Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

'De felle emotie heeft me verbaasd'

De uitvinder van de Omgevingswet blikt terug op 20 jaar debat

13 oktober 2023
foto-verdaas.1.jpg

Co Verdaas muntte in 2005 de term Omgevingswet. Bijna twintig jaar later blikt de hoogleraar gebiedsontwikkeling en dijkgraaf bij Waterschap Rivierenland terug op de invoering van ‘zijn’ gaandeweg steeds meer omstreden wet. ‘Ik wil hier niet als wijsneus overkomen.'

Juridisch Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling – Landelijk Gebied

JS Consultancy
Juridisch Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling – Landelijk Gebied

Interim Teammanager Ruimtelijk Domein

JS Consultancy
Interim Teammanager Ruimtelijk Domein

Black box

Het was 2005. De nieuwe Tracéwet lag voor in de Tweede Kamer. Met ‘nul politieke ervaring’ toog het PvdA-Kamerlid Co Verdaas naar het spreekgestoelte. De afgestudeerd planoloog had zich terdege voorbereid. ‘We hadden al meer dan genoeg instrumentarium om ruimtelijke initiatieven voor elkaar te boksen’, blikt hij terug. ‘Waarom moest er dan nog een wet bij? Dat maakte gebiedsontwikkeling alleen maar ingewikkelder. Het werd een black box. Toen heb ik daar in de Tweede Kamer geroepen: “We moeten terug naar de oorsprong van het vak. Namelijk in één integrale Omgevingswet alle belangen wegen.”’

Vuurlinie

Het was een citaat met gevolgen, waarvan Verdaas toen in 2005 niet het geringste besef had. Hij was zijn pioniersrol zelfs glad vergeten als het ministerie van Binnenlandse Zaken hem er jaren later niet op had gewezen: Verdaas was de allereerste die de term Omgevingswet had gebruikt. ‘Daar was ik toen nog heel erg trots op’, lacht hij niet al te luid in de lobby van het Nijmeegse hotel waar we hebben afgesproken. Want geen wet die nog voor invoering zo onder vuur kwam te liggen en die zo vaak werd uitgesteld. De bedenker, inmiddels hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft en dijkgraaf bij Waterschap Rivierenland, kwam zelf ook geregeld in de vuurlinie te liggen.

Eigen belang

In de jaren na het Kamerdebat merkte Verdaas dat veel mensen in stilte zijn analyse deelden. Zij wisten ‘in dat zelfgesponnen web dat ruimtelijke ordening heet’ hun weg ook niet meer. Verdaas: ‘Zodra je voorstelde om terug te gaan naar de kern, was iedereen voor.’ Lachend: ‘Mits hun eigen belang voldoende geborgd was.

Gelegenheidsredeneringen

Het leidde bij Verdaas in de uitwerking van zijn plannen tot een ‘principiële vraag: wat mag je aan de politieke arena overlaten? En wat wil je juridisch geborgd hebben? Daar stuitte ik op enige, nou ja, hypocrisie is een zwaar woord, eh… gelegenheidsredeneringen. Sommige mensen zeiden: voor windmolens of ecologische verbindingszones moet de wetgeving een stuk simpeler en voor een nieuwe weg moet die juist extra moeilijk. Dan raken mensen mij kwijt. Ik ben op de eerste plaats democraat en pas daarna partijpoliticus. Het democratisch wegen van belangen is altijd mijn drive geweest. De Omgevingswet is een poging om die belangen allemaal in één regime samen te brengen.’

Beslissend

Het beslissende zetje voor de Omgevingswet kwam met de financiële crisis van rond 2009, toen de ruimtelijke ontwikkeling bijna overal in Nederland stil kwam te liggen. ‘De regering-Balkenende wilde projecten versnellen om de ergste effecten van de recessie te dempen. Onder meer de Waalbrug hier in Nijmegen werd genoemd. Maar dat kon juridisch helemaal niet. Dat maakte dat het besef kwam: we moeten fundamenteel ingrijpen.’

