Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Wat anders: bestemmen ‘met elastiek’

Maastricht pakte de ‘transformatie’ van het kazerneterrein vrijer aan dan gebruikelijk. In plaats van met een bestemmingsplan te komen waarin tot op de vierkante meter nauwkeurig is aangegeven welke type activiteit er geboden is, heette de gemeente alles welkom, mits het te scharen was onder de noemer ‘onderwijs en onderzoek en daaraan gerelateerde functies’. Zo werd aangesloten op de Universiteit Maastricht, de onderwijsinstelling waarmee de stad zich graag afficheert.

26 september 2015

Voor de transformatie van de leegstaande Tapijnkazerne werkt Maastricht met een volledig flexibel bestemmingsplan. ‘Het kan eigenlijk alle kanten op, al naar gelang de behoefte.’ De Tapijnkazerne in Maastricht is niet meer wat het was: kazerne. In 2010 vertrokken de laatste militairen en in 2013 verkocht het rijk de grond: een dozijn voetbalvelden groot, inclusief gebouwen. De gemeente wilde het tegen de binnenstad aan gelegen complex, waar iedereen altijd omheen moest, bij de stad trekken.

Maastricht pakte de ‘transformatie’ van het kazerneterrein vrijer aan dan gebruikelijk. In plaats van met een bestemmingsplan te komen waarin tot op de vierkante meter nauwkeurig is aangegeven welke type activiteit er geboden is, heette de gemeente alles welkom, mits het te scharen was onder de noemer ‘onderwijs en onderzoek en daaraan gerelateerde functies’. Zo werd aangesloten op de Universiteit Maastricht, de onderwijsinstelling waarmee de stad zich graag afficheert.

Geen standaardverhaal
Eind vorig jaar bleek de universiteit de vijftien panden toch helemaal zelf te kunnen vullen. Er werd – voor de korte termijn – alsnog een gedetailleerd bestemmingsplan opgesteld. Verwacht wordt dat de zaak binnen drie jaar wordt opgeleverd. Toch werd het geen standaardverhaal, legt gemeentelijk procesmanager ruimte Tima van der Linden uit. De oudste gebouwen, zeker de monumentale, moeten behouden blijven. De overige kunnen tegen de vlakte en hun totaal aan vierkante meters mag terugkeren in nieuwbouw, maximaal. ‘Maar wáár op het terrein die nieuwbouw moet komen, hebben we vrijgelaten.’ Bovendien is, op verzoek van de universiteit en meer naar de toekomst toe, ook een ‘volledig flexibel bestemmingsplan’ gemaakt. Daarbinnen mag alles als het maar ‘maatschappelijke doeleinden’ dient. Van der Linden: ‘Bijvoorbeeld een sociaal lab. Het kan eigenlijk alle kanten op, al naar gelang de behoefte.’

Maximale mogelijkheden
Kunnen inspelen op een almaar veranderende ruimtebehoefte; het is meer dan ooit nodig, vindt ook advocaat Tycho Lam, werkzaam bij Hekkelman in Nijmegen. Retorisch: ‘Wie had vijf jaar geleden kunnen voorspellen dat we nu met een tekort aan huurwoningen zitten in plaats van een vraag naar koophuizen in het duurdere segment, waarop alle plannen van toen zijn geschreven?’ Een globaal en daarmee flexibel bestemmingsplan, waaraan je pas invulling geeft wanneer een concreet initiatief zich aandient, is de oplossing, meent Lam, tevens docent bestuursrecht aan de Radboud Universiteit. De vigerende Wet ruimtelijke ordening (Wro) staat het al toe, zegt hij, dan moet je in het bestemmingplan aangeven dat de ‘uitwerking’ op een later tijdstip volgt. Lam: ‘Alleen: bij de Raad van State houdt het geen stand. De Afdeling bestuursrechtspraak wil onderzocht zien of de maximale mogelijkheden van een plan inpasbaar zijn. Anders haalt het de eindstreep niet.’

Onderzoekslasten
Zulke studies kosten tienduizenden tot tonnen euro’s, schat Lam, afhankelijk van planomvang en -complexiteit. ‘Initiatiefnemers haken erdoor af; een hard gelag in een tijd dat alle beetje ontwikkeling welkom is. Kijk, vóór de crisis waren onderzoeklasten het probleem niet. Wát je ook bedacht, je kwam het kwijt; er was altijd vraag. Maar nu is het vaak onzeker of zelfs maar een déél van een plan realiteit wordt.’ Lam hoopt daarom dat de Omgevingswet, die de Wro over enkele jaren vervangt, de tweetrapsraket bestemmingsplan-uitwerking mogelijk maakt, zónder dat het een wassen neus blijkt.

Aanpak leegstand
Lam denkt dat zijn idee ook handig kan zijn om leegstand aan te pakken, in aanloopstraten van de stadscentra bijvoorbeeld. ‘In het bestemmingsplan het globale uitgangspunt, waar je vervolgens aan toetst, telkens wanneer een concreet plan voorbijkomt.’

Lees het volledige artikel deze week in Binnenlands Bestuur nr. 19 (inlog)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie