Mestverkenner wil meer haast maken dan minister kan
De vergunningverlening door provincies en gemeenten voor mestvergistingsinstallaties moet snel opgeschaald worden, aldus het kabinet.

Sinds een paar maanden is oud-Kamerlid Raymond Knops de ‘mestverkenner’ van landbouwminister Femke Wiersma. Zijn opdracht is snel te zorgen dat er veel meer mest van veehouders wordt verwerkt en vergist, doordat gemeenten en provincies meer vergunningen afgeven voor grotere en kleinere mestvergistingsinstallaties.
Waarom is dit cruciaal? Nederland heeft een groeiend mestoverschot, dankzij het verlies volgend jaar van de derogatie op de Europese nitraatrichtlijn. Boeren hebben hierdoor zo'n 18 procent minder ruimte om hun mest kwijt te raken.
Raymond Knops heeft daarom haast. In zijn eerste advies, deze week verschenen, zegt hij dat er ‘onmiddellijk’ een bestuurlijk overleg tussen rijk en mede-overheden moet komen, ‘met als doel de mestverwerkingscapaciteit te vergroten’.
Teleurstellen
De reactie van de minister zal hem teleurstellen. Minister Wiersma is voorlopig nog aan handen en voeten gebonden, schrijft ze in een Kamerbrief. Dat ‘betekent dat ik niet direct aan de slag kan met opvolging geven aan de actie uit de aanbevelingen om bestuurlijke afspraken te maken met provincies’.
Wat is het probleem? Allereerst wacht ze nog steeds op toestemming van de Europese Commisie om Renure te gebruiken, wat de vakterm is voor kunstmestvervangers die uit mest zijn gewonnen. Raymond Knops noemt deze toestemming inderdaad als een harde voorwaarde. Daarnaast wacht Wiersma op een goedkeuring van de Europese Commissie voor het invoeren van een bijmengverplichting voor groen gas in het Nederlandse aardgasnetwerk. Groen gas kan voor een belangrijk deel gewonnen worden uit dierlijke mest. Knops schrijft hierover: ‘Om deze ambitie waar te kunnen maken is het absoluut noodzakelijk dat de bijmengverplichting uiterlijk per 1 januari 2026 wordt ingevoerd.’
Op hun erf
Tot slot zit Wiersma in haar maag met de Raad van State-uitspraak in het stikstofdossier, vlak voor kerst vorig jaar. De bestuursrechter oordeelde dat intern salderen van stikstofruimte niet zonder natuurvergunning mag, wat het voor agrariërs moeilijker zal maken een vergistingsinstallatie op hun erf neer te zetten. Zij hebben door de uitspraak minder ondernemersvrijheid om zelfs bij een gelijk blijvende stikstofuitstoot de eigen bedrijfsvoering aan te passen. Eerst zal er dus schot in het stikstofdossier moeten komen, onder andere met behulp van de net nieuwe ministeriële commissie onder leiding van de premier.
Te complex
Wat moet er gebeuren om meer mestvergistingsinstallaties op boerenerven en industrieterreinen te krijgen? Knops beschrijft in zijn advies dat gemeenten de huidige wet- en regelgeving te complex vinden, en een gebrek aan ambtelijke capaciteit hebben. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kwam in het najaar met een handreiking voor de vergunningverlening van kleinschalige monovergisting, maar heeft er nog geen voor grootschalige mestverwerking.
Ook provincies zeggen te weinig kennis en capaciteit te hebben. Knops: ‘De rijksoverheid dient - zonder taken van provincies over te nemen - regie te nemen op (...) door met provincies afspraken te maken over eigenaarschap, inzet van capaciteit en instrumentarium, en over verguningverlening.’ Minister Wiersma wil dat kennelijk wel, maar kan het naar eigen zeggen nog niet.
Genoeg vraag
Dat terwijl het kabinet in 2030 één miljard kuub groen gas wil produceren, waarvan volgens Knops twee derde uit vergisting of vergassing van mest moet komen. Daarnaast zou er in Polen, Frankrijk en Duitsland genoeg vraag zijn naar mestproducten, gewonnen uit het digestaat dat na de vergassing resteert.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.