Vrije sectorhuur vaak duur en tijdelijk
Een evaluatie van de Wet doorstroming huurmarkt 2015 in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
Uit het WoonOnderzoek Nederland (WoON) 2021 blijkt dat het aantal woningen in de vrije sector groeit, vooral in de dure huur. Daarnaast worden tijdelijke huurcontracten steeds normaler bij particuliere verhuurders. Bijna 30% van recent verhuisden heeft een tijdelijk contract. Is er een verband tussen de groei van dure huur en de toename van tijdelijke contracten? En wat betekent het voor nieuwkomers op de woningmarkt?
Meer marktconforme huren
Companen evalueerde in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken de Wet doorstroming huurmarkt 2015. Die wet geeft particuliere verhuurders de mogelijkheid tijdelijke huurcontracten voor maximaal twee jaar aan te gaan. Verhuurders kunnen bij een huurderswissel de huur marktconform aanpassen. In de huidige krappe woningmarkt heeft dit een prijsopdrijvend effect. Uit de evaluatie van de Wet doorstroming huurmarkt 2015 blijkt dat veel huurders bij vervolghuisvesting opnieuw alleen een woning met een tijdelijk huurcontract kunnen huren. Het WoON 2021 onderstreept deze uitkomst.
Volgens het WoON 2021 is de vrije huursector gegroeid van 415.000 woningen in 2015 naar 638.000 woningen in 2021; een stijging van 56%. Woningen zijn enorm schaars en tijdelijke huurcontracten bieden verhuurders flexibiliteit. Huurders zijn het kind van de rekening.
Vooral jongeren aangewezen op particuliere verhuurders
Jonge alleenstaanden en paren zijn gemiddeld vaker dan andere groepen aangewezen op tijdelijke huurcontracten, zo blijkt uit het WoON 2021. Zij zijn nieuwkomers op de woningmarkt en hebben dikwijls nog geen vaste grond onder de voeten. Vooral voor jonge stellen geldt dat zij vaak zijn aangewezen op een particuliere huurwoning. Ze verdienen te veel voor sociale huur en te weinig voor een koopwoning.
Het gevolg voor deze doelgroep is de onzekerheid van een tijdelijk huurcontract.
Ook besteden jonge huishoudens een groter deel van hun inkomen aan woonlasten. Huurders van een particuliere huurwoning geven gemiddeld 37,1% van hun netto besteedbaar inkomen uit aan woonlasten. Voor eigenaar-bewoners van een koopwoning is dit 22,4%. Het effect van de recent gestegen energielasten is nog niet in het WoON 2021 meegenomen.
Companen ondersteunt gemeenten met onderzoek en advies
Veel gemeenten nemen maatregelen om bepaalde groepen meer kansen te geven op de woningmarkt. Companen ondersteunt hen hierin. Dat doen we met onderzoek naar de mogelijkheden om te sturen op het betaalbaar houden van het wonen. Of onderzoek naar de effecten van (voorgenomen) maatregelen. Zo brachten we voor de gemeente Den Haag de ervaringen van partijen in kaart die bij de huisvestingsvergunning voor middenhuur zijn betrokken (makelaars, verhuurders en huurders). En voor diverse gemeenten maakte Companen een onderbouwing voor het invoeren van opkoopbescherming of een zelfbewoningsplicht. Maar ook voor hulp bij het opstellen van huisvestingsverordeningen en doelgroepenverordeningen kunnen gemeenten bij ons terecht.
Wilt u weten hoe uw gemeente beter kan sturen op de beschikbaarheid van goedkope en betaalbare woningen? Neem dan contact op met Pim Tiggeloven of Jeroen Lijzenga.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.