Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Iedereen is winnaar!

Het leek een voor de hand liggende vraag bij het maken van een nummer over duurzaamheid: wat is eigenlijk de duurzaamste gemeente van Nederland? Het antwoord blijkt een onbevredigende zoektocht langs topscores, indexen en prijsvragen; die zijn er genoeg. Maar een totaalplaatje?

27 februari 2015

Duurzame projecten genoeg, maar is er een gemeente die er met kop en schouders bovenuit steekt? En wat leveren de groene initiatieven de samenleving op? ‘Ranglijsten zeggen niets zolang je geen gelijksoortige gemeenten vergelijkt.’

Het leek een voor de hand liggende vraag bij het maken van een nummer over duurzaamheid: wat is eigenlijk de duurzaamste gemeente van Nederland? Den Haag, waar maar liefst drie wethouders duurzaamheid in portefeuille hebben? Amsterdam en Rotterdam, die deze maand hoog bleken te scoren in een ranglijst van wereldsteden? Of toch de kleinere gemeenten, zoals Zeewolde, dat het hoogste eindigde in de Gemeentelijke Duurzaamheidsindex 2014. Of Texel misschien, het eiland dat hard op weg is energieneutraal te worden?

Het antwoord blijkt een onbevredigende zoektocht langs topscores, indexen en prijsvragen; die zijn er genoeg. Maar een totaalplaatje? Een objectief en onderbouwd lijstje van gemeenten die – als gevolg van hun duurzame beleid – het minste CO2 uitstoten en de meest betrokken burgers hebben? Helaas. Dat is er niet. Nog niet. Want het goede nieuws is: er wordt aan gewerkt.

In het Energieakkoord spraken rijk, gemeenten en andere partijen af dat de cijfers over energieverbruik (afkomstig uit de Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat) worden samengevoegd en gekoppeld aan de inspanningen die gemeenten leveren op energiegebied; de governance, in bestuurlijk jargon. Die informatie bevindt zich deels in de Duurzaamheidsmeter. Gemeenten kunnen daarin invullen hoe hun sociaal beleid, klimaatbeleid en economisch beleid eruit zien; de zogenoemde 3p-benadering (people, planet, profit) die duurzaamheid in brede vorm bekijkt. Ter aanvulling zette de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de afgelopen periode een enquête uit. Circa driehonderd gemeenten vulden die in.

Discutabel
De resultaten worden op dit moment geanalyseerd en gekoppeld, vertelt Jeroen Hovens van het team Energie van de VNG. Hij betwijfelt of er spijkerharde verbanden kunnen worden gelegd tussen wat gemeenten doen en wat het oplevert. ‘De governancegegevens hebben we nu actueel in beeld, maar data over energieverbruik loopt over het algemeen een jaar achter. Je kunt hooguit iets zeggen over een trend in verbruik en over correlaties: dingen lijken een verband te hebben. Maar een oorzaak-gevolgrelatie blijft heel lastig.’

En ook correlaties zijn discutabel, wanneer de rol van de gemeente niet heel groot is, zegt Hovens. Is de groei van het aantal zonnepanelen het gevolg van gemeentelijk beleid? Of was er een enthousiaste burger die de hele straat aanstak? De monitor is dan ook vooral bedoeld ter inspiratie, zegt Hovens. Gemeenten kunnen straks kijken naar elkaars keuzes en wat daarvan – vermoedelijk – de duurzame effecten zijn.

De Energiemonitor richt zich voorlopig alleen op het onderdeel duurzame energie. De wens van betrokken partijen is om op termijn voor alle duurzame thema’s – people, planet en profit – een eenduidige, objectieve monitor te ontwikkelen. Mooi voor de samenleving natuurlijk – het werd na dertig jaar duurzaamheid ook wel eens tijd – maar wel een beetje jammer voor alle gemeenten die nu bovenaan de vele duurzame lijstjes prijken. Wat zegt het straks bijvoorbeeld nog dat Nijmegen aan kop gaat in de Duurzaamheidsmeter? En dat Naarden het hoogst scoort in de ‘Telosmonitor’?

Hovens: ‘Ranglijsten zeggen niets zolang je geen gelijksoortige gemeenten vergelijkt. Een gemeente met een groot buitengebied kan makkelijk scoren met zonne-energie als een paar boeren hun schuurdaken vol leggen met panelen. Een ranglijst kan wel helpen om dieper te kijken: welke doelgroep kun je aanboren om succes te boeken. Daar kunnen anderen van leren.’

Makkelijk scoren
Naarden is wat dat betreft een voorbeeld van een gemeente die met ‘makkelijk scoren’ de Nationale Monitor gemeentelijke duurzaamheid 2014 aanvoert van het universitair kenniscentrum Telos (universiteit Tilburg). Wethouder Marcel Adriani geeft het zelf toe. ‘Naarden ligt gewoon mooi. Veel groen, het Naardermeer, een bevolkingssamenstelling met weinig mensen die afhankelijk zijn van sociale zaken, waardoor we het voor diegenen die het wel nodig hebben, goede regelingen kunnen treffen. We hebben het makkelijker dan andere gemeenten, als je naar de criteria kijkt.’ Het komt niet allemaal aanwaaien, natuurlijk, Naarden heeft duurzaamheid ook op de agenda. In de historische vestingstad wordt gewerkt aan gescheiden afvalinzameling en zonnepanelen. De wethouder noemt ook plannen voor regionale energieopwekking, een ondernemersfonds voor duurzame investeringen en een CO2-neutrale gemeentelijke organisatie. Heel vooruitstrevend klinkt het allemaal niet. ‘We zijn geen koploper’, erkent de wethouder. ‘We zijn trots op onze plaats op de ranglijst, maar we kijken ook naar lijstjes waarop we minder hoog scoren. Daar zit ruimte voor verbetering.’

