Energietransitie in de grensregio wordt niet samen opgepakt
Samenwerking in de grensregio op het vlak van energie komt niet van de grond.
Het gaat niet goed met de samenwerking tussen Duitse en Nederlandse grensregio's in het kader van de energietransitie. Dat staat in de net verschenen Grenseffectenrapportage van onderzoeksafdeling ITEM van Maastricht University. De Europese Unie biedt tussen 2021 en 2027 zo'n 465 miljoen euro aan subsidie aan om de grensoverschrijdende samenwerking op te porren. Dit gebeurt in het kader van het stimuleringsprogramma INTERREG Deutschland-Nederland. Om de samenwerking werkelijk op gang te laten komen, moeten wel meer (juridische) mogelijkheden worden geschapen.
Wever
In het rapport wordt een recente uitspraak geciteerd van Roel Wever, voorzitter van de stadsregio Parkstad Limburg. 'Eigenlijk moet ik zelf een kabel pakken en deze over de grens naar Duitsland trekken. We zullen zien wie hem zal verwijderen en om welke redenen.' Zijn opmerking tekent zijn frustratie over de samenwerking tussen de gemeente Kerkrade en de Duitse stad Herzogenrath. Kerkrade wil meedoen in een Duits energieproject waarvan de gemeente Herzogenrath voor tien procent eigenaar is. Het gaat om een energiepark in een oude groeve, dat gaat bestaan uit een groot zonnepark, drie windturbines en een waterstofcentrale.
Het probleem is dat netbeheerders maar een beperkt mandaat hebben om stroom uit het buitenland te importeren, in dit geval naar Kerkrade. Ook mogen duurzaamheidssubsidies niet zomaar buiten de eigen landsgrenzen aangewend worden, zoals in dit geval voor het Duitse energiepark. 'Subsidies van de ene kant kunnen niet over de grens worden geëxporteerd', staat in het rapport.
Frustratie
ITEM-onderzoeker Martin Unfried, die het rapport opstelde, uitte zijn eigen frustratie over de vele voetangels in de grensregio begin dit jaar al in een opiniestuk in de Volkskrant. In de nieuwe Grenseffectenrapportage somt hij de problemen opnieuw op: er is een gebrek aan coördinatie van de subsidieregelingen aan beide kanten van de grens; er is een gebrek aan coördinatie van de ruimtelijke ordening; er wordt nauwelijks geprobeerd om de netcongestie in bijvoorbeeld Limburg grensoverschrijdend op te lossen; en er is een gebrek aan gezamenlijke inspanning om burgers te laten participeren in de energieprojecten.
Protest
Een voorbeeld van dat laatste is een protest aan de Nederlandse kant van de grens, onder leiding van een lokale GroenLinks-afdeling, tegen de bouw van een biomassacentrale in de Belgische provincie Luik. De vrees bij de Nederlanders was dat de verbranding van bewerkt houtafval leidt tot vervuilde lucht in Limburg. Het bouwproject is in de zomer van 2022 stilgelegd.
Succes
Het aantal samenwerkingen in de grensregio Nederland-Duitsland is op de vingers van één hand te tellen. Toch kunnen een paar ervan succes hebben. Dan gaat het om de samenwerking tussen de provincies Groningen en Drenthe en de Duitse deelstaat Nedersaksen, evenals om de samenwerking tussen de Drentse gemeente Emmen en de Duitse buurgemeente Haren. In het eerste geval draait het om een samenwerking op het vlak van waterstof. In maart dit jaar werd een akkoord gesloten. In het tweede geval betreft het een gezamenlijke Smart Energy regio. De resultaten van dit project zijn 'nog bescheiden', staat in het rapport. 'Het leidde echter niet tot een grensoverschrijdend project voor hernieuwbare energie, maar ten minste tot een directe elektriciteitsaansluiting over de grens voor een specifiek bedrijf.'
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.