Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Dorpshuizen kind van de rekening

Hoe hou je essentiële voorzieningen overeind zonder er als gemeente zelf financieel aan onderdoor te gaan?

15 mei 2020
Leermens---dorpshuis-gestut.jpg

Dorpshuizen, sportaccommodaties en cultuurpodia vormen het dna van een stad of dorp. In veel gemeenten staan ze door de coronacrisis op omvallen. Hoe hou je essentiële voorzieningen overeind zonder er als gemeente zelf financieel aan onderdoor te gaan?

Hoge vaste lasten, vaak geen rijkssteun

Schilders voorzien het gemeentehuis van Opsterland van een nieuwe lik verf. Werk dat eigenlijk pas was gepland voor deze zomer, vertelt burgemeester Ellen van Selm, maar dat naar voren is gehaald nu het gros van haar ambtenaren thuis werkt en geen hinder ondervindt van verflucht en steigers. De schilders kunnen in het vrijwel lege gemeentehuis ongestoord hun gang gaan. Ook het gras van de ongebruikte sportvelden werd in Opsterland eerder ingezaaid dan voorzien. ‘Misschien moet het nu kinderen weer mogen sporten straks nog een keer’, lacht Van Selm. ‘Nou ja, dat hebben we er graag voor over. Het is in deze coronatijd van groot belang de lokale economie aan de praat te houden.’

Twee voorbeelden van de wijze waarop de Friese plattelandsgemeente met wat aanpassingen in haar vastgoedbeheer de coronacrisis te lijf gaat. Verder is het een kwestie van afwachten en de financiële gevolgen voor de exploitanten zoveel mogelijk proberen te beperken. ‘We hebben hier veertien dorpshuizen die allemaal de deuren hebben moeten sluiten’, zegt Van Selm. ‘Het oppervlakkige beeld is vaak dat er een paar mensen zitten te bridgen, maar de dorpshuizen hebben met hun brede scala aan activiteiten echt een spilfunctie in onze dorpen. Iedereen, van jong tot oud, komt er. Ze zijn van cruciaal belang voor de leefbaarheid.’

Met het wegvallen van alle bezoekersinkomsten raakten de dorpshuizen in Opsterland meteen aan het begin van de crisis in zwaar weer. ‘Het is financieel een fragiel netwerk’, geeft Van Selm aan. Om te voorkomen dat buurthuizen omvallen, heeft Opsterland de huurinning voorlopig opgeschort tot 1 september. Dat geldt ook voor twee lokale musea en de sportinstellingen. Daardoor loopt de gemeente deze zomer volgens haar circa twee ton aan inkomsten mis. ‘Het is uitstel van betaling, geen afstel’, benadrukt Van Selm. Door de tekorten op de jeugdzorg zit Opsterland sowieso krap bij kas en kan de gemeente zich geen nieuwe tegenvallers veroorloven.

Opschorten huur
Hoe ga je als gemeente om met de onzekerheden van de coronacrisis in relatie tot je maatschappelijk vastgoed? Veel gemeenten maken net als Opsterland van de nood een deugd door onderhoudswerk aan de nu ongebruikte gebouwen naar voren halen. Ook het opschorten van huur gebeurt massaal, al zijn de verschillen groot. Arnhem heeft ‘op dit moment’ voor 260.000 euro aan huurbetalingen uitgesteld, geeft een woordvoerder aan. In een vergelijkbare stad als Haarlem loopt de huurachterstand voor de gemeente al in de miljoenen (zie kader). Overkoepelend probleem voor vrijwel alle gemeenten is dat je met de laatste financiële ramingen vrijwel meteen alweer achter de feiten aanloopt. Er valt niet tegen de coronacrisis op te begroten.

Directeur Ingrid de Moel van Bouwstenen voor sociaal, een landelijk netwerk rond maatschappelijk vastgoed, herkent de worsteling. Ze ziet echter ook voorbeelden van gemeenten die al een eind op weg zijn in een gestructureerde aanpak. Ze roemt het stappenplan van Alphen aan den Rijn (dat via een gemeentelijk steunfonds 2,5 miljoen euro voor sport, cultuur en welzijn wil vrijmaken) en ook de brede aanpak van Medemblik.

Alle negentig maatschappelijke organisaties in die laatste, Noord-Hollandse gemeente kregen eind maart een vragenlijst toegestuurd. Zij moesten aangeven hoe hard ze door de crisis werden geraakt en welke ondersteuning zij noodzakelijk achten. Op datzelfde moment brachten gemeenteambtenaren de rijksregelingen in kaart waar de Medemblikse organisaties wellicht een beroep op zouden kunnen doen.

