De Floriade als gemeentelijke inspiratiebron
Ondanks alle negatieve publiciteit is een bezoek aan de Floriade een inspirerend avontuur, aldus Trees van der Schoot
Deze week bezochten mijn man en ik de Floriade. En wij niet alleen: het zoemde en gonsde er van de bijen, zweefvliegen en wat wij niet kunnen determineren. We zagen prachtige bloemperken en groenstroken met beplantingsplannen en tips erbij. Dat geeft hoop voor de biodiversiteitscrisis. Stel dat komend voorjaar iedere gemeente stroken raaigras vervangt door dit soort beplanting, dan helpen de bijen ons weer de goede kant op te gaan.
Trouwens, voor de voorstanders van wilde bloemen en kruiden was ook een veldje aangelegd. Zoals je graszoden hebt, zijn er namelijk ook ‘wilde kruiden-zoden’. Hoe eenvoudig kan crisisbestrijding zijn, dacht ik. Wat jammer voor iedereen die met openbare ruimte en groen bezig is en dit niet gezien heeft.
Ik heb foto’s genomen van de bordjes met beplantingsplannen. Een groepje mensen in mijn woonwijk wil namelijk aan de slag met biodiversiteit en zoekt zijn weg. In onze stad heeft onze wijk de eer de meeste geveltuintjes en geadopteerde boomspiegels te hebben, maar dat zijn er helemaal niet veel. Inspiratie is vast welkom.
We zagen wat andere landen doen met klimaatverandering. Een land in het Midden-Oosten probeert woestijn te vergroenen met eetbare, zoutminnende planten om een combinatie te kunnen maken met gebruik van zeewater. Landen in Europa zijn bezig met planten die beter tegen droogte kunnen. Een huis van bamboe en andere toepassingen daarvan zagen we in de Aziatische paviljoens. Het Surinaamse paviljoen leek een stukje regenwoud. Hoopvol toch? Wereldwijd zijn mensen bezig met oplossingen. Via de media zien we echter vooral problemen. Wij werden er blij van te zien hoe hard er aan oplossingen wordt gewerkt.
Helemaal mooi vond ik het Nederlandse paviljoen: gebouwd met verschillende toepassingen van biobased bouwmateriaal. Wanden van leem, riet, plantenstengels, afvalhout en kurk en drie soorten daken erop. Waterdoorlatend bestratingsmateriaal en bomen in bakken van kurk. Ik keek mijn ogen uit. Iedere gemeente zou zo’n paviljoen moeten hebben. Ik zag een win-winsituatie: kunnen de boeren die perspectief willen geen producenten van bouwmateriaal worden?
Op ongeveer een derde van het terrein was mijn telefoonaccu bijna leeg vanwege mijn foto’s. Ik wilde de ideeën en de informatie over wie erachter zit naar huis meenemen. Ik kon nog net een foto nemen van het huis van afvalplastic. Mijn man nam foto’s van producten van mycelium: de draden van paddenstoelen die onder de grond zitten. We bekijken het thuis nog eens op ons gemak.
Halverwege waren we moe en namen de kabelbaan. Van boven was goed te zien hoe het terrein was ingedeeld. Wat kan dit een mooie woonwijk worden! Want dat is de bedoeling: de bestrating – ook interessant vormgegeven overigens – ligt er al. Enkele gebouwen – waarvan een gebouw van een hogeschool met een indrukwekkende gevelbeplanting – staan er al. Een grote Lego-maquette laat zien hoe de woonwijk is bedacht. Wat fijn voor de toekomstige bewoners, dat de beplanting er straks al is. Mooi staaltje anders denken conform de Omgevingswet: inrichting en beheer op lange termijn direct bij het ontwikkelen meenemen.
Op weg naar huis waren we er stil van. Iedereen had ons namelijk negatief voorbereid op de Floriade. De berichtgeving in de pers ging over de financiële problemen en de bestuurlijke crisis. Zo veel inspiratie hadden we niet verwacht.
Natuurlijk kun je van dat alles ook iets negatiefs vinden. Dat die Midden-Oosten-landen niet goed met mensenrechten omgaan. Dat afvalplastic als grondstof niet gepromoot moet worden, want dan wordt het weer economie om plastic te maken. Dat houtbouw leidt tot ontbossing. Dat er Duitse worst te eten was. We zijn in Nederland best goed in negativiteit en iets een crisis noemen. Het geeft een excuus om te dralen en niet aan de slag te gaan. Je kunt ook kijken naar wat al mogelijk is. ‘Nothing is impossible until it’s done!’, aldus Nelson Mandela.
Wat zou een overheid kunnen doen? Vooral niet blijven hangen in ‘beleidsneutraal overgaan’, zou ik zeggen. Want: ‘if you always do what you did, you get what you always got’, aldus Einstein. Geef een podium aan oplossingen en innovaties. Verbindt. Biedt hulp bij het opschalen naar een verdienmodel. Geef publiciteit aan oplossingen. Maar begin met actief zoeken naar inspiratie.
De beleidscyclus van de Omgevingswet kan hiervoor creatief worden ingezet. Blijf dus niet achter het bureau zitten piekeren over de complexiteit van het omgevingsplan, maar onderzoek de mogelijkheden ervan. Hou op met doemdenken dat participatie toch niet tot draagvlak leidt, maar zoek de mensen op. Schop in de grond, gras eruit, kruidenmat erin en laat zien waarom.
Doen.
Daar kan de overheid op inzetten . Dank je wel Floriade voor dit inzicht.
Wat een geweldig artikel en wat een AHA-erlebnis, want datgene wat jij beschrijft heb ik zelf ook ervaren en met mensen in mijn omgeving gedeeld. Zo mooi dat er met visie vooruitgekeken en gewerkt is en er voor de nieuwe woonwijk al infrastructuur en groen aanwezig is. Hoop voor de gemeente dat na het azijn over de kosten uiteindelijk na het realiseren van de nieuwe woonwijk het inzicht gaat ontstaan dat de betrokken bedenkers en bestuurders met veel lef, visie en toch ook wel koopmanschap iets moois voor de gemeenschap hebben gerealiseerd.
Groet,
Arno werkzaam en woonachtig in het midden van het land.