En toch, stelt Bastiaan Zoeteman, projectleider van de Duurzaamheidsmonitor bij Telos, is Naarden de duurzaamste gemeente van Nederland. ‘Het ligt eraan wat je onder duurzaamheid verstaat, natuurlijk. Met behulp van negentig indicatoren hebben we een objectieve foto gemaakt van hoe de situatie is in elke gemeente.’ Daar voegt Zoeteman aan toe dat hoog scorende gemeenten niet per se erg hun best doen om duurzaam te zijn. Groene gemeenten scoren sowieso gemiddeld het hoogst op totale duurzaamheid, concluderen de makers van de Telosmonitor.

Net als Naarden staan ook Midden-Delfland en Houten bovenaan. ‘Zij hebben gemeen dat ze in de buurt van een grote stad liggen en een welvarende middenklasse aantrekken die profiteert van de werkgelegenheid in de grote stad, goed voor voorzieningen kan betalen en weinig sociale problemen met zich meebrengt.’ Omgekeerd zijn er gemeenten, vooral van het type ‘industriële stad’, die nooit bovenaan deze lijst zullen komen, ook al doen ze nog zo hun best. Ambitie en prestatie wordt in de Telosmonitor immers niet gemeten.

Aanjagen
Dat gebeurt juist wel in de Duurzaamheidsmeter, die op basis van door gemeenten zelf aangeleverde informatie wil laten zien welke gemeenten duurzame ontwikkelingen aanjagen. Volgens Thijs de la Court, vanuit het Klimaatverbond betrokken bij de Duurzaamheidsmeter, is veel impact zichtbaar in gemeenten die actief beleid voeren op duurzaamheid. ‘Een direct verband is moeilijk aan te wijzen, maar er is wel degelijk een verband.’ Probleem is volgens de oud-wethouder uit Lochem, die namens de VNG over het Energieakkoord onderhandelde, dat dit slechts geldt voor een kleine groep gemeenten die vooroploopt.

Terwijl duurzaamheid al sinds 1987 op de politieke agenda staat, ziet De la Court dat veel gemeenten het thema nu pas echt oppakken. En dan nog zonder de capaciteit die past bij de omvang van de duurzame opgave. ‘Sterker, de meeste gemeenten bezuinigen nog steeds op duurzaamheid. In het veld zien we veel leuke koploperprojecten, maar we zien niet dat de massa tempo maakt. Na die kopgroep komt een hele tijd niks en dan komen de achterblijvers. Wat we missen is het peloton.’

Nijmegen, bovenaan de Duurzaamheidsmeter, is een typische koploper. Klimaatwethouder Harriët Tiemens (GroenLinks) weet wel hoe dat komt. De gemeente is op alle beleidsterreinen met duurzaamheid bezig: mobiliteit, energiebesparing in de gebouwde omgeving, waterberging en hittestress en duurzaam gemeentelijk vastgoed. Tiemens: ‘In Nijmegen is op alle terreinen doorgedrongen dat duurzaamheid een belangrijke ambitie is van de stad, daar moeten we wat mee. We hebben met de hele stad de verkiezing van de Green Capital Award opgepakt om opnieuw goed te scoren. Daar betrekken we ook onderwijs en bedrijfsleven bij en burgers met goede initiatieven.’

Trots meldt Tiemens dat de stad tussen 2008 en 2013 op energie in de gebouwde omgeving 7 procent wist te besparen, terwijl de stad groeide. De CO2-uitstoot door energieverbruik daalde in diezelfde periode met 11 procent. Alle betrokkenen zien de noodzaak om de inspanningen en resultaten van duurzaamheidsbeleid beter in kaart te brengen. Niet om de ultieme winnaar te kunnen aanwijzen, maar om te verantwoorden waar ze mee bezig zijn. Telos-projectleider Zoeteman is blij dat nu wordt gepoogd de verschillende monitors in elkaar te schuiven. ‘Hopelijk kunnen we straks antwoord geven op de vraag wat gemeenten op duurzaam gebied doen en wat dat oplevert.’


Wat meten de monitors?
Duurzaamheidsmeter gebaseerd op door 113 gemeenten zelf ingevulde vragenlijsten over hun duurzaamheidsbeleid. Minpunt: geeft een beeld van ambitie en inzet, niet van resultaten.

Telosmonitor brengt aan de hand van negentig indicatoren de feitelijke duurzaamheidssituatie van alle gemeenten in kaart. Minpunt: beschrijft de situatie, maar niet het gevoerde beleid.

Klimaatmonitor enorme database van gegevens over onder meer energiegebruik, afvalstromen en CO2-uitstoot per gemeente. Minpunt: training is nodig om rapportages over de eigen gemeente samen te kunnen stellen.

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex berekent voor alle gemeenten een duurzaamheidsindex op basis van 24 indicatoren. Minpunt: deels gebaseerd op oude data, weinig ecologische en economische criteria.


Top 5 verzamelde vermogen zonnepanelen

1. Amsterdam

2. Zwolle

3. Tilburg

4. Sudwest Frylând

5. Utrecht


Top 5 beste verduurzaamde gemeentehuizen
1. Almelo

2. Deventer

3. Drechterland

4. Stadskantoor Rotterdam

5. Leidschendam-Voorburg



Afbeelding

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie