Bestuurlijk prutswerk
Twee uitspraken van Amsterdamse bestuurders over de Noord/Zuidlijn zijn terecht legendarisch geworden. De ene is van wethouder Geert Dales tijdens het raadsdebat van september 2002 over het besluit tot aanleg: ‘Wij gaan niet overschrijden. Wij hebben het goed voor elkaar.’ De andere is van burgemeester Job Cohen 7 jaar later tijdens de raads enquête over het metro-echec: ‘Uiteindelijk zijn wij, bestuurders en raadsleden, allemaal amateurs.’
De eerste uitspraak valt in de vertrouwde categorie ‘valse beloften bij de start van grote projecten’. De Noord/Zuidlijn is lang niet het enige geval van spectaculaire budgetoverschrijding in de overheidssfeer, binnen en buiten Nederland. Het lijkt me aannemelijk dat Dales in 2002 werd gedreven door een mengeling van zelfoverschatting en machiavellisme. Veel ernstiger is in feite de uitspraak van Cohen. Hij nuanceerde de suïcidale strekking met zijn volgende zin: ‘Wij moeten beslissingen nemen op basis van wat deskundigen ons vertellen.’ Niettemin was het kwaad al geschied: behalve als laffe theedrinker staat Job Cohen bij populistisch Nederland voortaan ook als zelfverklaarde amateur te boek.
Maar zelfs wie zich niet door onderbuikgevoelens laat leiden, moet hevig schrikken van het levensgrote misverstand dat uit Cohens woorden spreekt. Natuurlijk hoeft een burgemeester of wethouder geen technische of financiële metro-specialist te zijn. Maar dat is nog geen rechtvaardiging voor amateurisme op de gebieden die hier wél essentieel waren: visie, bestuurskunst, leiderschap. Dat het daaraan tijdens het gehele politieke en bestuurlijke proces rondom de Noord/Zuidlijn op haast onvoorstelbare wijze heeft ontbroken, wordt zonneklaar uit het boek dat Parool-journalist Bas Soetenhorst erover heeft geschreven.
Bij lezing van Het wonder van de Noord/Zuidlijn val je van de ene verbazing in de andere. Hoe was het mogelijk dat het besluit tot aanleg werd gebaseerd op prognoses over bevolkingsgroei en reizigersaantallen, die toen al lang waren achterhaald? En hoe kon de gemeente Amsterdam zich zo rampzalig in het pak laten naaien bij de contractonderhandelingen met aannemers, die een vrijwel onbegrensde vrijbrief kregen voor het berekenen van meerkosten?
Bas Soetenhorst laat mede aan de hand van de besloten verhoren uit de raadsenquête, waarvan hij de verslagen heeft bemachtigd, een lange stoet Amsterdamse bestuurders, politici en topambtenaren de revue passeren. Vrijwel allen worden overtuigend ontmaskerd als amateurs in de woordbetekenis van ‘dilettant, prutser’. De enige min of meer gunstige uitzondering, wethouder Tjeerd Herrema, is ironisch genoeg tegelijk de enige die door deze kwestie is gesneuveld, zo onrechtvaardig werkt de politiek in de hoofdstad.
De conclusie is pijnlijk maar onontkoombaar: gezien de manier waarop burgemeester Cohen van 2001 tot 2010 het dossier Noord/Zuidlijn heeft bejegend, mag Nederland zich gelukkig prijzen dat hij vorig jaar geen premier is geworden.
Bas Soetenhorst: Het wonder van de Noord/Zuidlijn, het drama van de Amsterdamse metro, Bert Bakker, Amsterdam, 2011, ISBN 9789035136410, 269 pagina’s, € 18,95.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.