Duurzaam scoren
Met duurzaamheid scoor je pas echt als het resulteert in een duurzame verbetering van de leefomgeving. Gemeenten moeten zich afvragen of ze het goed doen.
Een zonneveld in Zutphen, duizend laadpalen in Den Haag, zakgeld voor zwerfafval in Amsterdam. Aan duurzame initiatieven geen gebrek. En dan zijn dit nog slechts enkele projecten die afgelopen weken Binnenlands Bestuur haalden.
Je zou haast denken dat de smart city, wat heet, de smart country, al op de kaart is uit te tekenen. Zo snel gaat het nou ook weer niet.
Regelmatig duiken alarmerende onderzoeken op: gemeenten hebben te weinig geld en ambities voor duurzaamheid; het onderwerp staat niet in de collegeprogramma’s van de grote steden; duurzaam inkopen is een wassen neus en het thema duurzaamheid is ofwel te versnipperd bij gemeenten of juist te eenzijdig bij de afdeling groenbeheer geparkeerd.
Binnenlands Bestuur probeert er voor de special over duurzaamheid (nummer 4) de vinger achter te krijgen: Wat kenmerkt de duurzame toppers onder de Nederlandse gemeenten? Want lezers houden van lijstjes en best practises kunnen andere gemeenten inspireren. Maar uiteindelijk gaat het natuurlijk om de vraag wat het resultaat is van alle inspanningen. Oftewel, hoe wordt Nederland echt duurzamer?
Dat blijkt een lastige. Veelzeggend is dat een objectieve index van wat werkt en wie het goed doet niet zomaar voorhanden is. Voor een van de belangrijkste maatschappelijke opgaven van deze eeuw is het sturen op resultaten nog geen vanzelfsprekend doel. Punten zijn, zeker in politiek spannende tijden, nu eenmaal sneller gemaakt met zaaien dan met oogsten. Jammer. Met duurzaamheid scoor je pas echt als het resulteert in een duurzame verbetering van de leefomgeving.
Gemeenten moeten zich afvragen: zijn wij een topper over twintig jaar?
www.klimaatmonitor.databank.nl