Ja, mits

Het hielp dat Verdaas toen kortstondig zelf als staatssecretaris in het kabinet zat. ‘In de aanloop daarvan schreef ik met Melanie Schultz aan de passage over de Omgevingswet en zijn voorloper, de Crisis- en herstelwet, in het regeerakkoord.’ Weg met de bestuurlijke stroperigheid en de ambtelijke verkokering. Met de uitnodigingsplanologie van de Omgevingswet, waarbij de grondhouding van gemeenten bij nieuwe initiatieven verschoof van ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, mits’, werd het allemaal ‘eenvoudig beter’.

Daar stuitte ik op enige, nou ja, hypocrisie is een zwaar woord, eh… gelegenheidsredeneringen.

Onderschat

Tot zover de theorie. Want hoe naïef bleek bij de voorbereidingen op de wet al snel die leus. Het gepropageerde ’eenvoudig beter’ keerde zich als een boemerang tegen de Omgevingswet. Met alle juridische en ict-hobbels leek het eerder ‘complex slechter’. ‘Dat heb ik ook onderschat, hè’, beaamt Verdaas. ‘Ik wil hier niet als wijsneus overkomen. Ons ruimtelijk stelsel is zo gelaagd en complex dat je met een fundamentele herziening zo tien jaar verder bent. In de uitvoering is het gewoon topzwaar, dit project.’

Zwart-wit

Hij kiest zijn woorden behoedzaam. ‘Het lastige, ook met dit interview, is dat de discussie al snel in zwart-wit-redeneringen wordt getrokken. De felle emotie die ik heb geproefd in discussies met vakgenoten… Dan gaat het al snel over de vraag wat ik tegen zachte belangen heb. Of dat ik de burger buitenspel wil zetten door hem minder aangrijpingsmogelijkheden te geven.’

Te ingewikkeld

Je kunt volgens Verdaas op twee manieren naar die discussie kijken. ‘Een deel van de professionals zegt nog steeds: we hadden er nooit aan moeten beginnen. Het is té ingewikkeld. Maar ik constateer ook dat Gelderland 1,8 keer haar eigen oppervlakte nodig heeft om alle maatschappelijke opgaven die er nu liggen te realiseren. Met het oude, versnipperde stelsel als werkmethode kom je er dan gewoon niet.’

De praktijk is een stuk weerbarstiger

Weerbarstiger

Maar met de nieuwe wet straks wél, dan? We hebben een half uur lang het onderwerp digitaal stelsel weten te vermijden. Het stelsel dat de afgelopen jaren uitgroeide tot hét pijnpunt van de Omgevingswet. ‘De belofte was: we moeten alle relevante omgevingsinformatie eenduidig voor iedereen op dezelfde manier ontsluiten’, reageert Verdaas. ‘Die ambitie is makkelijk uitgesproken en breed omarmd. De praktijk is een stuk weerbarstiger. Er kwamen allerlei vragen achter vandaan. Wie ziet toe op de betrouwbaarheid van die data? Hoe maak je dat die juridisch leidend zijn? Dergelijke kwesties belandden ook nog eens in een versnipperd veld met verschillende bronhouders.’

Apart project

Erop terugkijkend had volgens Verdaas het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) beter als een apart project kunnen worden aangepakt. ‘Nu is dat allemaal in één operatie gegooid, waardoor de filosofie van de wet verknoopt is geraakt met de implementatie van de techniek. Ik heb zelf bij het waterschap gezien wat voor effort het kost om al onze objecten eenduidig te digitaliseren. Wat het aan inzet, aan fte vraagt. Dat was voor mij een eyeopener. We hebben er zes mensen voor aangetrokken. Voor de meeste gemeenten is het een nog veel grotere opgave. De benodigde menskracht is er niet. De financiële middelen zijn er ook niet. Dus is die digitale ambitie gaandeweg verregaand afgeschaald.’

DSO

Nee, Verdaas is nooit bang geweest dat de Omgevingswet er met alle protest ertegen niet zou komen. ‘Er zijn wel momenten geweest, meestal rond discussies in de Eerste Kamer, dat ik dacht: heeft men nog helder waarom we dit met elkaar willen? Als men de wet afschiet, is er dan een alternatief? Ik wil niks afdoen aan alle kritiek en operationele ellende, maar zijn we met het huidige stelsel beter af? Ga niet net doen alsof het alleen maar slechter wordt. Op een gegeven moment ging de discussie alleen nog over het DSO.’

Lees het hele interview met Co Verdaas deze week in BB19 (inlog

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie