Investeringen in warmteprojecten vergt meer dan een nieuwe Warmtewet
Investeringen in warmteprojecten vergt meer dan een nieuwe Warmtewet. Richt een Regionaal Warmtebeheer Bedrijf op.
Perk draagvlakrisico, volloop- en bronrisico bij warmteprojecten in, waardoor projecten financierbaar worden onder de Collectieve Warmtevoorziening (Warmtewet 2) en daadwerkelijk uitgevoerd. Richt hiervoor een Regionaal Warmtebeheer Bedrijf op, stellen Caspar Boendermaker en Marjolein Dieperink voor. En een garantiefaciliteit op nationaal niveau.
De voorgestelde systematiek voor de marktordening van de warmtesector onder de Warmtewet 2 is een verbetering ten opzichte van de huidige, gefragmenteerde regulering van die sector.
Maar daarnaast is er aanvullend instrumentarium nodig voor de financiering en realisatie van nieuwe warmteprojecten, dat wil zeggen (duurzame) warmtebronnen en warmtenetten. Zo'n instrumentarium vormt een onmisbare schakel om de beoogde groei van collectieve, gebouwoverstijgende warmtenetten en duurzame warmtebronnen te realiseren.
Regionaal Warmtebeheer Bedrijf
Dit kan wat betreft Dieperink en Boendermaker het beste worden gerealiseerd door oprichting van een Regionaal Warmtebeheer Bedrijf. Dit sluit aan bij de gemeentelijke regierol en geeft de overheid meer professionaliteit en slagkracht. Hierdoor zijn de publieke belangen zoals leverzekerheid, betaalbaarheid en duurzaamheid van de warmtetransitie beter te borgen.
Met een Regionaal Warmtebeheer Bedrijf zijn publieke belangen zoals leverzekerheid, betaalbaarheid en duurzaamheid van de warmtetransitie beter te borgen |
Dat is noodzakelijk met het oog op het draagvlak in de samenleving om mee te doen in de warmtetransitie. De precieze taak en rol van een Regionaal Warmtebeheer Bedrijf vergt altijd maatwerk, afgestemd op de locatie specifieke omstandigheden en de overige keuzen die worden gemaakt, bijvoorbeeld wat betreft de kavelgrootte en fasering.
De regionale warmtebeheerbedrijven kunnen nieuw worden opgezet en/of worden doorontwikkeld met of vanuit de publieke warmtenetbedrijven van netbeheerders voor elektriciteit en gas. Randvoorwaarde daarbij is dat de onafhankelijkheid van het beheer van het gas- of elektriciteitsnet niet in het gedrang komt. Het eindresultaat is een private rechtspersoon met gemeentelijke aandeelhouders, die zich, als publieke partner, bezighoudt met warmtenetten en de warmtetransitie.
Garantiefaciliteit op nationaal niveau
Bovendien lijkt de opzet van een van een garantiefaciliteit op nationaal niveau wenselijk voor een efficiënte reductie van het volloop- en bronrisico. Plannen voor warmtenetten zijn moeilijk te financieren, omdat het op het moment van investeren onzeker is hoeveel bewoners daadwerkelijk gedurende de volle looptijd van de collectieve warmtevoorziening gebruik gaan maken en in welk tempo (vollooprisico).
Daarnaast is er vaak sprake van een warmtebron die voor een bepaalde tijd beschikbaar is terwijl aan de afnemers voor onbepaalde tijd leveringszekerheid moet worden gegarandeerd (bronrisico). Dat is extra uitdagend omdat de warmtebronnen in de toekomst steeds duurzamer moeten worden.
Een bijkomend voordeel van een nationale garantieregeling is dat een dergelijke regeling één keer, voorafgaand aan inwerkingtreding, wordt afgestemd op het staatssteunrecht, en zo nodig aan de Europese Commissie kan worden voorgelegd. Dit is een groot voordeel boven individuele, per project ter beschikking gestelde steunmaatregelen.
Werkbaar voor iedereen
Dieperink en Boendermaker hebben stakeholders uit de volle breedte van de sector gesproken om te bezien of zij eveneens de meerwaarde van deze beide instrumenten herkennen. De uitkomst van die gesprekken geeft voldoende houvast om met een discussion paper een (nog) bredere discussie aan te jagen.
Veel stakeholders onderkennen de risico's en de belemmering voor de financierbaarheid. Daarbij zagen zij het idee van het Regionale Warmtebeheer Bedrijf als werkbaar alternatief. Wel viel op dat de invulling die daaraan werd gegeven niet voor iedere stakeholder dezelfde was.
Compromis in gepolariseerde discussie
Daarvoor is een breder debat dus nodig. In dit debat kan het Regionale Warmtebeheer Bedrijf worden ingevuld als het compromis in de gepolariseerde discussie tussen de aanwijzing van integrale private warmtebedrijven aan de ene kant en aan de andere kant de opsplitsing van de warmteketen met een rol voor publieke warmtenetbeheerder.
Een ander soort financiële inspanning
Beide instrumenten vergen evengoed een grote financiële inspanning vanuit het Rijk. Decentrale overheden zijn op dit moment niet, of slechts beperkt, in staat professionele Regionale Warmtebeheer Bedrijven en een nationale garantiefaciliteit op te zetten zonder financiële impulsen vanuit de rijksoverheid. De opzet daarvan vereist een omvangrijk risicodragend kapitaal, terwijl meer dan twee derde van de Nederlandse gemeenten op dit moment kampen met structurele exploitatietekorten en negatieve netto investeringsquotes.
Projectrisico's
De Warmtewet 2 zal voorschrijven dat gemeenten warmtekavels vaststellen; dat wil zeggen wijken waarin bedrijven een alleenrecht kunnen krijgen om warmte te leveren via een warmtenet. Veel risico's zijn te beïnvloeden via goed management van een onderneming of een doortimmerd businessplan voor een warmtebedrijf. Risico's op kostenoverschrijdingen of fluctuaties in prijzen van fossiele brandstoffen of weersomstandigheden zijn op die manier redelijk te beheersen. Het draagvlakrisico en het volloop- en bronrisico hebben gemeen dat zij slechts gedeeltelijk beïnvloedbaar zijn en bij vrijwel alle warmteprojecten de besluitvorming compliceren. Daarmee kunnen zij de weg blokkeren voor een sluitende businesscase. Een aanvullend instrumentarium is daarom noodzakelijk.
Discussion paper
In een discussion paper hebben Marjolein Dieperink en Caspar Boendermaker een duidelijke visie vastgelegd over de noodzaak om via een aanvullend instrumentarium een grootschalige uitrol van warmteprojecten mogelijk te maken. De ideeën in de paper vragen nog verdere uitwerking. In een bijlage bij de paper zijn daarvoor al enkele voorstellen uitgewerkt op basis van informele gesprekken met circa 15 verschillende stakeholders.
De discussion paper is beschikbaar als whitepaper via de website van Binnenlands Bestuur en opvraagbaar per e-mail bij caspar.boendermaker@bngbank.nl of mdieperink@akd.nl.
In januari 2021 is er een kort webinar waarin het Discussion Paper wordt toegelicht en verschillende experts hun feedback geven. Meer informatie volgt snel.
Door: Redactie B&G
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.