In 2025 aan de slag met duurzaamheid in het onderwijs
Kwartiermaker wijst de weg met concreet werkplan.
Eén van de thema’s binnen DuurzaamDoor is duurzaamheid in het onderwijs. Belangrijke stappen vinden hier plaats sinds er een landelijk kwartiermaker Duurzaam in het Onderwijs is aangesteld, Hans Lodders. Hij deed intensief onderzoek en in december presenteerde hij zijn bevindingen. Zijn advies: met een samenhangende aanpak op strategisch, operationeel en ondersteunend niveau kan duurzaamheid in het onderwijs geborgd worden. Van belemmeringen naar oplossingen naar werkplan.
Maar liefst zes ministeries streven naar meer aandacht voor duurzaamheid in het onderwijs. In 2021 bundelden zij hun krachten en eind 2023 besloten ze een landelijk kwartiermaker aan te stellen. De keus viel op Hans Lodders, die zich de afgelopen vijftien jaar volop heeft beziggehouden met onderwijs en duurzaamheid. De opdracht was dan ook een kolfje naar zijn hand: adviezen formuleren voor het borgen van duurzaamheid in het onderwijs, met daarbij een werkplan compleet met planning, organisatie en begroting.
In zijn aanpak koos Hans voor een drietrapsraket. De eerste twee treden gaan over belemmeringen en oplossingen, de derde trede betreft het werkplan. Voor de begripsafbakening waren de Sustainable Development Goals het uitgangspunt. ‘Het gaat niet alleen om ecologie, maar ook om de sociale en economische kant van duurzaamheid. En het gaat ook niet alleen om het curriculum, het gaat ook om de omgeving, zoals het gebouw en het schoolplan. En de visie van leerkrachten en schoolbesturen is van belang, hoe ze dit uitdragen en voorleven en hoe ze hierbij samenwerken met andere partners.’
Belemmeringen
Wat maakt het nou zo lastig om structureel met duurzaamheid aan de slag te gaan? Want lastig is het. ‘In het hoger onderwijs is al veel gaande, met green offices, minors en masters op het gebied van duurzaamheid. Maar de slag in het primair onderwijs, het speciaal onderwijs en in mindere mate het mbo, moet nog gemaakt worden. In het funderend onderwijs is bijvoorbeeld sprake van een forse achterstand in het onderhoud, laat staan dat er sprake is van veel duurzame gebouwen. Terwijl die juist een voorbeeldfunctie kunnen hebben.’
Hans vlooide vijftien recente onderzoeken door en hield meerdere interviews met in totaal 120 mensen uit het primair en voortgezet onderwijs, alsmede het middelbaar beroepsonderwijs: van studenten en bestuurders tot facilitair managers en aanbieders van duurzaamheidseducatie, en van opleiders en onderzoekers tot beleidsmedewerkers en uitgevers. De afdronk leidde tot een lijst met negen belemmeringen, waarbij het leerkrachtentekort bovenaan staat. ‘Daardoor ontbreekt de tijd en regelmatig ook de kennis en kunde bij leerkrachten om goed met het thema duurzaamheid aan de slag te gaan. Er is weliswaar een rijk aanbod aan lessen en activiteiten waar docenten uit kunnen putten, maar die rijkdom geeft ook weer een blokkade: wat past nu bij mijn les, hoe weet ik wat goed is en waar moet ik aankloppen voor bijvoorbeeld gastdocenten?’
Daarbij komt dat lang niet ieder schoolbestuur een visie heeft op duurzaamheid in het onderwijs en het belang daarvan uitdraagt naar de leerkrachten. En de inspectie controleert er niet op, want het is geen wettelijke onderwijstaak. ‘Hierdoor komt het vaak neer op de passie van de individuele leerkracht.’
Polarisatie en weerstand spelen inmiddels ook een rol. Bij leerkrachten zelf en bij ouders en leerlingen. ‘Kortom,’ vat Hans samen, ‘als je niet helemaal up to date bent, als er vanuit het bestuur niet op wordt gestuurd, als er geen wettelijk toezicht is en als er weerstand is, dan kun je als leerkracht besluiten: ik doe het maar even niet.’
Oplossingen
Uit recent onderzoek blijkt dat 15 procent van de scholen in het po en vo in staat is om structureel aandacht te geven aan duurzaamheid. ‘Dat betekent niet dat 85 procent helemaal niets doet. Dan gebeurt het incidenteel, of ze besteden er wel degelijk aandacht aan, maar het wordt niet expliciet zo gezien of benoemd. Het zou goed zijn als deze activiteiten meer zichtbaar én meer structureel worden gemaakt.’
Het zichtbaar maken kan onder meer met een meetinstrument. In het MBO gebruikt de helft van de scholen de methode SustainaBul MBO, waarbij veel data verzameld wordt om te kunnen zien hoe de scholen scoren op het gebied van duurzaamheid. ‘Het zou goed zijn als dit ook in het primair en voortgezet onderwijs breed wordt gedaan. Het biedt scholen een benchmark: waar staat mijn school nu en hoe kan ik stappen zetten?’ Daarnaast adviseert Hans om scholen te stimuleren kennis uit te wisselen. ‘Waar loop je tegenaan, hoe pakt de ander dat aan? Onderlinge uitwisseling kan ervoor zorgen dat schoolbesturen en -directies hun strategische visie op duurzaamheid een prominentere plek geven. En uit mijn onderzoek blijkt dat als bestuurders aandacht aan het thema geven, er vaak ook structureel iets gebeurt in de scholen.’
Een andere aanbeveling is een subsidieregeling, waarmee een scholenkoepel iemand kan inhuren die ‘voor duurzaamheid aan de lat staat’, zoals Hans het formuleert. Deze duurzaamheidscoördinator kan de behoefte van leerkrachten in kaart brengen en vervolgens hiervoor het aanbod in de buitenwereld selecteren. ‘Dat kan een enorme versnelling brengen. Het zou nog mooier zijn als in die buitenwereld ook een makelaar aanwezig is die het aanbod stroomlijnt. En hier past dan een kennis- en adviespunt bij, waar de duurzaamheidscoördinator met zijn vragen terecht kan, en waar mensen aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Op deze manier kunnen we duurzaamheid op strategisch niveau, maar ook op operationeel en ondersteunend niveau goed organiseren.’
Werkplan
De concrete adviezen zijn vervat in een werkplan, met een begroting die uitgaat van een financiële impuls uit de verschillende departementen en een start in 2025. ‘Daarmee kun je de beweging op gang krijgen, zowel binnen de scholen, als rondom en ondersteunend aan de scholen.’ Om de voortgang te bewaken pleit Hans tot slot voor een klein programmabureau. ‘Dat bureau kan ook de verschillende organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn bij elkaar houden en de maatregelen in samenhang aansturen.’
Meer weten?
DuurzaamDoor helpt een duurzame samenleving mogelijk te maken en ziet het als gezamenlijke opgave om nieuwe generaties op te leiden met competenties om te werken aan de vraagstukken voor de toekomst. Kennis geven we actief door om zoveel mogelijk beweging te brengen binnen dit thema. Neem gerust contact met ons op.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.