Er kwam geen rooskleurig beeld uit het onderzoek, maar het viel de gemeente ook niet tegen. Er waren in Medemblik in elk geval geen maatschappelijke organisaties die op omvallen stonden. De meeste ondervonden dat door het afblazen (of uitstellen) van activiteiten ook de kosten terugliepen. En voor wie dat niet gold, boden de landelijke steunmaatregelen vaak uitkomst.

Sterke verschillen
Wel bleken er sterke verschillen te bestaan tussen de diverse sectoren. Bibliotheek, theaters en muziekscholen draaien in Medemblik voor een belangrijk deel op vrijwilligers. Hun inkomsten uit contributies of abonnementen lopen veelal door. Dat geldt ook voor de verenigingen die de sportaccommodaties uitbaten: zij lopen horeca-inkomsten mis, maar die vormen een beperkt deel van hun begroting.

Bij de Medemblikse musea wreekt zich dat die sterk leunen op kaartverkoop. Juist in het voorjaar beleven ze een piek in hun bezoekersstroom, wanneer veel dagjesmensen naar de historische havenstad afreizen. Die inkomsten vallen nu weg. Behalve de musea hebben – net als in Opsterland – vooral de Medemblikse dorpshuizen het zwaar. Die zijn relatief veel geld aan huisvesting en personeelskosten kwijt. Daar staan nu geen inkomsten uit activiteiten tegenover.

Daarbij ervaart Medemblik dat lang niet alle dorpshuizen voor rijkssteun in aanmerking komen. Die wordt namelijk bepaald door hun SBI-code. Is die code ‘café’ dan valt het dorpshuis onder de rijksregeling voor de horeca. Maar is die ‘beheer van onroerend goed’, dan komt het rijk niet over de brug. Ja, die SBI-codes … Ook in Opsterland kennen ze het probleem. Namens de P10, de organisatie van plattelandsgemeenten waarvan ze voorzitter is, drong burgemeester Van Selm er recent bij minister Wiebes op aan dorpshuizen standaard deel te laten uitmaken van de Tegemoetkoming Schade Covid19.

‘Juist na de crisis zal er veel behoefte zijn aan laagdrempelige mogelijkheden voor ontmoeting en contact’, schrijft de P10 aan de minister. ‘Natuurlijk proberen wij als gemeenten – daar waar mogelijk – ondersteuning te bieden aan onze dorpshuisbesturen. Helder is echter ook dat onze financiën beperkt zijn.’ ‘Na de crisis.’ Niemand weet vooralsnog wanneer dat zal zijn. Kunnen na de zomer de theaters voor meer dan honderd bezoekers open? Mogen de dorpshuizen en musea dan hun volledige programmering opstarten en onder welke voorwaarden? Het is in nevelen gehuld, al lijkt verder uitstel aannemelijk.

Drie scenario’s
Het bracht Medemblik ertoe drie scenario’s uit te werken, gebaseerd op de ramingen van het Centraal Planbureau. In het beste geval zijn in de loop van het najaar de contactbeperkingen voorbij. In de andere twee scenario’s blijven de restricties het hele jaar van kracht of – in de slechtste situatie – zelfs tot volgend voorjaar (zie kader vorige pagina). De scenario’s vormen de leidraad voor het noodfonds dat maatschappelijke organisaties in Medemblik het komende halfjaar overeind moet houden. Het college wil daarvoor een bedrag van 650.000 euro vrijmaken. Vooral de welzijnsaccommodaties en de vijf musea kunnen zo worden bediend: voor beide clusters is een bedrag van 250.000 euro geraamd.

Dat is gebaseerd op de terugloop van inkomsten bij de betreffende instellingen, die vervolgens gecorrigeerd op verleende rijkssteun en afnemende kosten. Voor de sportaccommodaties bedraagt het noodfonds 100.000 euro. De rest van de zesenhalve ton bestaat uit een reservering voor jeugdvoorzieningen (10.000 euro) en voor een gemeentelijk coronaloket dat de ontwikkelingen voor alle organisaties volgt en met hen overleg voert (40.000 euro). Er zitten geen schotten tussen de bedragen. Mochten de musea meer geld nodig hebben en de dorpshuizen minder, dan kan aan de verhoudingen worden gesleuteld.

