire economie gaan de G4 niet ver genoeg. De grote steden willen méér, concreter en sneller, zegt de Utrechtse wethouder duurzaamheid, Lot van Hooijdonk. Samen met Amsterdam, Rotterdam en Den Haag vraagt Utrecht het rijk om experimenteerruimte en om snelle aanpassing van wetten die circulariteit nu juist ontmoedigen.
Proefgebied
De vier grote steden bieden hun stedelijke omgeving aan als proefgebied voor circulaire gebiedsontwikkeling en circulaire bedrijvigheid, zo staat in een position paper. De vier steden willen hun kennis en ervaring delen met andere steden en het rijk om zo ook nationaal de versnelling naar een circulaire economie voor elkaar te krijgen. Ook internationale samenwerking staat op het programma.
Meer, concreter en sneller
De steden regeren met hun paper op het rijksbrede programma Circulaire Economie en het nationaal grondstoffenakkoord dat het kabinet twee weken geleden presenteerde. ‘Het is goed dat dat programma er is’, reageert Van Hooijdonk, ‘maar wij willen méér, concreter en sneller.’ Zo zijn er volgens de G4 verbeteringen nodig aan het fiscale regime, moet er een grondstoffenbelasting komen, een woningpaspoort en criteria voor circulair bouwen in het Bouwbesluit, zodat gemeenten aannemers en opdrachtgevers kunnen houden aan afspraken hierover. Van Hooijdonk: ‘Om in 2050 een circulaire economie te hebben, moeten we echt vandaag aan de slag. Maar daarvoor hebben wij handvatten nodig. Op dit moment is circulair werken niet verplicht; sterker, het is zelfs niet gunstig om te doen.’
Tegenovergestelde prikkel
In hun position paper verwijzen de grote steden naar wetgeving waar een tegenovergestelde prikkel van uit gaat. Zo is het voor gebouweigenaren aantrekkelijker om hun lege panden te laten verpauperen dan ze hoogwaardig te hergebruiken, omdat ze leegstandskosten fiscaal kunnen aftrekken. Verduurzaming van een pand wordt ook vanuit de WOZ niet gestimuleerd: de eigenaar van een niet-duurzaam pand betaalt dezelfde belasting. De G4 willen graag de mogelijkheden van een gedifferentieerde WOZ-heffing onderzoeken.
Afval
Omdat de grootste CO2-winst te boeken is in de bouwsector, ligt daarop de nadruk. Maar de steden vragen ook om maatregelen op afvalgebied. Zo willen ze dat het kabinet ‘afval’ waar mogelijk vervangt door grondstof in de wet Milieubeheer en de toekomstige Omgevingswet. In die wet komt Van Hooijdonk het begrip circulaire economie tot haar spijt sowieso niet tegen. Verder pleiten de steden voor het vergroenen van het belastingstelsel en mogelijkheden voor banken om hun ‘groen beleggen’ portefeuille uit te breiden naar de bouw.
Transformeren
Van Hooijdonk verwacht dergelijke fiscale en financiële wijzigingen niet meer voor de komende parlementsverkiezingen. Waar de steden wel op inzetten is snel aan de slag te gaan met hun proeftuinen. Ze zijn daarover al in gesprek met het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Utrecht wil dan graag stevig inzetten op duurzaam bouwen en transformeren. ‘Wij hebben in de stad nu veel bouwactiviteiten, maar kunnen daarop niet sturen. Het is zonde dat daardoor kansen blijven liggen.’ Ze noemt als positief voorbeeld de oude Knoopkazerne, die wordt omgebouwd tot een multifunctioneel en circulair rijkskantoor. ‘Dat zouden we op grote schaal willen in de stad.’
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Interesse? Dankzij een nieuwe, grotere locatie zijn er op de valreep weer extra kaarten beschikbaar: https://www.eventbrite.nl/e/tickets-duurzame-wee …