Duurzaamheid moet je zien
Artikel 1.3 van onze toekomstige Omgevingswet bevat maatschappelijke doelen. Op grond daarvan moeten alle besluiten en handelingen waarop de wet betrekking heeft, worden bezien met het oog op duurzame ontwikkeling. Dat is nogal wat voor de huidige generatie sceptici die zich vooral verschuilen achter ‘duurzaamheid is een containerbegrip’ of achter een gebrek aan juridische afdwingbaarheid of verdienmodel.
Daarom staat in de Memorie van Toelichting te lezen, dat deze wet een paradigmawisseling of ‘omdenken’ nodig heeft van de overheid, bedrijven en burgers. Maar: wat houdt dat eigenlijk in?
Laatst zat ik samen met een jonge man onder een afdakje in de regen op het station van Dordrecht. We zaten er te wachten op een trein, die te laat was. Dat schept een band. Hij bleek natuurkunde te studeren met als specialisatie duurzame energietechniek. Omdat ik een bureau voor ruimtelijke ordening en duurzaamheid heb, raakten wij in gesprek over energie-opslag in relatie tot gebieds- en projectontwikkeling. Want dat doet die Omgevingswet: opeens heb je met iedereen een gespreksonderwerp.
‘Hoe kom je zo bij die studie?’ vroeg ik. ‘Ach, mevrouw, duurzaamheid is de toekomst. Het kan zo niet verder. Al moet je het wel concreet maken.” Niks containerbegrip, afdwingbaarheid of verdienmodel. Gewoon: de toekomst.
Zijn opmerking over ‘concreet maken’, zette mij wel aan het denken. Wat is ‘duurzame ontwikkeling van de fysieke leefomgeving’ eigenlijk? Voor mij is dat anders bouwen en inrichten, met andere materialen in een ander soort openbare ruimte. Maar hoe dan?
Positieve energie
Er staan mooie documentaires op het internet, die dit visualiseren voor product- en gebiedsontwikkeling en die bovendien ingaan op herstel van gebieden. Daarvan kun je veel leren. Bovendien geven deze beelden een heel goed gevoel en een heleboel positieve energie: eindelijk de scepsis en het doemdenken voorbij.
In mijn presentaties over de Omgevingswet gebruik ik een plaatje, dat duidelijk laat zien dat bedrijvigheid, energieopwekking en natuur heel goed samengaan en zelfs heel mooi samengaan. Het stond ooit bij een krantenartikel over een natuurorganisatie (IUCN) die natuur op bedrijventerreinen wilde stimuleren. Dat doen ze nog steeds. En het mooie is: zij hebben een gratis helpdesk voor bedrijven die vergroening van hun bedrijventerrein zien zitten.
In 2014 kreeg ik een rondleiding bij Geelen Counterflow in Haelen (L). Dit bedrijf had toen het meest duurzame kantoorgebouw van Nederland gebouwd. Ik heb er rondgelopen. Het gebouw is anders: het ruikt anders, het voelt anders, de lichtinval is anders, het ziet er anders uit en het inspireert. Er is wateropslag en een plantenmuur. En last but not least: het verdient zich terug via de energie.
Op het internet staan ook video’s over duurzame tuinen. Daar kwam ik bij uit toen ik op zoek was naar een waterton en mij afvroeg hoe je water in je tuin zou kunnen opvangen. We krijgen immers een ander klimaat met periodes van droogte afgewisseld met plensbuien. Van de plaatjes met op wateropvang gerichte tuinen ging ik - tuinfreak - direct watertanden.
Toen ik daarna de hond ging uitlaten, stelde ik mij een vergelijkbare watervriendelijke, openbare ruimte voor. Voor mijn geestesoog verscheen een andere bestrating met parkeerplaatsen van tegels waar gras doorheen groeit of kruiptijm. Ik zag gevels met beplanting voor de isolatie tegen warmte en kou en daken met sedumbeplanting. En ergens in een perkje stond een zonneboom voor oplaadbare auto’s en verlichting. Die hoeven overigens niet meer te worden uitgevonden. Ze staan o.a. in Oss. Wel zal de batterij van de student natuurkunde daar op termijn bijgeplaatst moeten worden. Er moet immers vooral licht zijn als het donker is.
Wel technieken, geen verdienmodellen
Een architect wees mij er op dat de technieken er wel zijn, maar de verdienmodellen niet. Hij had voor jonge mensen een huis ontworpen met warmtekrachtkoppeling. Ze vonden het helemaal te gek, totdat de prijs werd genoemd: zo'n € 10.000/€ 20.000 duurder dan een gewone CV installatie. Toen was het einde oefening. ‘Als een bedrijf gelooft in het product, waarom plaatsen ze die installatie niet gewoon en laten het die mensen maandelijks terug betalen. Die betalen dat dan in plaats van hun energierekening aan het gasbedrijf en worden geleidelijk eigenaar. Dat kan toch ook?’ opperde hij.
Natuurlijk kan dat: gasleidingen zijn ook eerst aangelegd voordat men gas ging verkopen. Maar het is toch een andere kijk op financieren. Er zijn overigens wel al nieuwe verdienmodellen: bedrijven die het ‘recht op zitten’ verkopen in plaats van een stoel. Of het ‘recht op licht’ in plaats van een lamp.
Met het oog op duurzaamheid: kennelijk moet je er de kijk op krijgen en soms voorbeelden gezien hebben. Maar het is zoals Johan Cruijff al zei: ‘je ziet het pas, als je het doorhebt!’.
http://www.duurzaamgebouwd.nl/visies/20150213-du …