Deense klimaatheffing landbouw ook in Nederland op tafel
Ambtelijke werkgroep schrijft: ‘Beprijzing van emissies van de veeteelt zijn noodzakelijk om de nationale klimaatdoelen te halen.’
De Deense regering van de sociaal-democratische premier Mette Frederiksen wil vanaf 2030 een broeikasgasheffing invoeren in de landbouw. Dat is een opvallend besluit, omdat in veel landen de landbouw tot nog toe ontzien werd bij het opleggen van klimaatbelastingen. Dit geldt ook voor Nederland. Wel noemde nog begin dit jaar een werkgroep van rijksambtenaren het ‘noodzakelijk’ ook in Nederland broeikasgasemissies van de landbouw te gaan beprijzen.
Het Deense plan voor de broeikasgasheffing was al voor de zomer aangekondigd, als een onderdeel van een groter akkoord dat eveneens de aanleg van 250.000 hectare aan nieuwe bossen behelst. Maar nu heeft de meerderheidsregering van Frederiksen ook de handen op elkaar gekregen van vier oppositiepartijen. Achter het akkoord stonden eerder al meerdere maatschappelijke partijen, waaronder vertegenwoordigers van Deense landbouw- en natuurorganisaties.
Vanaf 2030
Denemarken voert, bij ongewijzigd beleid, de beprijzing vanaf 2030 in. De reden is dat de agrarische uitstoot van met name methaan en lachgas er de laatste tien jaar niet is afgenomen. Deze broeikasgassen komen voornamelijk vrij dankzij pens- en darmfermentatie bij het vee, maar ook uit de vele ontwaterde veenweidegebieden die Denemarken rijk is. Daarmee lijkt de Deense situatie sterk op die van Nederland. Ook Nederland heeft een veenweidestrategie, met als oplossing onder meer het verhogen van het waterpeil in deze landbouwgebieden.
Denemarken had een paar jaar geleden al het plan om tienduizenden hectare aan veengebied uit productie te nemen en weer te vernatten. Dit laatste is ook een eis in de nieuwe Natuurherstelverordening die in juni in Brussel werd aangenomen, dankzij op de valreep een stem vóór van Oostenrijk. In het nieuwe Deense akkoord gaat het om het uit productie nemen van 140.000 hectare, met behulp van een fonds gevuld met 40 miljard Deense kronen, oftewel 5,2 miljard euro.
Betalen per ton
De broeikasgasheffing begint bij 15,60 euro per ton in 2030 en groeit naar 39 euro in 2035. De opbrengst hiervan moet aangewend worden voor de verduurzaming van de agrarische sector. Ter vergelijking: Nederland hanteert voor de industrie een CO2-prijs van ruim 74 euro per ton, doorgroeiend tot 150 euro in 2030. Daarnaast kost het binnen het belangrijke Europese emissiehandelssysteem 86 euro om een ton broeikasgas uit te mogen stoten, te betalen door de grote Europese industrie en energiecentrales. Vanaf 2027 komt er een tweede Europees emissiehandelssysteem bij, gericht op het verkeer, de gebouwde omgeving en kleinere bedrijven. Die CO2-prijs wordt 45 euro per ton, wordt verwacht.
Opvallend is dat de landbouw buiten al die beprijzingen valt. Wel kan een deel van de landbouw en tuinbouw straks onder het tweede emissiehandelssysteem worden gebracht. Dat is een vrije keuze voor lidstaten zelf. Dan kan het gaan om de stal- en kasverwarming in de landbouw en de glastuinbouw, en de uitstoot van landbouwmachines zoals tractoren. Dat stond begin dit jaar in een rapport vol fiscale adviezen van een werkgroep vol rijksambtenaren.
De grafiek hieronder, afkomstig uit dit rapport, toont de huidige Nederlandse beprijzingsmechanismen gericht op de uitstoot van broeikasgassen.
Methaan en lachgas
De rijksambtenaren in de betreffende werkgroep waren afkomstig van het Centraal Planbureau, De Nederlandsche Bank, en de ministeries van Financiën, Sociale Zaken, Economische Zaken en Algemene Zaken. Zij schrijven dat Nederland ‘in internationaal perspectief relatief hoge belastingen op fossiele brandstoffen’ heeft, en bovendien eigen sectorspecifieke CO2-beprijzingen. Maar niet beprijsd zijn de methaan- en lachgasuitstoot van de landbouw, alhoewel boeren wel productierechten moeten hebben of aankopen om vee te mogen stallen.
In theorie kan een klimaatheffing mogelijk worden binnen het raamwerk dat huidig landbouwminister Femke Wiersma momenteel voorbereidt en binnenkort presenteert: zij wil emissiebeleid gaan voeren, in combinatie met sturing op concrete doelen die boeren moeten behalen.
Denemarken en Nederland
Denemarken is een veel dunbevolkter land dan Nederland, met zes miljoen inwoners op 43.000 km2. Nederland telt 12 miljoen mensen méér op 5000 km2 minder. Toch telt Denemarken meer varkens dan Nederland: 11,6 miljoen versus 10,8 miljoen. Denemarken heeft daarentegen 1,8 miljoen runderen, Nederland houdt er 3,8 miljoen.
Beprijzing
Zoals de recente Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) liet zien, haalt Nederland waarschijnlijk wel het door Brussel opgelegde CO2-reductiedoel voor 2030, maar niet de eigen hogerer doelen. Tegen die achtergrond schreef de werkgroep begin dit jaar in het rapport: ‘Beprijzing van emissies van de veeteelt zijn noodzakelijk om de nationale klimaatdoelen en lokale milieudoelen van de landbouw te halen.’
Binnen een paar jaar zou de heffing van start kunnen op basis van staltypes en het aantal gehouden dieren. Vanaf ongeveer 2029 kan die berekening verfijnd worden met behulp van het realtime meten van de emissies.
Minder melkkoeien
Overigens wordt verwacht dat de broeikasgasuitstoot van de landbouw in 2030 zo'n 34 procent lager ligt dan in 1990. Dat komt onder meer doordat Nederland stap voor stap zijn derogatie op de Europese nitraatrichtlijn kwijtraakt, doordat bij boerenverkoop van productierechten een deel wordt afgeroomd, en doordat er momenteel meerdere uitkoopregelingen voor boeren zijn.
De ambtenaren schrijven dan ook, met enkele slagen om de arm: ‘We ramen dat het aantal melkkoeien door een combinatie van bovengenoemde factoren (...) in 2030 met ongeveer 18 procent afneemt ten opzichte van 2023.’
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Climate: The Movie (The Cold Truth) NL
https://www.youtube.com/watch?v=op1xtxEgz_Y