De jeugd van tegenwoordig
Vorige week heb ik een gastcollege over de Omgevingswet gegeven aan 5 VWO leerlingen in Roermond. De betreffende middelbare school nodigt mensen uit de praktijk uit om over hun beroep of passie te vertellen bij het vak Algemene Wetenschappen. De bedoeling is de algemene ontwikkeling van leerlingen te bevorderen en ze te laten wennen aan het volgen van colleges.
Deze doelgroep was nieuw voor mij. Toen ik hierover bij een gemeente vertelde, kreeg ik heel wisselende reacties. Het varieerde van ‘wat leuk’ en ‘dat is wel een uitdaging’ tot ‘
waar begin je aan: ze hebben toch alleen interesse in mobieltjes’. Met name die laatste, negatieve reactie inspireerde mij om een presentatie te houden met de titel ‘De Omgevingswet en de jeugd van tegenwoordig’.
De opkomst was leuk. Er kon gekozen worden uit 8 gastcolleges en het volgen van 2 colleges was verplicht. Voor mijn onderwerp hadden 33 leerlingen gekozen. Alle mobieltjes werden keurig uitgezet toen ik begon, de collegemappen lagen klaar en ik kon van start. Ik heb niet veel over de Omgevingswet verteld. Alleen dat die wet eraan komt, dat dit een vereenvoudiging van regelgeving is en daarna heb ik ingezoomd op de bedoeling van de wet.
Het leuke van een groep als deze is, dat je fijn los mag gaan. En dus heb ik verteld over de omslag naar een duurzame samenleving met een circulaire economie, die al aan de gang is. En over klimaatverandering en energietransitie. Ik heb verteld, dat er al schoenen worden gemaakt van oceaanplastic, couveuses zijn ontwikkeld om jonge bomen in verwoestijnde gebieden beter te laten wortelen en dat er bakstenen zijn bedacht die niet gebakken hoeven te worden. Hele positieve ontwikkelingen uit oogpunt van duurzaamheid, klimaat, energie en economie … en merendeels Nederlandse uitvindingen.
Ik heb ook verteld over andere verdienmodellen: in plaats van een stoel kopen, die je aan het einde van de levensduur (of mode) weggooit, betalen voor een recht op zitten met een ophaal- en verwerkingsplicht voor de fabrikant. En over de ecoprijs, die er zou moeten komen. Dat heb ik zelf niet bedacht, bij bedrijfskunde en economie is men hier al mee bezig. Er zijn ook al bedrijven die hier mee werken.
Verder heb ik het gehad over het gebrek aan vertrouwen van mensen in de politiek en pogingen om burgers meer betrokken te krijgen bij besluiten. En natuurlijk ook over de enorme digitaliseringsopgave.
Van de wet heb ik eigenlijk alleen artikel 1.3 besproken (de maatschappelijke doelen) en artikel 1.6 (de zorgplicht voor iedereen) en toegelicht dat het allemaal zal landen in een Omgevingsvisie – die als het goed is – met burgerparticipatie tot stand komt. Waar dus ook de jeugd van tegenwoordig bij betrokken kan zijn. Wat een enorme opgave is qua communicatie en procesbegeleiding. Werk genoeg dus in de toekomst.
Bij het slot vroeg ik voor wie dit helemaal nieuw was. Voor allemaal dus. Er bleek ook niemand iets te weten van de Toekomstvisie voor onze stad, die vorig jaar door de gemeenteraad is vastgesteld. Jammer, want de gemeente heeft zich maximaal ingezet om zoveel mogelijk mensen te bereiken. De leerlingen wisten niet of hun ouders er wel bekend mee waren.
Vervolgens vroeg ik hoe een gemeente in contact kan komen met jonge mensen hierover. Immers, de jeugd van tegenwoordig heeft de toekomst, maar de praktijk van de implementatie van de Omgevingswet wordt vooral bepaald door 40-, 50- of 60-plussers. Er is dus een generatiekloof op het punt van het proces en participatie en daardoor ook wat betreft de inhoud. En dat is heel jammer. Social media was natuurlijk een voor de hand liggend antwoord. Een ander vond dat dit in het onderwijs moest terugkomen. Als vak. Want als je geen aardrijkskunde volgde dan kwam je met deze thema’s niet in aanraking. En dan kon je direct het vak Algemene wetenschappen afschaffen. Gelukkig voor de docent werd er niet om dit grapje gelachen.
Enkele leerlingen vonden dat vooral de school een rol kon spelen. Bijeenkomsten voor burgers zou je op de school kunnen organiseren en daar leerlingen bij betrekken. Voor de organisatie, maar ook voor de inhoud. Je zou leerlingen concrete opdrachten kunnen geven via allerlei vakken om te denken over oplossingen of bij een profielwerkstuk.
Mijn laatste vraag was wat ze er zelf mee zouden kunnen of zouden moeten. En toen bleef het oorverdovend stil. Er is dus nog een wereld te winnen.
Mijn tip aan gemeenten is dus: luister naar de jeugd van tegenwoordig. Betrek de scholen bij de implementatie van de Omgevingswet. Je zou nog eens blij verrast kunnen worden.
Trees van der Schoot
Meer columns van Trees van der Schoot leest u hier
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.