Circulaire economie vraagt om extra ruimte voor opslag en recycling van materialen
Adviesbureau CE onderzocht welke gevolgen de overgang naar een circulaire economie voor het ruimtegebruik in Nederland heeft.
Door goederen te delen en hun levensduur te verlengen en te recyclen is in potentie minder ruimtegebruik nodig voor productie en logistiek. Tegelijkertijd is er meer ruimte nodig, bijvoorbeeld voor bedrijven met een hoge milieubelasting: recyclebedrijven en bedrijven die geretourneerde materialen opslaan. Dat concludeert adviesbureau CE in Ruimtelijke effecten van de circulaire economie, dat het in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving heeft uitgevoerd.
Plastic
Een van de vijf sectoren die CE onder de loep heeft genomen, is plastic. Hier is het aanstaande ruimtebeslag dat de overgang naar een circulaire economie vereist goed zichtbaar. Het aandeel recyclaat in plastic producten is nu ongeveer 15 procent. Bij een volledig circulaire economie loopt dat op tot 40 procent recyclaat en tot 50 procent bioplastics.
Hoge milieuruimte
Installaties voor sorteren en mechanisch recyclen vragen veel ruimte. Mechanische recycling zal verspreid over lokale bedrijventerreinen in heel Nederland plaatsvinden. Chemisch recyclen vraagt om minder extra ruimte. Dit zal vooral plaatsvinden op 'grootschalige industriële terreinen in de buurt van huidige polymeerproducenten (bijvoorbeeld in Rotterdam, Zeeland en Limburg). Zowel mechanische en chemische plasticrecycling als productie van bioplastics vragen om 'multimodale ontsluiting, op terreinen met een hoge milieuruimte'.
Landbouwgrond
Als de vraag naar bioplastics voor een derde deel wordt ingevuld met gewasteelt van Nederlandse bodem, is hiervoor 30.000 hectare grond nodig, zo stelt CE. Dat is ruim 1 procent van de Nederlandse landbouwgrond. In 2050 kan dat 'in een extreem scenario' zijn opgelopen tot 10 procent.
Productiebos
De andere vier sectoren die CE onderzocht heeft zijn: bouw, autodelen, GWW (grond-, weg en waterbouw) en biomassateelt. Bij bouw gaat CE uit van 500.000 houten woningen. Dat vereist 25.000 hectare productiebos. Ook vraagt demontabel bouwen om extra ruimte. Zo is voor prefabproductie meer ruimte vereist en is er ruimte nodig voor opslag van gebruikte materialen. Om transportkosten te beperken is het 'denkbaar' dat een aantal grote bouwhubs ontstaat, die bestaan uit woningfabrieken, opslaglocaties en betonproducenten.
Zand en grind
In GWW is een hoger recyclingpercentage mogelijk bij asfalt. Daardoor zal er minder zand en grind nodig zijn, wat ruimtewinst oplevert. In de toekomst kan het fossiele bindmiddel bitumen worden vervangen door de biogrondstof lignine, die winbaar is uit onder ander hout. Dan is wel een verdubbeling van de houtproductie in Nederland nodig 'en dus een forse additionele ruimte', aldus CE.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.