Bontfok mag uitbreiden
In een milieuvergunning moet het college van B en W de juiste geluidsmaxima opnemen. Daarbij mogen de controlevoorschriften niet worden vergeten.
Dat dierenactivisten naar juridische wapens grijpen is natuurlijk te verkiezen boven het gebruik van geweld. Maar dat zij de uitbreiding van pelsdierhouderijen proberen tegen te houden door ‘van een mug een olifant maken’, is Joost Willems een gruwel. Willems en zijn vrouw hebben in het Brabantse Rijkevoort een nertsenfokkerij met drieduizend vrouwtjes en ongeveer zevenhonderd ‘nertsenreutjes’. De vrouwtjes jongen in het voorjaar. In november is de pels van de jongen rijp voor verwerking en komt hun leven ten einde.
Normaal gesproken leven twee nertsen in een standaardkooi van ongeveer 45 centimeter hoog en een oppervlakte van 2550 vierkante centimeter. Daar komt een nachthok met stro bij van tenminste 20 bij 20 centimeter. De nachthokken zijn bij Willems meestal 30 bij 30 centimeter. In de kooi heeft hij een plateautje en een pvc-pijpje aangebracht, zodat de nertsen kunnen spelen. Het echtpaar Willems wil de fokkerij uitbreiden tot vierduizend vrouwtjes en vraagt daarvoor in december 2006 een revisievergunning aan. B en W van Boxmeer verlenen deze vergunning een jaar later. De Stichting Bont voor Dieren vindt het vreselijk dat in Nederland elk jaar ‘vijf miljoen nertsen worden gedood voor de luxe van mensen’.
De stichting gaat daarom bij de Raad van State in beroep tegen de verlening van de vergunning. Namens Bont voor Dieren voert juridisch adviseur Ton van Hoof diverse argumenten aan. Zo staan in de vergunning lagere grenswaarden voor geluid dan in het akoestisch rapport dat bij de aanvraag hoort. Verder ontbreken controlevoorschriften en hebben B en W ten onrechte de oude stankregels gehanteerd. Het college gaat namelijk uit van de Wet stankemissie, terwijl op 1 januari 2007 de Wet geurhinder is ingevoerd. En op grond van laatstgenoemde wet zouden B en W de vergunning niet hebben kunnen verlenen, zegt Van Hoof.
De Raad van State vindt dat de soepeler stankregels van de oude wet gelden, omdat Willems de aanvraag op 20 december 2006 heeft ingediend. Dat hij die aanvraag een half jaar later nog heeft gewijzigd en aangevuld, maakt niet uit. Wel hebben B en W inderdaad de verkeerde grenswaarden voor geluid opgenomen. Het college moet deze vergissing herstellen en in de aangepaste vergunning meteen controlevoorschriften opnemen. Want volgens de Wet milieubeheer moet duidelijk zijn aan welke ‘doeleinden’ de vergunninghouder zich heeft te houden. De metingen die bij de aanvraag worden genoemd bieden onvoldoende houvast voor handhaving.
De gemeente zal deze reparaties snel doorvoeren. Maar de vergunning is onherroepelijk en de uitbreiding dus toegestaan. Niettemin vindt Bont voor Dieren dat procederen de moeite waard was, want ook vertragen is zinvol. Claudia Linssen: ‘Elke generatie dieren die je het leven redt, is winst.’
Dat de Tweede Kamer de pelsdierhouderij binnenkort wellicht verbiedt, weerhoudt Willems er geenszins van de uitbreiding door te zetten. ‘Ik heb er vertrouwen in dat de regering onze sector niet zonder vergoeding aan de kant veegt.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.