Een warm welkom in de wijk begint met wederzijds begrip
Ketensamenwerking en goede communicatie essentiële randvoorwaarden.

Al zo’n dertig jaar begeleidt Martin Bleijenburg projecten op het snijvlak van wonen en zorg. Een werkveld dat hem na aan het hart ligt. Vaak gaat het om complexe en gebiedsgerichte vraagstukken, die meer nodig hebben dan alleen gedegen beleid. Uit ervaring weet hij dat ook ook ketensamenwerking en goede communicatie essentiële randvoorwaarden zijn.
Steeds meer kwetsbare mensen uit instellingen komen in wijken wonen. Corporaties zorgen bij het vinden van een goede plek voor deze doelgroep voor de stenen. ‘Maar met alleen een passende woning ben je er niet,’ aldus Martin. ‘Ook bij het creëren van draagvlak onder omwonenden spelen corporaties een belangrijke rol. En bij goede integratie in een complex, straat of buurt. Bijvoorbeeld via wijk- of gebiedsontwikkeling, waarmee woonzorginitiatieven onlosmakelijk verbonden zijn. Corporaties zijn bij uitstek in staat om te voorzien in het wonen. De zorg moeten ze samen met de zorgaanbieders regelen.’
Mooie begrippen beginnen met begrip
Volgens Martin willen corporaties mensen die het moeilijk hebben graag een dak boven het hoofd bieden, alleen niet ten koste van het woongenot van hun ‘reguliere’ huurders. De wijk is hierin volgens hem een spannende component. Begrippen als ‘inclusieve samenleving’ of ‘zachte landing’ klinken mooi, maar komen niet vanzelf. Martin: ‘Onbekend maakt onbemind. Ook als het gaat om mensen met een psychiatrische hulpvraag, of om kwetsbare mensen in het algemeen. Omwonenden willen gewoon rustig wonen. Vervolgens zien ze beleidsmakers prachtige plannen bedenken, maar missen ze bij hen het begrip voor wat die plannen in de praktijk betekenen. Ze willen weten wat ze kunnen verwachten. En dat ze ergens kunnen aankloppen wanneer bijvoorbeeld iemand ’s nachts verward op straat loopt, of als ze een vermoeden hebben van dementie bij die buurvrouw die nu alwéér de weg kwijt is,’ stelt hij. ‘Hiervoor is van belang dat ook zorgaanbieders 100% achter een huisvestingsinitiatief gaan staan, liefst met 24/7 hulp. Om dat af te dwingen is een vertrouwensrelatie nodig tussen woon- en zorgpartners en de buurtbewoners.’
Welkom in mijn wijk
Martin vertelt hoe ze dit in Zwolle hebben verankerd: ‘In 2011 was ik als senior programmamanager bij woningcorporatie deltaWonen betrokken bij het project Welkom in mijn wijk. Dat is een aanpak die de gemeente samen met zorgaanbieders en corporaties ontwikkelde voor gespreide huisvesting van bijzondere doelgroepen.’ Hij licht toe: ‘Stel, je wilt tijdelijke opvang van ex-psychiatrische cliënten of jongeren uit de crisisopvang realiseren. Of permanente opvang van hulpbehoevende ouderen, of volwassenen met autisme. Dan moet je als initiatiefnemer een communicatieplan indienen dat voldoet aan de Communicatievoorschriften voor Bijzondere Woonvormen. Daarin geef je aan hoe je omwonenden voorbereidt op jouw initiatief, maar ook wat je doet als er bijvoorbeeld een crisissituatie ontstaat.’ De totstandkoming van Welkom in mijn wijk kostte de nodige inspanning, maar de aanpak werkt volgens Martin nog steeds. Niet alleen in Zwolle trouwens. Martin: ‘Companen is op dit moment bijvoorbeeld in Zeist en Culemborg bezig met afwegingskaders voor woonzorginitiatieven. We volgen daar een vergelijkbare lijn en nemen communicatierichtlijnen in het proces mee.’
Een goed verhaal
Corporaties hebben geen hulpverleningstaak, weet ook Martin. ‘Toch kun je als corporatiemedewerker soms beginnen met het aanbieden van een schouder of arm, voor je een probleem aan de zorg overdraagt. Dat geldt andersom ook. Regel bijvoorbeeld als hulpverlener dat iemand zich inschrijft als woningzoekende. Een wijkbewoner hoeft niet te weten wíe hem helpt; als het maar gebeurt.’ Wederzijds begrip staat volgens Martin aan de basis. ‘De RIBW-instelling trainde bijvoorbeeld corporatiemedewerkers in het herkennen van signalen voor crisisgedrag. Omgekeerd leerde de corporatie de zorgaanbieders hoe woonruimteverdeling werkt. Je staat dan samen met een goed verhaal: dit worden uw buren, wij pakken onze rol, doet u dat ook!’
Waardevolle toevoeging
Aanpakken zoals Welkom in mijn wijk moeten leiden tot meer nieuwe locaties met goedkeuring en hulp van bewoners. ‘Een initiatief om kwetsbare doelgroepen te huisvesten brengt dikwijls een schrikreactie teweeg bij omwonenden. Toch vinden mensen het na een tijdje vaak een waardevolle toevoeging aan hun wijk.’ Mooie voorbeelden zijn de meergeneratiehofjes. Daarnaast noemt Martin de Zwolse initiatieven voor Mens en Milieuvriendelijk Wonen: ‘In elk ervan is ruimte voor enkele kwetsbare mensen. Particuliere opdrachtgevers kiezen daar zelf voor en geven het ook zelf vorm met corporaties, toekomstige bewoners en commerciële ontwikkelaars.’
Samen projecten lostrekken
Complexe en gebiedsgerichte vraagstukken vereisen capaciteit en ervaring. Welke rol kan Companen hierin spelen? ‘Onze adviseurs stellen regelmatig woon(zorg)visies en volkshuisvestingsprogramma’s op. Daarin beschrijven ze wat er moet gebeuren,’ vertelt Martin. ‘Dan begint voor opdrachtgevers het echte werk pas. Ook daarvoor kunnen ze bij ons terecht. We stellen uitvoeringsagenda’s op, maken programma’s die gericht zijn op ontmoetingen in de buurt en begeleiden gebiedsontwikkelingen. Bovendien organiseren we de samenwerking tussen betrokken partijen, maar ook de processen, zo dat de uitvoering vlot verloopt.’
‘Onze adviseurs kennen het complexe speelveld waarin corporaties moeten opereren’, sluit Martin af. ‘We begrijpen hun belangen én die van de publieke partners waarmee zij moeten samenwerken. En we weten welke allianties nodig zijn om plannen te realiseren. Die kennis en ervaring delen we graag.’

Meer weten?
Heb je vragen over wijk- of gebiedsgerichte woonzorgvraagstukken? Of behoefte aan een sparringpartner voor jouw opgave? Neem dan contact op met Martin Bleijenburg.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.