Medemblik hoopt dat het noodfonds voor dit jaar volstaat. Mocht de coronacrisis langer aanhouden, dan overweegt de gemeente financiële steun in de vorm van leningen aan de betreffende instellingen. ‘Normaliter is het uitgangspunt dat de gemeente geen leningen verstrekt’, staat in de corona-inventarisatie van het college, ‘maar in deze uitzonderlijke situatie is gekozen om dit wel te doen.’ Ook al is het bepaald niet zeker dat het uitgeleende bedrag kan worden terugbetaald. ‘Aan de hand van het complete overzicht van de geboden ondersteuning door de gemeente, zullen leningen mogelijk worden kwijtgescholden of worden omgezet naar een subsidie.’

Inventiviteit
Met het voortduren van de coronacrisis ziet Ingrid de Moel de inventiviteit van uitbaters van gemeentelijk vastgoed toenemen. ‘Sommige buitensporten mogen nu weer plaatsvinden, ook in beperkte groepen. Wie weet kunnen sportlessen die voorheen in een gymzaaltje werden gegeven, nu naar buiten worden geplaatst. Ik hoor ook verhalen van theaters die onderzoeken of voorstellingen in de openlucht mogelijk zijn.’ Zijn gemeenten eigenlijk al bezig hun maatschappelijk vastgoed ‘anderhalvemeter-proof’ te maken? ‘Dat hebben we nog niet gedaan’, geeft Carlo van der Borgt van de gemeente Arnhem aan.

‘Maar dat zullen we wel gaan doen als dat nodig is.’ Ook in Opsterland betreft de onderhoudsbeurt van het gemeentehuis vooralsnog uitsluitend gepland werk. ‘We schuiven hooguit wat met bureaus om meer afstand te creëren’, zegt Van Selm. ‘In de dorpshuizen voeren we nog geen veranderingen door. Stel dat een exploitant in overleg met ons al allerlei maatregelen neemt en je moet hem daarna teleurstellen dat het op grond van rijksbeleid nog niet mag – dan ben je eigenlijk nog verder van huis. Hoe moeilijk dat soms ook is, we houden ons aan de landelijke richtlijn. En dat betekent voorlopig dus nog even afwachten.’


De drie coronascenario’s van Medemblik
Tijdelijk (tot oktober):
Overbruggingsfinanciering
• Uitstel van betaling
• Coulance bij subsidies
• Maatwerk bij kritieke toestanden
• Handreikingen om hoofd boven water te houden

Langdurig (tot einde jaar):
Liquiditeitssteun
• Niet innen lokale belastingen
• Niet innen van huur
• Leningen met langetermijnafspraken

Aanhoudend (minimaal tot volgend voorjaar):
Crisismaatregelen
• Mogelijkheid tot kwijtschelding of omzetting naar subsidie


‘Je loopt steeds achter de feiten aan’
‘Het is elke week anders. Je loopt in de coronacrisis voortdurend achter de feiten aan‘, verzucht Haarlems afdelingsmanager vastgoed Martin Vos. Zijn gemeente volgt de landelijke richtlijn en geeft huurders van gemeentelijk vastgoed tot en met juni uitstel van betaling. ‘Haarlem heeft jaarlijks zo’n 19 miljoen euro aan huurinkomsten. Dus die drie maanden uitstel schelen ons bijna 5 miljoen.’ De kans is groot dat die overbruggingsperiode binnenkort tot 1 oktober moet worden verlengd. Dat betekent dus weer 5 miljoen. En dan ben je er volgens Vos nog lang niet.

‘Als je drie maanden later een auto koopt, maakt dat voor een garagehouder een beperkt verschil. Maar mensen gaan, als dat straks weer kan, niet ineens twee keer zo vaak naar theater. De podia blijven daardoor met een inkomstengat over de huidige periode zitten.’ Inmiddels is Haarlem de consequenties van corona voor de lopende jaarrekening en de begroting van 2021 aan het doorrekenen. ‘De cultuurpodia en de buurthuizen behoren tot het dna van de stad. Zoiets wil je overeind houden.’ Een gemeentelijke taskforce onderzoekt per beleidsdomein welke voor volgend jaar geplande uitgaven kunnen worden doorgeschoven. ‘Moet al het voor 2021 voorziene onderhoud aan wegen ook dat jaar worden uitgevoerd?’, geeft Vos als voorbeeld.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie